Publikaties
Ernest Zahn: das unbekannte Holland
Wij zijn allen nieuwsgierig hoe wij er in de ogen van anderen uitzien, en dat geldt voor individuen net zo goed als voor naties. Natuurlijk varieert het beeld dat wij als landgenoten van de eigen natie hebben: waar sommigen bij voorbeeld met behagen wijzen op Nederlands voortrekkersrol in internationale vrede en veiligheid wijzen anderen eerder op de vermoeiende neiging van de Nederlander zich als schoolmeester met opgeheven vingertje overal mee te bemoeien. Maar het blijft interessant hoe een buitenlander tegen ons land aankijkt, zeker als dat iemand is als Ernest Zahn. Hij heeft niet alleen vele jaren in Nederland gewoond, hij is daarbij hoogleraar geweest in Amsterdam in de economische sociologie, en hij kent het bedrijfsleven van binnenuit. Zijn boek is ontstaan ‘als eine Art Liebhaberei’ naast zijn andere werkzaamheden, maar de auteur heeft zich heel behoorlijk ingewerkt in de bestaande literatuur, zodat hij alleszins tot oordelen bevoegd is. Het boek is een helder betoog, waarin zo nu en dan een gelukkige frase treft, bijvoorbeeld waar sprake is van de ethisch-religieuze achtergronden van de maatschappijhervorming: dat woord ‘klingt in manchen Ohren ernst und feierlich wie Kirchenglocken oder ein Orgelton’. (p. 38)
Overigens is Zahn een milde beoordelaar, die steeds met wellevendheid en begrip over de soms zo onbegrijpelijke Nederlandse toestanden schrijft. Het boek begint met een overzicht van de verwarrende hoeveelheid veranderingen van de samenleving in de jaren zestig en zeventig, waarbij de schrijver telkens laat zien de continuïteit onder of achter die veranderingen. Zo hoe de invloed van de preektoon nog altijd de protestacties van nu doortrekt: waren het niet van oudsher de predikanten en de kerk die de staat vermaanden? Tolerantie was en is geen principiële zaak: zij is als het ware in de maatschappij ingebakken. De waterstaat leidde al vroeg tot tamelijk democratische vormen van samenwerking, en ook in later tijd was er een naast elkaar bestaan van andersdenkenden die verdraagzaamheid een noodzaak maakte. Zo werden de katholieken getolereerd niet uit principiële verdraagzaamheid van de orthodoxe protestanten, maar omdat de regenten deze in de praktijk afdwongen. Ook tegenwoordig leeft in de politiek in een meerpartijenstelsel de noodzaak tot samenwerking; hoe felle botsingen er ook waren en zijn, de politieke confrontaties zijn in dit land toch nog altijd minder hard dan in de meeste omringende landen. Traditioneel is ook dat hervormingsbewegingen hier gewoonlijk geen vage revolutieplannen koesteren, maar vragen om actie op concrete punten.
In het algemeen treft trouwens toch de geringe ideologische achtergrond van de Nederlanders, wat tot uiting komt in het geringe aantal grote denkers dat ons land heeft gekend. Dit kerkelijkste allerlanden heeft bijvoorbeeld nauwelijks grote internationale theologen voortgebracht, en ook tijdens de Grote Verandering van de jaren zestig en zeventig was er een opmerkelijk contract tussen Nederland en Duitsland. Terwijl in het laatste land de ideologie hoogtij vierde en lieden van het slag van Rudi Dutchke vooral bemoeid waren om de filosofische fundering van de revolutie, richtten de Nederlandse activis-