Adriaan van der Veen: Zwijgen of Spreken.
‘Die Liebe ist das Herz des Universums’. De uitspraak van Novalis vat op een indringende en rake wijze de romanproduktie van de schrijver en journalist Adriaan van der Veen samen. Ook in zijn jongste creatie heeft de liefde het eerste en het laatste woord.
Zwijgen of Spreken is het verhaal van Saskia en Eric. Na vijf jaar huwelijk reizen ze samen naar het Franse Menton, waar ze een vijftal weken zullen verblijven. Hij is van plan om daar als historicus serieus werk te maken van zijn doctoraal proefschrift dat hij zo vlug mogelijk af wil hebben. Het zou echter tevens vakantie voor hem zijn, net als voor zijn vrouw, een tijd van vreugde en geluk, van meer aandacht voor elkaar en voor hun relatie.
Ze hebben het gevoel dat hun huwelijk gebouwd is op de stevige fundamenten van een wederzijds respect voor elkaars vrijheid, een rotsvast vertrouwen in de partner en een sfeer van openheid. In de Franse badstad doen zich evenwel tal van incidenten voor die hun geslaagde huwelijk aantasten. Saskia wordt verliefd op de knappe Marc, die ze leert kennen op de Canis Plage, waar hij als een caféjongen werkt en zij elke ochtend van de zon komt genieten, terwijl Eric aan het werk is. Ze verzwijgt haar gevoelens niet voor haar man, vindt zelfs dat hij er wat al te begrijpend tegenover staat. In Erics hart kiemt echter de jaloersheid en knaagt de twijfel aan haar trouw. Het duurt niet lang voordat Saskia in Marc teleurgesteld wordt, als ze ontdekt dat hij een vrouw en een kindje heeft. Ze voelt zich bedrogen. ‘Had hij het maar niet verzwegen’. (p. 166) Wat later komt Saskia, na een ernstige val, in het ziekenhuis terecht, waar ze een paar dagen moet blijven. In die tijd ontmoet Eric het Nederlandse meisje Ineke. Zij is het type vrouw dat hunkert naar begrip, geborgenheid en liefde na haar perikelen met Emiel. Eric schenkt haar die royaal en wordt, een beetje tegen Inekes wil, zeer intiem met haar. Hun tweede bedavontuur wordt echter bruusk beëindigd door de plotselinge onverwachte thuiskomst van Saskia. Ineke ontvlucht ontzet de kamer, na zich tegenover Saskia te hebben verontschuldigd. Daarna barst een heftige ruzie los! Alle spanningen in hun relatie komen tot ontlading. Eric voelt heel goed dat hij aan het kortste eind trekt. Tegen haar ontwapenende eerlijkheid kan hij niet op. ‘Ik ben altijd eerlijk tegen je geweest, ik dacht dat we dat beiden wilden. Nu maak je daar misbruik van... (...) om, om je eigen schofterige gedrag goed te praten’. (...) ‘Alles voor elkaar verzwijgen, elkaar bedriegen, zoals jij mij nu, daar kan ik niet mee leven’. (pp. 187-188) De volgende dag komt Ineke de hele situatie uitleggen voor
ze vertrekt. Tussen Saskia en Eric ontstaat een open dialoog waarin ze elkaar hun verwachtingen en teleurstellingen toevertrouwen. Er moet veel hersteld worden. Die avond wordt Eric afgeranseld door een stelletje beschonken toeristen (symbolische straf voor zijn schuld?). De tederheid echter waarmee Saskia hem verzorgt, doet hem alle pijn vergeten. Ze zullen samen opnieuw beginnen!
Op virtuoze wijze bespeelt Van
Adriaan van der Veen (o1916).
der Veen alle registers van zijn vertrouwde motievenklavier. Via een personage-gebonden focalisatie, heel vaak gekoppeld aan het Erlebte Rede-procédé, krijgt de lezer toegang tot de gedachtenwereld van de hoofdpersonages. Binnen hun huwelijk heerst de democratie en wappert de vrijheidsbanier. Daarover spreken ze vaak met elkaar’. ‘Jij doet dit, ik doe dat. (...) Zo vrij als we willen zijn’. (p. 82) Hoe groot is echter de discrepantie tussen het gesprokene en het verzwegene. Eric verzekert Saskia dat hij best een kind wil als zij dat innig verlangt, hoewel... ‘Hij was er altijd een beetje bang voor geweest. Voor de verantwoordelijkheid: en dat er iets mis kon gaan. Maar die vage angst had hij verborgen gehouden achter uitvluchten. (...) die hele wereld (...) daar had je toch geen macht over (p. 105)’. Hij pretendeert tegenover Saskia een ware Goliath te zijn wiens wil wet is, zeker als het haar lichaam gold, maar moet innerlijk toegeven dat hij tegen de corrupte dokter Solinger niets vermag, dat ze afhankelijk bleven ‘van die autoritair voortstappende Fransman met zijn Hitlersnorretje’ (p. 124) en volledig machteloos waren. Als hij verliefd wordt op Ineke spookt het door zijn hoofd: ‘Hoe zou hij Saskia zulke chaotische overpeinzingen kunnen verklaren? Spannend, verlekkerd, verliefd. Daar was toch geen sprake van? Hij hield dus zijn mond’. (p. 60) Ook buiten