Waar is Vrijdag gebleven.
Een fris uitziende pocket met op de omslag een kaart van Tobago, een van de beide delen van de republiek Trinidad en Tobago. Een compliment over het uiterlijk aan de uitgever is niet misplaatst.
De titel Waar is Vrijdag gebleven dekt drie essays van de hand van Albert Helman, door hem vertaald uit het Engels. Zij werden benut voor de vervaardiging van twee ‘papers’ voor het Museum of Tobago History, waarvan Helman oprichter en directeur is, een hobby nadat hij zich bij zijn pensionering uit de Nederlandse buitenlandse dienst op Tobago had gevestigd. Het derde essay kwam als een afzonderlijk Engelstalig boekje uit in Trinidad, onder de titel Crusoe's Only Isle.
Het eerste stuk Tobago's Indianen en blanken is een weergave van de inbezitneming van dit nog steeds erg dun bevolkte eiland Tobago. Hollanders, Engelsen, Fransen en Koerlanders (Letten) wisselden elkaar af, verlieten de kolonie weer of werden afgemaakt door de Indianen, of ook wel door een concurrent van een andere natie. Het verhaal haakt een beetje vast op de Koerlandse hertog Jacobus. Terecht mijns inziens, want over de Letten wordt nagenoeg in ieder historisch verslag gezwegen. Per slot van rekening verdwenen ze op een zeker ogenblik helemaal van het toneel, zoals ze nu zijn opgeslokt door de Sowjet-Unie. Voor het overige signaleer ik in dit verhaal net als in het volgende een zucht om zoveel mogelijk details aaneen te rijgen, zodat de lezer al spoedig door de bomen het bos niet meer ziet. Door die detaillering verdwijnt de lijn uit zo'n uiteenzetting, hoe interessant sommige van de ingelaste details ook mogen zijn. Dat komt in nog verhevigde mate tot uitdrukking in het tweede stuk Crusoe's echte eiland.
Helman is gefascineerd geraakt door de figuur Robinson Crusoe, meer nog door diens schepper Daniel Defoe. Geen wonder, want ook Defoe is een veelweter als Helman. Het is Helman vooral te doen om de bronnen waaruit Defoe putte. De voornaamste bron, nemen de literatuur-historici aan, voor de reis van Robinson en zijn stranding ligt bij de zeeman Selkirk. Maar Helman heeft nu ook een Hollandse pendant opgeduikeld en zet via alle mogelijke geografische becijferingen uiteen dat zijn Tobago de plaats van stranding was. Zijn overtuigingskracht is altijd al verbluffend groot geweest. Ik moet maar denken aan zijn essay Op zoek naar de Spin over de herkomst van de spinsprookjes in het Caribische gebied. Jarenlang hebben velen die zich in deze sprookjes verdiepten, wat Helman schreef voor waar aangenomen. Een enorme duim heeft die man! Ik trap er niet meer in. Ongetwijfeld zal er straks iemand komen die beter dan ik op de hoogte is met de talrijke reisbeschrijvingen die door landgenoten geproduceerd zijn, om te vertellen aan de hand van onloochenbare feiten hoe ver Helman ernaast zit. Maar leuk is dit verhaal, ik heb ervan gesmuld.
Dan rest ons nog het essay waaraan de reeks zijn titel ontleent. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ook in dit essay de wijdlopigheid het wint van de nauwkeurigheid. Het is ook het stuk dat meer weg heeft van een toeristenverhaal in interessante verpakking dan van een ernstig te nemen beschouwing. Al met al: ondanks de zorg hieraan besteed door de uitgever, Helman niet op zijn best.
Freek van Wel / Voorburg
Albert Helman, Waar is Vrijdag gebleven, De Walburg Pers, Zutphen, 1983.