bekroond met de Eerste Prijs. De lentevogels van Oleander is de eerste eigen produktie van deze decorspecialiste, die les geeft aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten. Het scenario is erg summier: Oleandra wordt op een mooie lentedag in haar tuin verrast door vreemde metalen vogels, die er de fauna en flora vernietigen. Het meisje sluit zich op in haar woning en weet de volgende ochtend de macabere doodsvogels op muzikale wijze te verdelgen. Belangrijker dan dit inhoudelijk te magere sprookje, waarin de cineaste probeert de overwinning op de kinderlijke angstfantasieën te ‘verbeelden’, is de kleurrijke barokke stilering van deze papiersnit-animatiefilm.
Op het Filmfestival van Brussel in februari 1985 werden ook Kosmogonie en Same player... bekroond.
Met
Kosmogonie debuteert de kunstschilder Jacques Lemaire als animatiefilmer. In zijn tekenfilm geeft hij een synthese van de archetypische vormtekens die ‘ons kosmisch bewustzijn bepalen’. Het spelen met vormen, een vierkant, cirkel en driehoek; lijnen, horizontale, verticale en diagonale, en kleuren, rood, blauw, geel, komt voort uit de evolutie die hij als plastisch kunstenaar doormaakte. De tekenfilmtechniek wendt Lemaire aan om het
Uit: ‘Same player...’ van Stef Viaene.
continu overvloeien van de ene vorm in de andere te demonstreren. Wat de animatietechniek betreft, is
Kosmogonie niet zo origineel. De aantrekkelijkheid van de film ligt in het plastisch picturale talent van de filmer, die de kijker op een boeiende manier weet in te wij den in de lyrische sfeer van de teken- en symbolentaal.
Sterker is het werk van Stef Viaene, die met Same player... aan zijn vierde animatiefilm toe is. De film is een elf minuten durende visualisering van de gedachtenstroom van een denkbeeldige treinreiziger. De cineast richt zijn camera op het raam van een treincoupé, het beeldkader, waarin voorbijvliegende landschappen, stations en treinen in een steeds sneller tempo overgaan in nu eens abstracte, dan weer figuratieve beeldimpressies. Deze experimentele animatiefilm is een spel met ruimte en tijd. Het vertrek en de aankomst van de trein is de raamvertelling van een muzikaal gestructureerde ‘monologue intérieur’, die een eigentijdse plastische expressiviteit bezit. Originele vormgeving en beheersing van complexe animatietechnieken maken Same player... tot een unieke kijkervaring.
In De laatste tram vertelt Luc Meuris een typisch Orwelliaans verhaal in tragisch-komische, absurdistische stijl. Belangrijker dan dit verhaal van een man die probeert te ontsnappen uit de machtsgreep van een militaire dictatuur, is de manier waarop Meuris het gegeven filmt. Het is de mengeling van pixillatie- en live-film, van dramatische en komische effecten die soms voor een verrassend vervreemdingseffect zorgt.
Steviger gestructureerd is Pierre Letermes Kubiek, een tekenfilm waarin ongeveer dezelfde inhoud symbolisch wordt weergegeven. Een man wordt bedreigd door de variërende gestalten die een kubus aanneemt: van een als een vogel in de lucht vliegend object tot bouwstenen van een stenen stad, waaruit hij probeert te ontsnappen. De film is een acht minuten durende vlucht voor de dreiging van de kubus. De grafische vormgeving, het gestage ritme en de effectrijke klankband verlenen deze film zijn pregnante karakter. Ten slotte is er The House of Changes van Luc Vancoillie, een experiment met de foto-animatietechniek. De cineast roept een zoektocht op van een personage binnen een irreële, symbolische wereld, die verwijst naar het begin van de twintigste eeuw. Deze retro-film steunt vooral op zijn decoratieve schilderachtigheid en het aanwenden van de foto-animatietechniek.
Deze tweede reeks B.A.C.-films getuigt opnieuw van het animatiefilmtalent dat in Vlaanderen beschikbaar is.
Wim de Poorter