De Franse Nederlanden
De Franse Nederlanden: actualiteiten
Cultureel:
Als reactie op het Franse wetsvoorstel Jospin-Destrade dat handelt over de bevordering van de talen en culturen van Frankrijk (cfr. Ons Erfdeel, jg. 28, 1985, nr. 1, p. 137) hebben Willy Kuypers en Jaak Vandemeulebroucke bij het Europees Parlement een ontwerpresolutie ingediend. Omdat in het Franse wetsvoorstel het in Frans-Vlaanderen gesproken ‘Vlaams’ alleen als een dialect en niet als een integrerend deel van de Nederlandse standaardtaal beschouwd wordt, vragen de Europarlementsleden om de verbondenheid van deze regionale taal in Frankrijk met het Nederlands te erkennen. Verder wordt erop aangedrongen om te voorzien in grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden voor taal- en cultuurbeleid.
Ook in Le Monde (d.d. 12 juni 1985) kwam het bovenvermelde wetsvoorstel nr. 2157 van 17 mei 1984 weer ter sprake, namelijk in een vrije tribune van Jean-Pierre Destrade, nationaal secretaris van de Socialistische Partij en medeondertekenaar. De aanleiding voor zijn schrijven is de komende discussie in de ministerraad over de regionale identiteit en de taalpolitiek. Destrade pleit voor de oprichting van een ‘Conseil national des langues de France’, die de regionale culturele diversiteit moet verdedigen, de behoeften van elke cultuurge-meenschap moet vaststellen en in dialoog met de bestaande instellingen heel concrete taalpolitieke maatregelen moet treffen om de regionale talen te erkennen, te beschermen en in hun ontwikkeling te stimuleren. Daarbij aansluitend pleit Pierre Maillard, voorzitter van de ‘Association pour la défense du français et du patrimoine linguistique européen’, voor meertaligheid als verweermiddel tegen de anglo-amerikaanse overheersing. Hij komt op voor het verplicht stellen van een tweede taal in het onderwijs, die bij voorkeur die is van een buurland. Jammer genoeg verged hij in zijn opsomming het Nederlands.
Al deze voorstellen en pleidooien zouden voor Frans-Vlaanderen moeten resulteren in een duidelijke erkenning en stimulans van het Nederlands in het officieel onderwijs. Voorlopig wordt alleen in acht middelbare scholen Nederlands onderwezen; 252 leerlingen waren ingeschreven in het schooljaar 1984-'85. Daarbuiten is men vrijwel uitsluitend aangewezen op de vrije kursussen Nederlands, georganiseerd door het ‘Komitee voor Frans-Vlaanderen’. In 1984-'85 werd door 18 leraren in 19 gemeenten aan 335 leerlingen Nederlands onderwezen.
De 28e Frans-Vlaamse culturele dag in Nederland had plaats in Sluis op 18 mei 1985. De Stichting Zeeland-Frans-Vlaanderen was verantwoordelijk voor de organisatie. Europees parlementslid Raf Chanterie hield er een pleidooi voor de oprichting een pleidooi voor de oprichting van een Euregio van Midden- en Zuid-West-Vlaanderen en van Noord-Frankrijk. Via een grensoverschrijdende instelling op regionaal niveau kunnen dan socio-economische coördinatie-problemen opgelost worden en kan worden gewerkt aan de gezamenlijke uitbouw van een culturele infrastructuur. De bijeenkomst was verder gewijd aan de historiek en de betekenis van halletorens en belforten, met uiteenzettingen van Luc Danhieuz, rijksarchivaris in Brugge, en van de Frans-Vlaming Patrick de Verrewaere.
De negende zwijgende voettocht door het slagveld van de Peene had plaats op 27 april 1985. Deze voettocht wordt georganiseerd door Raf Seys en het ‘Comité van de Peene’, dat uitsluitend uit jonge Frans-Vlamingen bestaat. Het initiatief is bedoeld als stille bezinning op de veldslag van 11 april 1677, die resulteerde in de annexatie door Frankrijk van wat nu Frans-Vlaanderen wordt genoemd.