Muziek
L. Van Hove zet Ensors bizarre wereld op muziek
In het jaar van de muziek zette men niet uitsluitend componisten zoals J.S. Bach, G.F. Händel, D. Scarlatti, H. Schütz, A. Willaert en A. Berg in de bloempjes. Er was voldoende ruimte om ook een schilder als James Ensor (1860-1949) in de kijker te nemen; die werd immers 125 jaar geleden in Oostende geboren. Dat zelfs musici niet stilzwijgend aan hem voorbij gingen is echt geen toeval. James Ensor bezat niet alleen een open hart voor de muziek, hij waagde het bovendien een paar composities neer te pennen. Blijkbaar met succes, want o.m. zijn ballet La gamme d'amour kreeg enkele opmerkelijke uitvoeringen. Wat meer is, sommige van zijn schilderijen in spireerden menig Vlaams componist tot een opvallende partituur. Tijdens zijn Ensorcyclus verklankte het Kon. Filharmonisch Orkest van Vlaanderen drie van die weken op een voorbeeldige en verrassend virtuoze manier.
De kleurrijke orkestrale inhoud van de James-Ensor-Suite van Flor Alpaerts (1876-1954) met zijn wisselende impressionistische schildering en expressionistische tekening hoeft hier niet meer te worden gereveleerd. Minder bekend is de balletsuite Oostendse Maskers van Renier Van der Velden (o1910), zeker in de realisatie die Wilfried Westerlinck van die partituur maakte. Het werk werd oorspronkelijk in 1965 gecomponeerd, maar naar aanleiding van de vijfenzeventigste verjaardag van de componist tot een tweedelig symfonisch fresco herwerkt. Hoewel W. Westerlinck van zijn collegacomponist de grootste vrijheid kreeg, heeft hij toch getracht ‘het muzikaal idioom en gedachtengoed van het origineel te behouden’. Het resultaat is verrassend. Door die distillering en empathische transformatie komen de dramatische stuwing en het koloristisch contrast van het originele concept directer en scherper tot hun recht. De pregnante ritmiek, de aforistische uitdrukking en de wrange harmonie, die zo typerend zijn voor de taal van R. Van der Velden, zijn wonderwel geschikt om de al even scherp en grillig getekende wereld van james Ensor te evoceren.
De Ensorcyclus werd afgesloten met een gloednieuw werk van Luc Van Hove, speciaal voor deze gelegenheid gecomponeerd. Luc Van Hove werd te Wilrijk geboren op 3 februari 1957. Aan het Kon. Vlaams Muziekconservatorium te Antwerpen sleepte hij alle belangrijke eerste prijzen in de wacht. Momenteel is hij
Luc Van Hove (o1957).
leraar analyse en vormleer aan het voornoemde conservatorium en leraar compositie aan het Lemmensinstituut te Leuven. Verscheidene van zijn werken werden bekroond en in concert of via de radio uitgevoerd. Die bladzijden worden gekenmerkt door een soliede bouw, een wisselende en boeiende inhoud en een schrijfwijze die, zonder de traditionele verworvenheden te schuwen, wat conceptie en klankkwaliteit betreft eigentijdse én persoonlijke allures bezit.
Het opus 17, Carnaval op het strand, is een symfonisch gedicht. Het werd geïnspireerd door het gelijknamig schilderij van James Ensor. De twee inhoudelijke componenten van het doek, de zee en het carnaval, worden in de partituur dramatisch tegen elkaar uitgespeeld. Luc Van Hove gebruikt daarvoor een uitgebreid symfonisch apparaat.
Het werk zet in met ijle en zachte klanken van de strijkers, ‘doorprikt’ met kristallen glinsteringen van piano en xylofoon. Die inleiding suggereert de geheimzinnigheid van de zee en de kalme rust op het strand. Geleidelijk wordt die droomwereld verscheurd en duikt een eerste carnavalscène op. Het omvangrijke slagarsenaal komt in beweging en de blaasinstrumenten tekenen grillige figuren. In het middengedeelte worden de zee en het carnaval in een scherper contrast voorgesteld, terzelfder tijd in een dramatische superpositie geplaatst. Uit de kolkende zee schieten de carnavaleske fan