ties hebben uitgebracht, waaronder het Circustheater in Scheveningen en natuurlijk de Stads schouwburg in Amsterdam, op dit moment het belangrijkste theater van Nederland. Al wordt het komende afscheid niet definitief, de programmering concentreert zich het komende seizoen toch vooral op het nieuwe Muziektheater.
Theater Carré vormt een tussenstap in de overgang van de Stadsschouwburg naar het Muziektheater. Niet alleen ligt Carré op enkele honderden meters van het nieuwe Muziektheater. Het is tot nu toe ook het theater met de grootste bezoekerscapaciteit van Nederland. Het podium kan tot ver in de zaal worden uitgebouwd en ook de pistevloer (van dit vroegere circusgebouw) kan worden benut, wat een heel aparte kijkervaring geeft. Carré wordt dan een groot theater en ronde, met zicht van boven op de voorstelling, waardoor een grotere betrokkenheid ontstaat dan bij het frontale zicht.
De Operastichting heeft hiervan tot nu toe alleen geprofiteerd met enkele speciale voorstellingen, geproduceerd in het kader van het Holland Festival. De normale series zijn allemaal in de Stadsschouwburgen van Amsterdam en enkele grotere provinciesteden gegaan.
In de wetenschap dat het verhuizen van een oude produktie naar het nieuwe Muziektheater aanpassen betekent aan een veel groter podium, heeft de Operastichting de laatste seizoenen voornamelijk bestaand repertoire in reprise gebracht en nauwelijks nieuwe produkties op de planken gezet. Door het nu ‘uitverkopen" van oude produkties heeft men straks de handen vrij voor nieuw werk en worden dure ombouwkosten (voor het vergroten van de decors) uitgespaard. Voor het publiek blijven de verrassingen hierdoor wel bij voorbaat beperkt.
Omdat de Nederlandse Operastichting geen vast ensemble heeft, moet het per voorstelling de betrokken kunstenaars aantrekken.
‘Bacchanten’ door het Nationale Ballet (Foto Jorge Fatauros)
Behalve een soms te slordig heringestudeerd regieconcept hangt het dan vooral van de nieuw geëngageerde dirigent en zangers af hoe deze hernemingen uitvallen. Tot die reprises behoren dit jaar onder meer een mislukte
Cavalleria Rusticana, een middelmatige
Nozze di Figaro, maar ook een boeiende
Pique Dame en een zowel muzikaal als visueel aantrekkelijke
Arabella.
De Nederlandse sopraan Cristina Deutekom heeft een luid door fans bejubelde maar niettemin spanningsloze Turando t gecreeërd. Het door de Operastichting blokkeren van de aangekondigde nieuwe opera van Philip Glass en Robert Wilson is natuurlijk een teleurstelling; de vervanging door de elders al eerder opgevoerde Italiaanse sectie van hun CIVIL wars past in het reprise-beleid.
Dit laatste seizoen voor de opening van het Muziektheater wordt ook in Carré afgesloten. Wagners meest lyrische grote opera Die Meistersinger von Nürnberg staat hiervoor op het programma. Helemaal volgens de traditie is dit een voorstelling in het kader van het Holland Festival.
Het Nationale Ballet heeft heel consequent, juist door het vaker bespelen van Theater Carré toegewerkt naar het geven van voorstellingen in een groot theater. Een Hans van Manen Avond is daarbij in het verleden al even succesvol gebleken als een aangepaste versie van Rudi van Dantzigs choreografie Romeo & Julia, of een Stravinsky Programma