niet dat in een aantal Limburgse en Waalse gemeenten een hoger percentage inwoners met een vreemde nationaliteit aanwezig zijn dan in hun Brusselse gemeente. Deze letterlijke onkunde leidde in enkele gevallen tot paniekreakties, waarvan deze van Nols de meest bekende is. Toch zei zelfs Nols niet te willen uitgroeien tot een Belgische Le Pen: hij zei dit nà afloop van de Europese verkiezingen, die niet tot een plebisciet in zijn voordeel (en zijn anti-gastarbeidersprogramma) zijn uitgedraaid. Van de Vlaamse publicist en NCC-raads-lid André Monteyne is bekend dat hij de drempel-theorie aanhangt: een toevoeging aan een bevolking van een vreemd element boven een bepaald percentage moet tot onlusten leiden. Aanhangers van deze theorie verwijzen graag naar rassenrellen in Groot-Brittanië. Gebrek aan beleid zal wel de meer de directe oorzaak van rellen zijn geweest dan een of andere bijna mathematische drempel-reactie.
Na dit gebrek aan beleid te hebben vastgesteld, moet nu worden onderzocht welke de mogelijke gevolgen kunnen zijn van het meer heterogeen worden van de bevolking van Brussel. Het kan hierbij alleen maar om vermoedens gaan, zij het vermoedens gebaseerd op informatie. De journalist beweegt zich in een midden veld: achter de feiten, voor de feiten wetenschappelijk werden vastgelegd, of voordat aan het verleden een voor de leidende klasse passende verklaring werd gegeven. De informatie van de journalist bestaat hierbij niet alleen uit statistieken, maar in de eerste plaats uit getuigenissen van personen die aan het bewuste of betwiste maatschappelijk proces volop deelnemen.
Metropool.
In de eerste plaats moet worden gezegd dat Brussel géén groot ongeluk of een soort natuurramp is overkomen omdat een aantal nieuwe Brusselaars liever wijde witte mantels dragen dan pakken van Marvan. De gemiddelde Belgische Brusselaar gaf blijk van een grote absorbatiekracht. Er is nog altijd geen grote vorm van racisme aanwezig, wel vormen van klein racisme (soms beantwoord door vormen van nationalisme van de kant van migranten). In de wijken waar de bevolking vermengd raakte, vindt men de meeste Belgische ‘racisten’, maar het is natuurlijk gemakkelijker om te pleiten voor absolute gelijkheid en broederschap vanuit een villa in het vrijwel ‘blanke’ Sint-Pieters-Woluwe (op de diplomaten na), dan samen te wonen met Marokkanen en Turken in de buurt van de Zwarte Vijvers in Molenbeek. Het gevaar voor scherpe vormen van racisme, die met geweld kunnen gepaard gaan, komt niet van de gemiddelde Brusselaar, maar van kleine groepen extremisten, met hun ideologische ideeën. Hiertegen zou scherper moeten worden opgetreden.
In de tweede plaats bewijst Brussel door zijn groot aantal vreemdelingen, dat het aardig op weg is om een echte metropool te worden (zonder verwijzing in woordgebruik naar Antwerpen!). Vrijwel alle grotere steden in West-Europa, de VS en Canada kennen een migrantenprobleem. In Canada en de grote Amerikaanse steden leidde dit naar een meer multi-raciale, multi-nationale samenleving, al gebeurde dit niet zonder schokken. Een terugkeer naar louter ‘blanke’ staten of steden zou een terugkeer naar de negentiende eeuw betekenen, wat ondenkbaar is. Zo zal ook Brussel nooit meer worden als vroeger, toen alleen blanke Brusselaars de paardetram bezetten. De grenzen vervagen. Er zullen in het volkerenrecht nieuwe hoofdstukken moeten worden geschreven. Het is wellicht niet zonder betekenis dat bij de Europese instellingen de laatste tijd nogal wat aandacht wordt geschonken aan migratie.
Op korte termijn interesseert ons voor Brussel de mogelijke gevolgen van het stijgend aantal vreemdelingen in vergelijking met de andere bevolkingsgroepen: de franstaligen, de Vlamingen, en de