De Taalunie en de docentschappen Nederlands extra muros
Sinds 1 januari 1985 werden vanuit de verschillende nationale departementen de docentschappen Nederlands in de landen van de Europese Gemeenschap naar de Taalunie overgeheveld. Waarschijnlijk zullen in de komende jaren ook de docentschappen in de rest van de wereld naar de Taalunie overgaan. Het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie heeft bij deze eerste overdracht opdracht gegeven een inventarisatie te maken van de behoeften van deze Europese docentschappen. Op het negende Colloquium Neerlandicum te Nijmegen werd het voorlopig eindrapport voorgesteld.
Uit dat rapport blijkt dat de twee voornaamste knelpunten zijn: de rechtspositie van de docenten en het gebrek aan aangepast leermateriaal.
Door een samenloop van omstandigheden heeft de Taalunie een aantal projecten bijeen kunnen brengen die op deze behoefteninventarisatie betrekking hebben. Een van deze projecten ontwierp drie geluidscassettes waarop spreekvaardigheids- en uitspraakoefeningen werden samengebracht. Deze cassettes werden kosteloos onder de docenten in het buitenland verspreid. Een tweede project zoekt video- en filmmateriaal bijeen en tenslotte is er het project ‘Bibliografische service aan lectoraten’ dat uitgaat van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Dit laatste project resulteerde in de toezending van bibliografische attenderingslijsten naar de docenten. Op het Colloquium Neerlandicum bleek dat de meeste docenten deze lijsten zeer nuttig vonden.
Deze projecten worden gecoördineerd en beoordeeld door een begeleidingscommissie die al een hele reeks aanbevelingen deed.
Dirk van Assche
De Nederlandse Taalunie, R.J. Schimmel-pennincklaan 12, NL-2517 NJ 's-Gravenhage. Tel. 070-469548.