Veelbelovende start van het Filharmonisch Orkest van Vlaanderen
‘Beleef de geboorte van een groot orkest’. Met die slogan op zijn prospectus begon het Filharmonisch Orkest van Vlaanderen op 1 januari 1985 aan zijn werkzaamheden. Een gloednieuw orkest was het evenwel niet. Dertig jaar lang, vanaf 1955, had de Philharmonie van Antwerpen - aan het einde van die periode omgedoopt tot Philharmonie van Vlaanderen (1983) - stand gehouden. Ze had hoogten en laagten gekend, baanbrekend werk geleverd voor de Vlaamse muziek en de laatste jaren o.l.v. Avi Ostrovski enkele onvergetelijke concerten verzorgd. Toch liep er, naar het schijnt, financieel het een en ander mis. Wanneer de nood het hoogste is...! De redding kwam er en de reorganisatie was vlug beklonken. Met de steun van de minister van cultuur werd een dynamische directiestaf in het leven geroepen. Het bestaande orkest werd enigszins verjongd en uitgebreid tot een groep van 96 musici. De resultaten bleven niet uit.
Dat het Filharmonisch Orkest van Vlaanderen zich in vrij korte tijd heeft ontpopt tot een kwaliteitsensemble, is op de eerste plaats te danken aan zijn nieuwe dirigent en artistiek directeur. Emil Tchakarov werd te Bourgas (Bulgarije) geboren in 1948. Zeer jong begon hij zijn muziekstudies aan het Conservatorium van Sofia en reeds op 11-jarige leeftijd dirigeerde hij een operette. Nadat hij jarenlang jeugdorkesten had geleid, werd hij in 1971 laureaat in de dirigentenwedstrijd van Herbert von Karajan. Die geraakte zo onder de indruk van het jonge talent dat hij de Bulgaarse musicus uitnodigde naar Berlijn te komen om er onder hem te studeren. Later werd E. Tchakarov assistent van Von Karajan in het Festival van Salzburg. Intussen dirigeerde hij in Europa en Amerika de beroemdste orkesten.
Emil Tchakarov (o1948).
De faam waarmee E. Tchakarov werd aangekondigd was niet overtrokken. Al tijdens zijn eerste concert, met G. Verdi's Requiem op het programma, toonde hij zijn kwaliteiten. Hij kende zijn partituur door en door van buiten, hield koor en orkest stevig in de hand en interpreteerde met verrassende contrasten in sfeer en dynamiek. Inmiddels heeft hij een halfjaar met het ensemble gewerkt; onder zijn leiding heeft het Filharmonisch Orkest van Vlaanderen een andere klank én allure gekregen. Dat hoor je vooral in de strijkersgroep, die nu met opvallend egale boogstreek fraseert en met een heldere en warm zingende toon musiceert. Ook de sonoriteit van het orkest is rijker en rijper geworden. Het lelijk schetterende koper is verdwenen; alle groepen en solisten mengen zich gepolijst in het geheel. Over de interpretatie van een compositie kun je natuurlijk van mening verschillen. Maar dit staat buiten kijf: Tchakarov heeft een eigen visie op elke partituur en weet die ook uit zijn orkest te halen. Hij schijnt vooral een feeling te hebben voor romantische en moderne muziek. Van het scherzo in Beethovens Eroïca maakt hij een pronkstukje en de finale uit die symfonie weet hij meesterlijk op te bouwen. In de overbekende Vierde symfonie van P. Tsjaikovski diept hij nog verborgen details op. L'apprenti sorcier van P. Dukas laat hij van het begin tot het einde tintelen van kleuren en bruisen van vitaliteit. Bij de vertolking van Sjosta-