gooien zodat die weer terug in zijn handen kaatst. De moeder van het jongetje wil zich in de groep ook steeds laten gelden; ze maakt duidelijk dat ze tot een geslacht behoort uit de commedia dell'arte.
Tijdens het jaar tussen de twee vakanties laat de ik-persoon (het jongetje) zijn verbeelding de vrije loop. Hij maakt zijn huiswerk keurig op tijd om geen argwaan te wekken. Binnen het decor van zijn eigen omgeving, met de merkwaardige gesprekken van zijn ouders, lukt het hem zich zo terug te trekken dat hij zich een eigen wereld kan fantaseren. Vanuit deze narcistische achtergrond vertrouwt hij de oudste dochter in de daaropvolgende vakantie enkele bijna natuurwetenschappelijke observaties toe. Op een avond lukt het hem om alleen met haar in een bioscoop te zitten. Een vrouw op het doek zingt:
The night was like a lovely tune
How high and oh so close the moon
There's a line between love and fascination
On an evening such as this
De lange flashback eindigt met een constatering die alleen jaren later gedaan kon worden: ‘Het jaar daarop vertrok ze voorgoed naar Amerika’.
In al die tussenliggende jaren is de vraag wat voor indruk hij op haar maakte, een obsessie voor hem geworden. Hij besluit haar in 1983 uiteindelijk op te zoeken als ze voor een paar weken bij haar moeder op bezoek is. Tijdens hun ontmoeting spreken ze Engels omdat haar Amerikaanse echtgenoot er bij zit. Als die de koffers naar de auto brengt, zegt zij: ‘Weet je dat we vroeger van die diepgaande gesprekken hadden?’. Het boek eindigt met de zin: ‘Misschien had ze er toch iets van gemerkt.’
Eveneens in 1983 bezocht de ik-persoon met zijn moeder in Italië een huis waar vroeger een clown had gewoond. In de tuin zagen ze: ‘Een man van ongeveer drie meter duwde uit alle macht tegen een enorme piano. Hij was gekleed in een te grote jas en droeg een kalotje waardoor hij kaal leek. Zijn lippen waren rood, zijn ogen gesloten. Hij had zijn mondhoeken zo hoog opgetrokken dat vooral zijn witte kin en zijn hele gezicht een uitdrukking van droefenis en verlangen gaf. Een meter of zeven van de piano stond een kruk ter grootte van een eetkamertafel, ook in brons’. En even verderop: ‘Mijn moeder keek ernstig naar de bronzen clown, maar ze zei niets. Had ze met haar grondige kennis van de commedia dell'arte al die jaren geweten dat mijn vader zijn mooiste nummer niet zelf had bedacht?’
Het is een verhaal waarbij je je afvraagt of dat nu wel of geen happy end is. De hoofdpersoon is uit z'n zelf gefantaseerde wereld getreden door haar op te zoeken. Een wereld die gecreëerd was als verdediging tegen de invloed van de familieleden.
Bij het fantaseren over en het observeren van de oudste dochter was ie altijd (hoopte hij) omzichtig te werk gegaan. ‘Wat ik deed druiste tegen elk gebod in maar zolang niemand het merkte ging ik vrijuit’.
Reportage, research, vaudeville
‘Ik moest wel snel aarzelen’ of ‘Per taxi waren we naar het eiland gegaan om gezamelijk aan elkaar te ontkomen.’ Dit soort zinnen staan er nogal wat in. Het is moeilijk uit te maken of ze het boek diepzinnig dan wel luchtig maken. Wat bijvoorbeeld te denken van de vraag of voetstappen op het strand hoorbaar zijn.
Behalve de namen van muzikanten, regisseurs en films zijn eigennamen zoveel mogelijk vermeden. Doordat er even gesproken wordt over de gevechten tussen Duitsers en Georgiërs weten we dat het eiland waar de vakanties doorgebracht worden, Texel is. De stad waar de familie elkaar jaarlijks ontmoet wordt door de oudere broer ‘Absurdum’ genoemd. Als de ik-persoon later de oudste dochter gaat opzoeken