De Franse Nederlanden
De Franse Nederlanden: actualiteiten
Cultureel
Op 3 en 4 oktober 1985 organiseerde de Stichting Jan Cobbaut in Sint-Kruis-Brugge een colloquium met als thema De taalgrens tussen stabiliteit en beweging. De nieuwe Stichting stelt zich tot doel om emotioneel geladen of ideologisch gekleurde Vlaamse kwesties wetenschappelijk te toetsen. In verband met Frans-Vlaanderen hield prof. A. Vanneste een lezing over de taalsituatie aldaar vanuit een taalsociologisch standpunt. Duidelijk blijkt sprake te zijn van een niet te stuiten regressie van het Vlaams onder de culturele druk van de Franse taal en leefsfeer. Maar ook het onderwijs van het Nederlands wordt in zijn ontwikkeling gehinderd door die taalsociologische druk. Het tegenwicht moet komen van een realistische en efficiënte taal- en cultuurpolitiek vanuit Vlaanderen en Nederland. Volgens A. Vanneste moet de Vlaamse volkscultuur daarbij als voedingsbodem gebruikt worden. Hij wees er verder op dat er nog heel wat mogelijkheden zijn voor gedetailleerd sociolinguïstisch onderzoek in Frans-Vlaanderen. Studenten Germaanse en Romaanse filologie treffen hier een nog weinig ontgonnen terrein.
Op 6 november 1985 waren een 40-tal leraren Nederlands, burgemeesters en schepenen uit Frans-Vlaanderen te gast bij het Antwerpse stadsbestuur. Burgemeester Bob Cools beklemtoonde in zijn toespraak dat niet het dialect, maar enkel de Nederlandse cultuurtaal de Frans-Vlamingen uit hun isolement kan halen. Die mening had hij ook schriftelijk kenbaar gemaakt aan de Franse cultuurminister Lang n.a.v. de oprichting van ‘Le Conseil National des Langues et Cultures de France’. Hoewel Cools beseft dat deze nieuwe Raad een eerste stap is tot erkenning van de regionale culturen, liet hij niet na het antwoord van jack Lang te citeren. Over de Raad schrijft Lang: ‘Il n'entre pas dans ses attributions d'examiner la situation des langues étrangères, telles le néerlandais. Bien entendu un expert de la langue flamande siégera à ce Conseil’. Wie voor het Nederlands ijvert in Frans-Vlaanderen, moet dus gesteund worden, aldus burgemeester Cools.
De Frans-Vlaamse gasten brachten die dag een bezoek aan het Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven onder leiding van conservator Ludo Simons. Na een havenrondvaart en een bezoek aan het Rubenshuis werd een receptie aangeboden in het Franse consulaat.
De Vereniging Zannekin hield op 9 november 1985 een Frans-Vlaamse ontmoetingsdag in Belle. Eerste schepen Camille Taccoen schetste de vooruitgang van het Nederlands onderwijs in Frans-Vlaanderen. Frank Allacker, voorzitter van ‘Menschen lyk Wyder’ sprak zijn desillusie uit over de onlangs opgerichte ‘Conseil National des Langues et Cultures de France’, die enkel het dialect erkent. Volgens Allacker wil de Franse regering het Vlaams folkloriseren, terwijl het Nederlands geweerd wordt. Burgemeester Delobel wees op het sociaal-economische belang van het Nederlands voor de Frans-Vlaamse jongeren, vooral omdat het de taal is van 20 miljoen buren. Hij stelde voor het volgende schooljaar de oprichting in het vooruitzicht van tweetalige internationale klassen in Belle. De voorzitter van ‘Le Conseil régional du Nord/Pas-de-Calais’, Noël Joseph, deelt de visie van burgemeester Delobel van Belle. Een interview van Monique Schrans in Pourquoi Pas? van 6 november 1985 maakt dat duidelijk.
Op initiatief van het Franse Ministerie van Cultuur werd de novembermaand tot museummaand uitgeroepen. Onder de noemer Trésors des musées du Nord/Pas-de-Calais voerde de Vereniging van Conservators van