Dansgroep Krisztina de Châtel in bewegingsritueel, een voorstelling in het kader van het Holland Festival. (Foto Jaap Pieper).
wegrennen van de één, in vervoering wegzweven bij de ander.
Theater Persona doet het niet minder met het (op achtereenvolgende dagen) spelen van negen eenakters van August Strindberg. Het werk van deze auteur wordt wel gekenschetst als een voortdurende afzetten tegen de man-vrouw-relatie. Hij plaatst de geslachten in een eeuwige strijd met haat en liefde als de wapens. De negen varianten op deze ontredderende thematiek hebben vaak dezelfde kleur; een zestal gaat in de regie van Marcelle Meuleman en door het om en om spelen van scènes in hetzelfde decor smelten twee stukken, Moederliefde en Voor de dood, zelfs samen. Er is dan weinig meer nodig om zo'n project, inclusief een forum over het nuttig effect, als een (masochistische?) marathonsessie te ervaren.
De Amerikaan Philip Glass, die met zijn landgenoot Steve Reich de minimal music wereldwijd heeft verbreid, is dit jaar weliswaar niet officieel uitgeroepen tot centrale componist, maar daar heeft het wel veel op geleken. Hij is jarenlang de vaste componist geweest van Lucinda Childs. Dat blijkt ook wanneer deze choreografe en danseres haar dansgroep met twee programma's een overzicht van haar ceuvre laat uitvoeren. Ondanks een tegenwoordig meer op theatrale sfeerschildering gericht programma en een verbreding van haar muzikale smaak naar weliswaar stijlverwante maar toch meer ‘melodieuze’ componisten als Jon Gibson en John Adams, vervult Philip Glass nog steeds een prominente rol voor haar repertoire. Zo staat zijn muziek vermeld bij Dance 1, Mad Rush en natuurlijk bij Field Dance 1 (een vernieuwd deel uit zijn opera Einstein on the Beach).
Ook tijdens de Nederlandse bijdragen aan het Holland Festival heeft de muziek van Philip Glass (onverwacht) veel geklonken. Zowel Käthy Gosschalk, artistiek leidster van Werkcentrum Dans, als Krisztina de Châtel, choreografe en leidster van haar eigen dansgroep, zijn met hun werk voor dit Holland Festival een nieuwe koers ingeslagen op basis van Glass' composities.
In het overwegend serieuze repertoire van Werkcentrum Dans kan veelal een smeltkroes van (Amerikaanse) moderne danstechnieken worden herkend. Minimal, als dans of als muziek, dat zou een ondenkbare keus zijn, tot deze zomer. Käthy Goss-