aan het woord, maar formuleert de schrijver de mogelijke gedachten van de acteur over datgene wat in een bepaalde periode zich heeft afgespeeld. Door deze drievoudige benadering is het natuurlijk onvermijdelijk dat er herhalingen optreden. Die herhalingen, onder weliswaar enigszins gewijzigd perspectief, leiden tot verdieping van inzicht maar ook wel tot een zekere langdradigheid, want hoezeer het perspectief ook anders is, het beschrijft eenzelfde gegeven en innerlijke tegenspraak of kritiek blijft achterwege, of het moet zijn dat de algemene bewondering die uit het boek spreekt in de monologen enigszins wordt gerelativeerd. Het boek is een gedegen studie met als samenvatting een uitvoerig chronologisch overzicht, een verantwoorde bibliografie en een register. Het telt 215 pagina's. Met Paul Steenbergen wordt een stuk theatergeschiedenis in Nederland geschetst met als kern het wel en wee van de Haagse Comedie.
Paul Steenbergen werd in 1907 geboren in Amsterdam. Van jongsafaan is hij bij het toneel betrokken met de kermistent van zijn vader en bij het Rooms-Katholiek Jeugdtoneel in Sittard waar het gezin zich enige tijd vestigt. Later gaat Paul zijn eigen weg als hij trouwt met de jonge actrice Nelly Gijswijt. Hij komt tenslotte terecht bij het Verenigd Rotterdams Hofstadtoneel. Later in zijn tweede huwelijk met Caro van Eyck sluiten zij zich beide aan bij het Residentietoneel. Na de oorlog groeit hieruit de Haagse Comedie en is er nauwe samenwerking met Cees Laseur. Na de scheiding van Caro van Eyck is er een derde huwelijk met Marie Louise Emilie Broda. In 1949 sterft zijn vrouw plotseling en even later trouwt hij voor de vierde maal nu met de actrice Myra Ward. Naast alle persoonlijke wederwaardigheden is inmiddels zijn toneelcarriere in stijgende lijn. Hij regisseert vele toneelstukken bij de Haagse Comedie en treedt veelvuldig op als acteur in stukken van o.a. Osborne, Anouilh en Arthur Miller. Hij ontvangt verschillende onderscheidingen en neemt ook de algemene leiding van de Haagse Comedie op zich. Ook zijn er diverse rollen voor film en televisie met als bekendste de rol van dokter Takma in de serie naar de roman van Louis Couperus: Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan.
In 1982 ter gelegenheid van zijn vijfenzeventigste verjaardag werd hij in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag gehuldigd en in dit boek wordt een scherp beeld gegeven van deze rasartist die het teksttoneel als creatief theaterman heeft gediend. Hij is met het applaus van het toneel verdwenen. Het lot van de acteur is vluchtig, zo luidt het commentaar in de laatste ‘Monoloog’: ‘...niemand weet beter dan jij dat de man die zij bewonderen er alleen maar is op het ogenblik dat hij toneel speelt, 's avonds onder de voorstelling als je op bent’. Paul Steenbergen is een deel van de Nederlandse theatergeschiedenis geworden en Pierre H. Dubois geeft in een veelzijdige belichting vol bewondering zijn kaleidoscopisch verslag.
Piet Simons
pierre h. dubois, Kaleidoscopie van een acteur. Profielen van Paul Steenbergen, Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage, 1985, 215 p.