Culturele kroniek
Literatuur
De onmacht van een vadermaatschappij
Zij noemt het zelf een meesterwerk. De omvang is zo ouderwets groot, dat mijn exemplaar helemaal uit elkaar ligt, iets wat ik jammer vind omdat meesterwerken voor mij geassociëerd zijn aan iets eeuwigs in mijn boekenkast. De uitgever heeft hier kennelijk niet op gerekend!
Aan het eind van deze vijfdelige roman staat als terloops een verhaal ingeschoven. Het vertelt over een vrouw, Camilla, met een vader die niet van haar af kan blijven. Natuurlijk verzet Camilla zich, maar haar vader dwingt haar met grof geweld. Ze raakt zwanger. Niemand mag er iets van weten, haar vader wil er niets van weten. Ten einde raad wurgt ze de baby en begraaft ze het lijkje. Helaas komt dat uit. Camilla verdwijnt voor jaren in een opvoedingsgesticht. Natuurlijk vermoedt men wel iets over de duistere rol van de vader, maar niemand zegt iets, niemand steekt een vinger naar haar uit. Deze maatschappij beschermt de vaders. Als Camilla oud is en haar vader héél oud, neemt ze hem in barmhartigheid op in haar huis, en verzorgt ze hem totterdood. Maar godbetert, áls hij dan dood is, staat de politie op de stoep: ‘heeft ze hem niet vermoord? vanwege toen?’
In haar vroegere boeken raakte Monika van Paemel dit thema al eerder aan: die dubbele houding van een vrouw tegenover een. man. Hij onderdrukt haar, schoffeert haar, zij haat hem, en terecht, - maar dwars daardoorheen loopt haar niet aflatende vertedering, een soort erbarmen dat nog doorweven is met lust ook, waar ze zelf niet tegen opgewassen is. Deze lijn werkt zij in deze roman (een meesterwerk, inderdaad, een zeldzaam meesterwerk zelfs!) voluit uit. Mannen, dat betekent voor een vrouw binnen deze lijn: haat en liefde, oorlog en vertedering, - deze onmogelijke liefde plaatst Monika van Paemel binnen historische contexten als die van de Tweede Wereldoorlog.
De hoofdpersoon heet Pamela, afgekort Pam, - zij werd geboren in 1945, zij stierf na het jaar tweeduizend. Rond Pam heen ontvouwt zich een wereldgebeuren, op Vlaamse schaal, zoals bij Hugo Claus in Het verdriet van België, maar dan nog dieper analyserend. Dieper analyserend, omdat Claus een maatschappij tekent waarin de jongetjes niet van hun moeder los kunnen komen, en dus stupide dingen blijven uithalen als ze volwassen zijn en zich de heersers van de wereld wanen, terwijl Van Paemel verder gaat en de slachtoffers van deze eeuwige jongens tekent die hun haat, hun eigen getrapt zijn afreageren op weerlozen: ondergeschikten, vrouwen, kinderen.
Monika van Paemel (o1945).
Had ik voor Claus zijn boek een grenzeloze bewondering, bij Van Paemel ben ik ook als mens tot in de ziel getroffen, omdat ik voel dat zij het verzwegene, het vanzelfsprekende in onze maatschappij naar het bewuste heeft getrokken, iets dat altijd schrijnt en verschrikkelijke pijn doet. Niet degenen die ons onverschillig zijn, kunnen ons wonden, maar degenen waar wij zoveel van houden.
Het hoofpersonage Pamela zet de lijn van de vrouwen in de eerdere romans voort: die van Marguerite, De confrontatie en Amazone met het blauwe voorhoofd. Die lijn is er een van vrouwen die te scherpzinnig zijn dan dat ze zich bij alles zouden neerleggen, en tegelijk hunkeren naar wat aanpassing toch, omdat dit hen verzekert van achting, liefde en geborgenheid, - typisch eindtwintigste-eeuws dilemma voor vrouwen.