lement kan worden doorbroken. Georganiseerd door het Amsterdams Gitaartrio, Gaudeamus en uiteraard De Ysbreker bood het achttien concerten, lezingen door Martin Kaay die tevens een expositie samenstelde en één door Joël Bons (spelend in het Nieuw Ensemble) en Johan Dorrestein (Amsterdams Gitaartrio) gezamenlijk, workshops door Magnus Andersson (Zweden), Arnaud Dumond (Frankrijk), Reinbert Evers (West-Duitsland) en Dick Visser (Nederland), conservatoriumpresentaties en lessen voornamelijk in de ochtenduren.
Bovendien had het kamermuziekcentrum De Suite - sinds kort ondergebracht in De Ysbreker, dat steeds meer uitgroeit tot de meest vitale plaats voor het eigentijdse muzikale gebeuren in Nederland - een auditie georganiseerd. Onwillekeurig dacht men daarbij aan de toekomst van het Gaudeamus Vertolkersconcours, dat zich immers meer op homogene en solo-instrumenten toe wil leggen. Onder voorzitterschap van de Engelsman John Duarte gaven 23 kandidaten en 5 ensembles acte de présence. Algemeen te constateren viel, dat het tijdperk van de al te introverte gitarist voorbij lijkt, er werd over het algemeen met een vérdragende, grote toon gemusiceerd, heel direct en muzikantesk. Drie kandidaten sprongen er uit: Paul Pleysier (prachtige toonvorming zonder een enkel bijgeluid), Saskia Spinder (met flair en niet bang voor welk obstakel ook) en Gijsbrecht Royé (met verreweg het interessantste repertoire voor de tiensnarige gitaar).
Dat zijn namen om te onthouden, zeker die van Paul Pleysier.
Ernst Vermeulen