Theater
Jazzdans vindt meer emplooi op podia van Nederlandse theaters.
Goede jazzdans is moeilijker dan men denkt. Vooral in een opbloeiperiode van deze dansvorm, gestimuleerd door een wereldwijde belangstelling voor lichaamsbeweging, laat niet elk initiatief direct even succesvolle resultaten zien. Door de sterke gerichtheid op ritme en emotionele beleving verschilt de jazzdans wezenlijk van modern en klassiek ballet, maar het vraagt een even serieuze benadering van de beoefenaars.
De theaterdans in het algemeen, en zeker de jazzdans kent in Nederland nauwelijks een traditie. Wel zijn er in zekere zin voorlopers te vinden bij revue en cabaret van de vooroorlogse jaren. Daar is geregeld dans vertoond als een intermezzo voor de komische hoofdnummers. Deze entr'actes hebben zich vooral sinds de jaren zestig ontwikkeld tot herkenbare varianten van jazzdans, naar de Amerikaanse voorbeelden bij show, film en tele visie. De Nederlandse jazzdans is daarmee (aanvankelijk nog in verwaterde vorm) onder invloed gekomen van de originele volkscultuur van de negerslaven, waar net als de jazzmuziek, ook de jazzdans zijn oorsprong heeft.
Een meer directe invloed is er gekomen door gastlessen van Amerikaanse dansers, zoals Eleo
Jazz Extension Dance Theatre
Pomare, Billy Wilson en Lynn Simonson, gegeven op de beroepsopleidingen voor dansers en in de studio van Helen le Clercq. Vooral Helen le Clercq, die zelf onder meer bij Katherine Dunham ervaring heeft opgedaan, geldt als een pionier van de showen jazzdans in Nederland. Zij heeft bij tal van manifestaties voorstellingen gegeven met een dansgroep en daarmee veel van haar leerlingen op het spoor van de jazzdans gezet. Na een financieel bankroet heeft zij in 1980 Amsterdam verlaten en is naar Afrika vertrokken. De jazzdans kan echter niet meer uit Nederland worden weggedacht.
Felix White, een andere pionier die een scholing bij Katherine Dunham heeft gekregen, is sinds 1965 in Nederland geves-tigd. In binnen- en buitenland heeft hij met zijn Black Vibration Dance Theatre goodwil gekweekt voor de negroïde muziek en dans. Na jaren van stilte is hij in 1984 met een nieuw samengestelde groep van leerlingen in Amsterdam weer incidenteel optredens gaan geven, vooral vanuit de gedachte om met deze universele kunstvorm de verbroedering tussen alle rassen en generaties te propageren.
Meer ambitieus op het theater gericht is de groep Djazzex uit Den Haag, een initiatief van Wolly Meriën (ex-leerling van Felix White) en Glenn van der Hoff (ervaren klassiek operadan-ser). Na een tv presentatie in 1983 werken zij dagelijks heel