twee zou vervangen moeten worden door ‘le flamand sous ses deux formes germaniques indissociables que sont le néerlandais litteraire ecrit et la langue de culture populaire flamande’. Vanuit cultuurpolitiek standpunt is het voor de Frans-Vlamingen van het allerhoogste belang dat het Nederlands officieel erkend wordt als hun cultuurtaal. Alleen met deze noodzakelijke aanpassing kan er bij het aanvaarden van het wetsvoorstel gesproken worden van een kentering der tijden.
Ruim honderd Frans-Vlamingen waren op 9 September 1984 de gasten van de Kredietbank in Kortrijk. Deze cursisten Nederlands, van wie de meesten hadden deelgenomen aan de negentiende Nederlandse Taalprijsvraag van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, werden er verwelkomd door directeur Devriendt. Na een bezoek aan het schoen- en borstelmuseum in Izegem, waar schepen Erik Vandewalle hen begroette, kregen zij een lunch aangeboden. 's Middags werden de Frans-Vlamingen rondgeleid in het Kortrijkse stad-huis, het Vlasmuseum, het Begijnhof, en de O.-L.-Vrouwekerk.
Er is niets dan lof voor de Kredietbank die in haar cultured mecenaat de Franse Nederlanden niet vergeet. Er kan niet genoeg beklemtoond worden hoe ‘bewustzijnsverruimend’ zo'n dag voor de leerlingen van de vrije cursussen Nederlands is. ‘Het Nederlands legt een brug over de grens’, klonk het in de dankbe-tuiging van Camille Taccoen, leraar Nederlands, Voorzitter van de Nederlandse Taalprijsvraag en Eerste Schepen van Belle (Bailleul).
Het dertiende festival van Rijsel, dat doorging van 15 oktober tot 6 december 1984, is volgens Le Monde (dd 20 nov.) een succes geworden. Gedurende zeven weken waren in Rijsel en de regio eenenzestig manifestaties geprogrammeerd: een diversiteit van klassieke concerten, opera, toneel, jazz, dans. Te gast waren o.a. de Nationale Opera van België, Ton Koopman en het Barok-ensemble van Amsterdam, het Filharmonisch Orkest van Rotterdam en het toneelgezelschap van Jan Fabre.
Uit Le Monde citeren wij verder de conclusie van Jacques Lonchampt: ‘De ces quelques jours passés en Flandre française, on retire un sentiment d'opulence et de plénitude, qui confirme le succès et la nécessité de ce Festival de Lille’. Verder vindt de schrijver dat het Festival, zoals in het verleden, opgebouwd moet worden rond solide thema's ‘pour garder son originalité, polariser l'attention et galvaniser toutes les énergies d'une region aussi avide de culture.’