Culturele kroniek
Literatuur
40 jaar Uitgeverij G.A. van Oorschot.
Een leven vol eigenwijze eerbied voor literatuur
Dit jaar viert Van Oorschot het veertigjarig bestaan van zijn uitgeverij. In de speciaal daarvoor gemaakte aanbiedingsfolder schrijft Van Oorschot: ‘Mijn uitgeverij bestaat in het komende najaar veertig jaar. En mijn jonge vennoten vinden dat dit feit gevierd moet worden. (...) Ze hadden beter met de feestelijkheden kunnen wachten tot het vijftigjarig bestaan. Want vijftig is een rond getal.’
Geert van Oorschot werd op 15 augustus 1909 te Vlissingen geboren. Hij zat een jaar in de gevangenis als dienstweigeraar en was actief binnen de SDAP en de Onafhankelijke Socialistische Partij. Na de oorlog behoorde hij tot de in communistische kringen zo genoemde ‘renegaten’. Hij zou later het dichtst bij de opvattingen van DS'70 staan. Hij werkte voor de beroemde uitgever Stols en voor Querido. Ook heeft hij een tijdje met een bakfiets boeken rondgezeuld. In ieder geval vestigde hij zich vlak na de oorlog als uitgever. Van Oorschot moet zich toen als doel hebben gesteld de geest van Forum te doen voortleven; de ‘vent’ boven de ‘vorm’ stellen. Daar hoorde natuurlijk ook een tijdschrift bij. Dat begon met De Baanbreker waarin vooral de politieke stukken van Josine Meyer en J. de Kadt opvielen. In januari 1948 verscheen het eerste nummer van Libertinage. Het was meer literair van aard. In de inleiding schreef de redactie: ‘Wij hebben niet de pretentie de zieke letteren te saneren. Wij willen alleen voor onszelf, en onze eigen klandizie, de maatstaven aanleggen die wij voor de juiste houden.’ Al in dit eerste nummer stond nagelaten werk van Ter Braak afgedrukt en al gauw nam Van Oorschot het initiatief tot het uitgeven van diens Verzameld Werk.
Vanaf 1950 had Van Oorschot er een blad bij, Het Pamflet. Weekblad tegen het publiek onder redactie van Jacques Gans. Om een indruk te geven van het strijdbare van de tijdschriften die in het uitgeversfonds werden opgenomen, ook hier een zin uit de inleiding: ‘Zelfs de voormalige verzetspers hier te lande stelt alles in het werk, zoo tarn, zoo mak en zoo braaf te schrijven, alsof Nederland één uitgestrekt tehuis voor ouden van dagen geworden is.’
Maar wie de geest van
Forum wil doen voortleven moet rekening houden met Multatuli. Du Perron en Ter Braak vonden in Multatuli een voorbeeld van een schrijver met persoonlijkheid. Van Oorschot wilde dus in alle geval ook het
Verzameld Werk van Multatuli uitgeven. Hij vertelt
Geert van Oorschot (o1909).
zelf regelmatig het verhaal dat hij om aan het benodigde geld te komen eerst bij prins Bernhard heeft aangeklopt en na enige moeite zelfs bij de koningin genood werd.
Het tijdschrift waar Van Oorschot van droomde was er nog altijd niet. Na de opheffing van Libertinage zat hij enkele jaren zonder een blad ‘waarin hij zo nu en dan eens iets kon zeggen.’ Op 15 januari 1957 liet hij onder redactie van Rob Nieuwenhuys ‘in nauwe samenwerking met anderen’ het eerste nummer van Tirade verschijnen. Niet alleen literaire opvattingen waren belangrijk maar ook politieke. Net na de Hongarije-kwestie was het mogelijk zich in sterk anticommunistische zin te profileren. Na een jaar trad de uitgever zelf tot de redactie toe. Van 1968 tot 1977 was hij zelfs de enige redacteur. Nu zijn er 300 nummers verschenen. Ook als jubileumuit-