Ons Erfdeel. Jaargang 28
(1985)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 611]
| |
Vlaamse bewegingVereniging voor Algemeen Nederlands.
| |
[pagina 612]
| |
Met deze actie werden zeventig gemeenten bereikt (terwijl er ook belangstelling was uit de omliggende plaatsen). In dezelfde periode werden ter bevordering van de A.B.N.-idee spreekbeurten, lessen en/of taalcursussen georganiseerd voor het personeel van verschillende steden, van warenhuizen, van de Regie van het Maritiem Transport, van de posterijen (vijfmaal op de jaarlijkse Conferenties van de postontvangers), voor politiekorpsen, voor de medewerksters van het N.W.K.W., voor scholen, jeugdgroepen, voor het nationaal congres van het C.O.V., voor een werkgroep L.O., een N.C.M.V.-aktie. Kleinkunstavonden, quizavonden en dienstbetoon wisselden af met de opgesomde prestaties. De begeleiding, de pogingen om te overtuigen deden een beroep op argumenten van zeer uiteenlopende aard. a) A.B.N, is geen Hollands. Hollands is ook een dialectische vorm van het Nederlands. We hebben in dit verband ons wel eens gewaagd aan een misschien te enge definitie van het A.B.N.: ‘de taal die in Noord en Zuid wordt gesproken door de voorname persoonlijkheid, die zijn persoonlijke voornaamheid ook in zijn taal tot uiting laat komen’. - Nut en voordeel van goed taalgebruik werden beklemtoond: beheersing van de algemene taal is nuttig bij de studie, bij examens, vermeerdert de kansen tot opname en bevordering in grote bedrijven (hier werd verwezen naar voorbeelden, naar gevallen). - De algemene taal is een noodzaak nu onze mensen zeer mobiel zijn geworden - We kunnen in algemeen Nederlands hartelijk, gemoedelijk, humoristisch, sociaal zijn, op voorwaarde dat we de taal beheersen en in heel onze levenshouding sociaal zijn. - Met bewijskrachtige voorbeelden werden de rijkdom en de helderheid van het Nederlands aangetoond. b) Anderstalige landgenoten (Walen, Franstalige Brusselaars) hebben geen boodschap aan onze gewesttaaltjes: A.B.N. kan dus ook een Belgisch belang zijn. c) We maakten met overtuiging gebruik van een specifiek Vlaamse beweegreden: het A.B.N. is een uitstekend wapen in de beweging voor de bewustmaking van ons volk, die de gevolgen van twee à drie eeuwen veronachtzaming wil wegwerken. d) Een enkele keer gingen we de humoristische toer op. - We konden een beroep doen op de steun, soms op het voorbeeld van vooraanstaande overheidspersonen, o.m. ook van de onderwijsinspectie. Steeds mochten we ons verheugen in de medewerking van taalkunstenaars. Na 1964 werden andere werkwijzen aangewend. De mogelijkheid van A.B.N.-volksavonden bleef behouden. Maar de inspanningen werden nu meer gericht op de culturele en sociaal-culturele kringen, o.m. de amateurtoneelgroepen. De andere provinciale afdelingen hebben op hun manier inspanningen geleverd met hetzelfde doel voor ogen. Alle hebben ze declamatiemiddagen, poezie- en/of vertelavonden op hun programma. Ze hebben allemaal meegewerkt aan de voorbereiding van de ‘week of veertiendaagse van het goede Nederlands’, georganiseerd door de V.B.O. Ze hebben om de beurt die jaarlijkse activiteit gastvrijheid verleend. Ze doen het nog, nu de vereniging sinds 1979 V.A.N. heet en haar tweemaandelijks orgaan Nederlands van nu. Waarom deze naamsveranderingen? De verwarring die mogelijk ontstond tussen de ‘Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal’ (V.B.O.) en het ‘Verbond van Belgische Ondernemingen’ (V.B.O.) was niet eens een aanleiding. Het Hoofdbestuur en vele medewerk(st)ers werden geleidelijk gevoelig voor een toen meer gehoorde opwerping: ‘Jullie kunnen niet volhouden dat het | |
[pagina 613]
| |
gebruik van de gewesttaal een teken zou zijn van een tekort aan beschaving.’ Natuurlijk kan een dialectspreker als mens beschaafd zijn. Honderd jaar geleden was het zo dat in het veronachtzaamde Zuid-Nederland alleen ‘Vlaams’ of (wat voor een!) Frans (door de asociale bovenlaag en haar akolieten) werd gesproken. De bewustwording had behoefte aan Vlaams-bewuste personen die het verworven bewustzijn zouden bevestigen in een ‘beschaafde’ omgangstaal. Vandaar dat de eerste vereniging die zich daarvoor zou inspannen zich de ‘Vereniging voor Beschaafde uitspraak’ noemde De tijd is, goddank, voorbij. Vanuit deze vaststelling, vanuit dit geloof werd de V.B.O. omgedoopt tot V.A.N. en Nu nog tot Nederlands van nu. Nu komt er vanzelfsprekend een vraag op: ‘Is dan de beweging voor algemeen Nederlands niet overbodig geworden?’ Helaas niet! Nu nog wordt het Nederlands in Vlaanderen bedreigd door het indringen van allerlei vreemde vormen die niet in overeenstemming zijn met het taaleigen: gallicismen, belgicismen en ook, zoals trouwens in Noord-Nederland, anglicismen. Nu nog ondergaat het Nederlands in België vervreemdende invloeden van de zeer nabije ‘tweede taal’, zoals het hier heet. Nu nog wordt in Brussel veel vertaalwerk uit het Frans als ‘Nederlands’ uitgedragen: ‘executieven’ en ‘objectieven’, om slechts deze twee voorbeelden van Belgische kromtaal te noemen. Bovendien bevorderen modeverschijnselen als de neiging naar retro en de tendens naar kleinschaligheid, met hun overdrijvingen en uitwassen, de A.N.-gedachte niet. Er zijn redenen te over voor de V.A.N. om waakzaam en werkzaam te blijven, om de eenheid van het algemeen Nederlands in noord en zuid te bevorderen.Ga naar eind(2)
M. Boey / Brugge |
|