Ons Erfdeel. Jaargang 29
(1986)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 253]
| |||||
Hoe kijken Vlamingen en Nederlanders naar Elkaars tv?
| |||||
Een regionale invalshoek‘Wat het kijkgedrag betreft wordt eveneens een onmiskenbare rol vastgesteld voor de landsgrens. In beide landstreken gaat de aandacht primair uit naar de eigen nationale TV-stations. In het Belgische grensgebied gaat de aandacht in tweede instantie uit naar de Nederlandse zenders, zoals dit trouwens voor geheel Vlaanderen het geval is. De mate waarin in het Belgische grensgebied naar Nederland 1 en 2 gekeken wordt is echter groter. Op de derde plaats komen de West-Duitse stations (mn. ARD en ZDF); maar ook hiervoor geldt dat de belangstelling in de Belgische grensstreek groter is dan landelijke gegevens aangeven. Andere stations (b.v. RTBF) spelen in het Belgische onderzoeksgebied een marginale rol. In het Nederlandse grensgebied gaat de aandacht na de eigen nationale zenders vooral uit naar de West-Duitse zenders en daarna pas naar de BRT. Dit is ook landelijk het geval, zij het dat de mate van belangstelling voor resp. West-Duitse en Belgische stations groter is dan landelijk. Het meest bekeken Belgische station BRT TVA wordt meer incidenteel dan regelmatig (dagelijks) bekeken.’ Deze tekst is terug te vinden in een gezamenlijk rapport van de BRT- en NOSStudiediensten: Media zonder grenzen.Ga naar eind(1) Het onderzoek werd uitgevoerd in 1982, in Belgisch- en Nederlands Limburg, namelijk in de plaatsen Maaseik, Dilsen, Uikhoven, Neerharen, Lanaken, Boorsem, Leut en Rekem (België) en Echt, Roosteren, Stevensweert, Ohé, Grevenbicht, Born, Obbicht, Berg, Urmond, Stein, Elsoo, Geulle, Bunde, Itteren, Borgharen en Maastricht (Nederland). In feite ging het dus om een onderzoek over het mediagebruik in een smalle grensstrook tussen Maastricht en Maaseik. Zowel de BRT als de NOS, wilden onderzoeken of er wel degelijk sprake kon zijn van wederzijds mediagebruik en vooral of men in dergelijke gebieden nog wel van een grens kan spreken. De resultaten van het onderzoek wezen uit, zoals het citaat aanduidt, dat de situatie in deze grensstreek identiek is met de situatie in het hele land, alleen wordt het over het muurtje meekijken intenser beoefend langs de Limburgse grens dan in de overige gebieden van Nederland en Vlaanderen. Voor grensbewoners speelt blijkbaar de mentale afstand die door het fysisch en geogra- | |||||
[pagina 254]
| |||||
fisch gegeven grens mede wordt bepaald, een veel kleinere rol dan elders in het land. Positief uitgedrukt zouden we kunnen zeggen dat, meer dan voor heel Vlaanderen en Nederland, de gezamenlijke voertaal, de gezamenlijke geschiedenis en het aan beide zijde van de grens kopen en uitgaan, bij deze mensen een integrerende rol speelt. Daarmee wordt geen poging ondernomen om de integrerende rol van de media en met name de integrerende rol van de televisie af te zwakken, wel integendeel: men probeert het kijkgedrag te belichten vanuit een visie op het menselijk gedrag in zijn totaliteit. Om onze gegevens tenvolle op waarde te schatten zouden wij natuurlijk ook inzicht moeten hebben in de mate waarin het culturele leven over en weer plaatsvindt. Het kijkgedrag zou, om het even met een technisch woord te zeggen gecorreleerd moeten kunnen worden met het bioscoopbezoek, het theaterbezoek, de muziekbeoefening, de actieve en passieve sportbeoefening en dergelijke. Omdat de nationale gegevens daarover niet beschikbaar zijn, heeft het ook geen zin de personen uit een steekproef naar deze activiteiten te vragen daar men het meer of minder aanwezig zijn bij de ene groep kijkers vergeleken bij de andere, niet tegenover de standaardgegevens over de hele bevolking kan plaatsen. In dit onderzoek hebben wij er ons mee bezig gehouden sommige van bovengenoemde activiteiten te onderzoeken, in zoverre ze zich aan de andere kant van de grens afspelen en wanneer het gaat om kennis van wat zich aan de andere kant van de grens afspeelt, over de mate waarin de mensen zijn ingelicht over het politieke en sociale leven. Ook uit deze gegevens blijkt dat de kennis van Vlamingen over Nederland groter is dan de kennis van Nederlanders over Vlamingen terwijl het grensverkeer groter is vanuit Nederland naar Vlaanderen, vooral als het over koopgedrag gaat. Overigens is het bovengenoemde onderzoek een goed voorbeeld van samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland en ook deze goede samenwerking heeft als resultaat dat de gegevens die in deze tekst verder nog voorkomen verzameld konden worden. Alvorens we aan een beschrijving van het kijkgedrag beginnen, eerst toch een aantal gegevens die dit kijkgedrag mogelijk maken, nl. de ontvangstmogelijkheden. | |||||
OntvangstmogelijkhedenDe evolutie van de ontvangstmogelijkheden in Vlaanderen en Nederland loopt parallel met de verspreiding van de kabel. In de onderstaande tabelletjes kunnen we de evolutie van deze mogelijkheden in Vlaanderen en Nederland goed volgen. Ga naar eind(2)Ga naar eind(3) Het is dus duidelijk dat de ontvangstmogelijkheden van de Nederlandse zenders in Vlaanderen altijd dubbel zo groot zijn | |||||
[pagina 255]
| |||||
geweest, als de ontvangstmogelijkheden van de Vlaamse zenders in Nederland. Bovendien hield de ontvangst van Nederland 2 altijd gelijke tred met die van Nederland 1 in Vlaanderen, terwijl het ook voor ons niet altijd duidelijk is wat de combinatie BRT 1/2 in de Nederlandse tabel betekent: het kan zijn dat BRT 1 en BRT 2 samen op de kabel zitten, maar het is ook mogelijk dat een bepaalde kabeldistributeur slechts één frequentie voor de BRT vrijhoudt en dan ook soms nog zelf beslist of hij BRT 1 of BRT 2 dan wel een combinatie van beide, naar zijn abonnees zal sturen. Alleen op deze manier kan uitgelegd worden waarom BRT-medewerkers klachten krijgen vanuit Nederland omdat ‘de BRT zich niet houdt aan de programmaschema's zoals die in de bladen worden afgedrukt, zodat men op de duur het onderscheid tussen BRT 1 en BRT 2 niet meer kan maken.’ Dit soort opmerkingen komt soms voor in brieven die de BRT uit Nederland ontvangt. Deze brieven zijn overigens waardevolle inlichtingsbronnen m.b.t. de ontvangst van de BRT-programma's in Nederland. | |||||
Brieven uit NederlandBovenstaande paragraaf moet ons niet doen denken dat de negatieve toon in de brieven uit Nederland dominerend is. Dat is beslist niet waar: de positieve toon en de waardering zijn veelvuldiger dan de negatieve opmerkingen, terwijl dat m.b.t. de brieven die de BRT uit Vlaanderen ontvangt, juist het tegenovergestelde is. Internationaal gezien is dat geen alleenstaand fenomeen: de eigen omroep wordt overal kritisch behandeld door kijkers en meer nog door journalisten, terwijl programma's van omliggende landen veel welwillender worden bejegend. Men vraagt veel inlichtingen op een duidelijk geïnteresseerde manier over programma's uiteraard van documentair-informatieve aard zoals Horizon (wetenschappen), Panorama (nieuwsmagazine), Allemaal Beestjes, Verover de Aarde (wetenschappen), Fundamenten (gesprekken met markante figuren), Tijdrover (de doe-het-zelfprogramma's vooral), Leven en laten leven (gevarieerd milieuprogramma met o.m. een quiz), Van Pool tot Evenaar (intellectueel quizprogramma over vreemde landen), Kwizien (kookrubriek), Boeketje Vlaanderen (toeristisch magazine), Kunstzaken. Ook voor sommige ontspanningsprogramma's klimmen Nederlanders in de pen om de BRT ermee geluk te wensen: De Collega's (eigen BRT-serie), rechtstreekse sportuitzendingen, Cinemanie (filmquiz), Namen Noemen, Gaston en Leo (eindejaarsshow), Made in Vlaanderen (serie van Vlaamse tv-films). Verder wordt nog positief gereageerd op Opera-uitzendingen, Kinder- en jeugdprogramma's, en last but not least de wijze waarop de BRT heeft meegewerkt om de Elfstedentocht in beeld te brengen. | |||||
Ook kijkers uit Nederland?Het spreekt vanzelf dat mensen die brieven schrijven over bepaalde programma's, ook als kijkers gedefinieerd kunnen worden. De vraag is echter: wanneer we te weten willen komen naar welke programma's vooral de aandacht van de Nederlandse kijkers gaat of de ingezonden brieven dan een bruikbare aanduiding zijn of niet? Omroepmensen weten sinds lang dat het aantal brieven gestuurd naar aanleiding van bepaalde programma's, niet het bewijs leveren dat vooral die programma's druk bekeken worden. Men zou eerder kunnen zeggen dat het aantal brieven (en hier hebben we het dan vooral over brieven waarin de kijkers de programma's evalueren en eventueel om meer informatie vragen) een aanduiding is van bijvoorbeeld de mate waarin de weetgierigheid van de kijker door die programma's wordt | |||||
[pagina 256]
| |||||
opgewekt. In andere gevallen heeft het aantal brieven te maken met het controversieel karakter van het programma en een nogal grote uitzondering vormen de brieven van kijkers die een bepaald programma zonder meer subliem vinden en de noodzaak voelen om dat ook nog mee te delen. Voor de brieven uit Nederland komt, als verklaring, er ook nog bij dat ze niet zelden handelen over programma's waarvoor op de Nederlandse buis geen tegenhanger te vinden is. Wanneer we dus de onderstaande lijst van hoogste kijkdichtheden bij de Nederlandse bevolking van BRT-programma's bekijken, dan valt ons op dat de programma's waarover de briefschrijvers het hebben, in deze lijst niet voorkomen. Ga naar eind(4) De bestudeerde periode is kort (11 t.e.m. 24 maart 1985): het Nederlandse systeem meet vooralsnog alleen de eigen zenders op een continubasis. Af en toe ontvangen de medewerkers aan het Nederlandse Kijk- en Luisteronderzoek ook een dagboek waarin naar het kijken van vreemde zenders wordt gevraagd. Naast de eigen BRT-produktie Sportweekend (twee maal uitgezonden in de bestudeerde periode met twee plaatsen in de tien hoogste kijkdichtheden) gaat het hier vooral om buitenlandse series en films. De goede reputatie die de aankooppolitiek van de BRT ook in eigen land heeft, wordt door de Noorderburen alle eer aangedaan. Het mag ons overigens niet verwonderen dat het hier ontspanningsprogramma's betreft en meestal van Angelsaksische oorsprong: daarmee sluit het kijkgedrag van de Nederlanders aan (en zoals we zien in het verder verloop van de uiteenzetting ook van de Vlamingen) bij het algemene Westeuropese patroon. | |||||
En de Vlaamse kijkers voor de Nederlandse programma's?Er wordt nogal luchthartig beweerd over de Vlaamse kijkers als groep dat ‘de meeste Vlamingen naar Nederland’ kijken. Het gebeurt ook dat één of andere Vlaming in een mistroostige bui beweert ‘dat hij nooit (meer) naar de BRT kijkt en zijn heil dan maar zoekt in Nederland.’ Ook in Vlaanderen is het gras van de buurman altijd groener en zoals voor alle kijkers geldt ook voor de Vlaamse kijkers en de pers, dat de eigen omroep kritisch en genadeloos onder de loupe wordt genomen, terwijl de programma's van andere omroepen op mildheid kunnen rekenen. De cijfers spreken een andere en meer genuanceerde taal dan uitspraken zoals hierboven, die meestal vanuit een ontevredenheid van het moment zelf voortspruiten. Het globale kijkgedrag van de Vlamingen kent sinds de BRT het kijkonderzoek in 1969 begonnen is, een paar zeer opvallende constanten:
| |||||
[pagina 257]
| |||||
De Nederlandse programma's waarnaar door de Vlamingen in 1984 vooral gekeken werd zijn ontspanningsprogramma's met een seriekarakter: De 1-2-3 Show, Derrick, Dynasty, The A-Team, ‘V’, Van de koelen meren des doods, Alcatraz. Films, zelfs als Boezemvriend, Orca the killer whale en La grande Vadrouille die overal veel kijkers zullen trekken, blijven in dit seriegeweld nog achter.Ga naar eind(6) In het licht van de bovenstaande gegevens over het kijkgedrag van Nederlanders en Vlamingen, dringen zich een aantal algemene beschouwingen bij wijze van besluit, op. Onmiskenbaar is bij de beide bevolkingsgroepen de grote belangstelling voor vooral Amerikaanse TV-series en dan mag de belangstelling aan beide zijden van de grens voor de co-produktie Willem van Oranje groot worden genoemd. De problemen en vragen die een dergelijke situatie oproepen, moeten wellicht uitvoeriger behandeld worden en evenals de studie van het kijkgedrag, op wetenschappelijke manier begeleid worden. Als voorlopig besluit proberen wij een antwoord te vinden op een vraag die door de vorige paragrafen wordt gesuggereerd: moeten wij niet iets gaan ondernemen? | |||||
Moet de Nederlandstalige cultuur beschermd worden?Wanneer we het uitgebreide aanbod van tv-programma's via de kabel en dan vooral van programma's zoals hierboven beschreven, kritisch bekijken, samen met het toenemend gebruik van het tv-scherm (video, cassettes, spelletjes, telematica, satelliettelevisie), moeten wij ons natuurlijk de vraag stellen of het niet hoog tijd wordt dat we aan bescherming ‘van onze eigen cultuur’ gaan denken. Het antwoord zou ‘ja’ zijn indien deze vraag, gesteld vanuit de paniekreactie van sommigen, niet al te vaag en te algemeen geformuleerd zou zijn. De televisie heeft niet als opdracht de cultuur te redden of zelfs maar met het hoofd boven water te houden, maar zoals al gezegd, maakt de televisie deel uit van de bestaande cultuur en in de mate waarin televisie een taalgebonden communicatie is, maken de tvprodukties deel uit van de cultuur van één bepaald taalgebied. Het komt er dus vooral op aan de mogelijkheden tot authentieke tv-produktie van dat bèpaalde taalgebied en van die bepaalde taalgemeenschap te waarborgen. Hoe kleiner het taalgebied hoe groter de zorg moet zijn om de mogelijkheden tot eigen, authentieke produktie te bewaren. Ook in welvarende en grote taalgebieden horen wij de roep naar authenticiteit, vooral in Canada: ‘Dans la politique qui vient d'être définie, la SRC a un rôle décisif à jouer, devant aider à obtenir un renversement de la tendence actuelle favorisant les Etats-Unis, cela au moyen d'émissions de qualité qui soient autentiquement canadiennes’. Ook de Canadese omroep SRC mikt dus doelbewust op authenticiteit.Ga naar eind(7) Deze roep klinkt luider naarmate het taalgebied kleiner en beperkter is en niet omgekeerd.
| |||||
[pagina 258]
| |||||
Zoals elke cultuur moet de Nederlandstalige cultuur middelen tot ontplooiing krijgen. Wat betreft het onderdeel ‘televisie’ van onze cultuur, wordt vooral de roep naar authenticiteit gehoord. Die roep klinkt des te dringender naarmate in een klein land de internationalisering van het tv-aanbod voortschrijdt en de economische crisis de middelen beperkt. |
|