Ons Erfdeel. Jaargang 26
(1983)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 690]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Meefout, ‘Echtpaar’, Beiers graniet, ± 150 × 60 × 60 cm, 1958, Burgemeester-Cramergracht, Amsterdam.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 691]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gehoorzaam verblijven binnen de gesloten steen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opleiding en milieu.De stenen figuren van Jan Meefout hebben in de Nederlandse beeldhouwkunst een eigen signatuur, al zijn ze zelden gesigneerd. Hij hakt zittende, liggende of hurkende gestalten, bij voorkeur vrouwen. Hij ziet zijn figuren in de steen zitten, als zijn oog er voor de eerste keer met aandacht op rust. Hij kiest zijn stenen met zorg, raapt brokken afval in de groeve op en brengt ze veilig thuis. Maar dat alles doen in Nederland meer beeldhouwers. Wat is het eigene aan het werk van Jan Meefout? En hoe groeide die eigen signatuur?
Zijn opleiding begon bij de praktijk. Na het diploma van de meubelvakschool werkte hij op een fabriek en bij een kleine baas. Hij sneed gebruiksvoorwerpen, objets d'art. Op de avondcursus van de Kunstnijverheidsschool te Amsterdam kwam hij in 1935 voor het eerst in aanraking met een kunstenaar, de beeldhouwer F.J. van Hall, een beminnelijk mens, die hem aanmoedigde naar de dagschool te gaan. Hij werkte veel op het atelier van Van Hall waar hij de beeldhouwer Mari Andriessen ontmoette, de socialistische tekenaar, schilder en beeldhouwer Henk Henriët en de individualistische beeldhouwer -tekenaar-graficus-borduurkunstenaar Moïssi Kogan, die in de jaren twintig en dertig herhaaldelijk langdurig in Nederland verbleef. De discussies op het atelier verwijdden zijn blik en Meefout ontwikkelde zich in deze jaren tot een pacifistisch georiënteerde anarchist.
Dit milieu werd opgevolgd door dat van de Rijksacademie te Amsterdam, de heilige halle, waar J. Bronner met strakke hand de beeldhouwklas leidde. Hij was een autoritair man maar een groot pedagoog, die een generatie goede beeldhouwers vormde en zowel modelleren als hakken bijbracht. Jan Meefout werd hier opgeleid samen met Cor Hund, Carel Kneulman en Arie Teeuwisse. De verhitte discussies | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 692]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Meefout, ‘Water, aarde en lucht’, muschelkalksteen, 200 × 270 × 10 cm, 1957, Schinkelsluis, Amsterdam.
met de kameraden bewogen zich vooral op het artistieke, maar ook wel op het sociale en politieke vlak. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vroeg monumentaal werk.Wanneer Jan Meefout een monumentale opdracht wordt toevertrouwd, zoals in 1957 aan de Schinkelsluis te Amsterdam, blijkt dat hij niet alleen een bekwaam vakman is geworden, maar ook duidelijke uitgangspunten heeft. Bij dit twee meter hogeGa naar eind(1) reliëf in muschelkalksteen dat Water, aarde en lucht verbeeldt, zet Meefout de geslotenheid van de muur in zijn reliëf voort. De harde steen is ajour uitgehakt, maar blijft vlak als een Egyptisch reliëf. De drie gestalten zijn omgeven door concrete verschijnselen uit hun element, wat aan het werk een decoratief karakter geeft. De figuratieve voorstelling is voortgekomen uit het denken in symbolen, in personificaties. Water, aarde en lucht wijkt niet af van de monumentale reliëfs die andere Nederlandse beeldhouwers in de jaren vijftig hakten en toch zou later blijken dat er eigenschappen in opgesloten lagen die tot de basis van Meefouts beeldhouwkunst hoorden. Een jaar later valt hem dankzij de Amsterdamse stadsbeeldhouwer Hildo Krop een dubbele opdracht ten deel. Voor de hoofdstad mag hij aan de Burgemeester-Cramergracht twee beelden hakken in Beiers graniet, ieder anderhalve meter hoogGa naar eind(2), Echtpaar en Het gezin. Beide beelden tonen brede, gedrongen figuren. De compositie is gesloten, doordacht, economisch. Aan het harde graniet beantwoordt de boerse degelijkheid van de opvatting van de figuren, een opvatting die Hildo Krop wel moest bevallen omdat ze overeenkomst vertoont met het karakter van zijn eigen figuren. Echtpaar en Het gezin hebben in hun statische monumentaliteit en hun monolitisch karakter bovendien affiniteit met de Egyptische beeldhouwkunst. Werd Meefout het thema voorgeschreven? Voor een anarchist is het behoudend: het gezin als hoeksteen van de maatschappij. De gedachte werd helder en letterlijk in praktijk gebracht. - De vriendschap met Krop, die stipt, streng en solidair was, verruimde opnieuw zijn horizon doordat de stadsbeeldhouwer hem in contact bracht met een nieuw artistiek milieu. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Abstractie in figuratieve beelden.In 1966 hakt Meefout in witte Franse kalksteen Jong paar, maar twee decimeter hoogGa naar eind(3), een beeld dat op monumentale schaal werd uitgevoerd voor het bejaardencentrum Schoterhof in Haarlem, Zittend paar.Ga naar eind(4) Man en vrouw houden elkaar zittend omarmd. Binnen de gesloten compositie - het blok steen is nergens geopend en suggereert een lapidaire zwaarte - is er de rust van de vier onderbenen, vier bijna identieke vormen die door de wijze van presenteren, twee aan twee, monotonie vermijden. Het gesloten karakter van het beeld krijgt nadruk van de toegenegen hoofden en omstrengelde | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 693]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.
Jan Meefout, ‘Jong paar’, Franse kalksteen, 22 × 20 × 15 cm, 1966.
2.
Jan Meefout, ‘Zittende vrouw’, petit granit, 70 × 50 × 20 cm, 1970, Gemeentelijk museum, Alkmaar. armen; doordat de ene arm de andere voortzet vormen ze samen één gebogen voluum dat de architectuur van de vier kleine zuilen afdekt. De schouders leiden de aandacht vervolgens naar de centrale volumes. Een goed beeld, hoe figuratief ook, heeft in zijn opbouw abstracte kwaliteiten; daaraan ontleent het zijn algemene betekenis. Behalve abstract en solide is Jong paar ook intiem, lieflijk en kuis.
De Zittende vrouw die Meefout omstreeks 1970 in de harde Belgische petit granit hakt, als steeds taille directe, is ongeveer 70 cm hoog.Ga naar eind(5) Aan de contouren is de vorm van het oorspronkelijke blok nog af te lezen, al werd het dit keer doorboord. Toch is ook deze compositie gesloten; er steken geen ledematen uit in de ruimte. Een gesloten opbouw is een van de basisgegevens van Meefouts kunst. De gestalte is breed, zoals die van het Echtpaar. De armen zijn tegen het lichaam gedrukt en doen denken aan de gebonden gebaren van de figuren van Oscar Jespers, Ossip Zadkine en Jozef Cantré uit de jaren twintig en dertig. Daarmee is de bedding aangegeven waarbinnen Meefouts werk zich beweegt: het Europese expressionisme, zij het dat de existentiële probleemstelling, de zware ernst uit de bloeitijd, vervangen is door een gemoedsgesteldheid van een lichter soortelijk gewicht: de gestalte drukt een vriendelijk zich welbevinden uit.
De bovenste arm verhoogt de geslotenheid van het beeld en is ondanks zijn breedte niet onsierlijk geplaatst; de andere hangt wat spanningsloos omlaag, het enige zwakkere moment bij dit zo geslaagde beeld. De zware benen zijn evenzeer gespannen van leven als de volumes van corpus en hoofd, gespannen door het abstracte leven van het beeld. Figuur en sokkel zijn uit één blok gehouwen. Aan zitbank en sokkel is een ruwe structuur gegeven; daartegen zet de polijsting van de figuur zich zwart en glanzend af, waardoor | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 694]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.
Jan Meefout, ‘Tuinbeeld’, petit granit, 60 × 30 × 15 cm, 1973.
2.
Jan Meefout, ‘Tuinbeeld’, detail. door de plastiek van de gestalte helder zichtbaar wordt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gestalten die verblijven binnen de gesloten steen.Ook in petit granit ontstaat drie jaar later een Tuinbeeld, 60 cm hoog.Ga naar eind(6) Het is nog geslotener van compositie dan de beide voorgaande. Het roept een verhaal in de herinnering dat Jan Meefout graag vertelt en waarschijnlijk herhaaldelijk aan zijn studenten heeft doorgegeven. Een Chinese keizer had een kostbaar stuk jade en gaf dit aan een beeldhouwer met de opdracht er iets moois uit te snijden, maar zo min mogelijk van de jade verloren te laten gaan. Na verloop van tijd keerde de beeldhouwer naar het hof terug en overhandigde de keizer een vogel van jade en een vingerhoed met gruis: al het afval van de steen. - Jan Meefout streeft ernaar als minnaar van de steen die miljoenen jaren nodig heeft gehad om te worden wat hij is, zo min mogelijk van deze eerbiedwaardige materie verloren te laten gaan. Aan de achterkant is Tuinbeeld nog geslotener dan Water, aarde en lucht, even gesloten als een Egyptisch reliëf. Ook in zijn decoratieve bewerking doet Tuinbeeld denken aan het monumentale werk uit 1957. Het uitbuiten van de mogelijkheden die het karakter van de steen in zich draagt, is Meefout toevertrouwd: hij hakt, beitelt, bouchardeert, brengt structuren aan, schuurt en polijst om de steen tot optimaal leven te brengen. Daar horen ook de decoratieve bladeren en bloemen bij van Tuinbeeld. Zelden, ook hier niet, hebben die een uitsluitend decoratieve bedoeling; hier rust een granaatappel in de hand van de vrouwefiguur om aan te geven hoezeer ze verbonden is met oogst, zomer en vruchtbaarheid. De voorstelling heeft, net als Water, aarde en lucht, een symbolische meerwaarde. Dit reliëf mocht in 1957 heel wat eigenschappen met het contemporaine werk van andere Nederlandse | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 695]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Meefout, ‘La sorcière’, Portugees marmer, 20 × 40 × 10 cm, 1974.
beeldhouwers gemeen hebben, het bezat een aantal kenmerken die het oeuvre van Jan Meefout later zouden markeren, zij het dat het onpersoonlijke karakter geleidelijk aan plaats maakte voor een krachtiger individualiteit.
Het gezicht van de vrouwefiguur is rond en gesloten; de neus springt nauwelijks buiten de welving, ook de ogen volgen die. In deze opvatting en ook in die van het brede, erotisch aantrekkelijke lichaam, schuilen reminiscenties aan de tempelbeelden van India. Het zware, ronde hoofd, de uitwaaiende haren, die contact maken met bloem en bladeren, de volle vormen van de figuur, al deze uiterlijke kenmerken verwijzen naar de idee van vruchtbaarheid, het thema van dit sterke en tegelijk charmante beeld. La sorcière, de tovenares, in blank Portugees marmerGa naar eind(7) dateert uit 1974. Ook dit beeld biedt gewelfde volumes, ledematen die behendig zijn gevouwen binnen het gesloten blok. Dat Meefouts gestalten een sterke plastiek suggereren blijkt aan de achterkant waar de beide voeten zwellend naar voren schijnen te komen; ze vallen echter binnen de rotswand van het
Jan Meefout, ‘La sorcière’ achterkant.
oorspronkelijke blok steen. De gecompliceerdheid van de houding aan de achterzijde legt het af tegen de eenvoud en vanzelfsprekendheid van de drie hiervoor besproken beelden.
Aan de voorkant lijkt de houding meer ontspannen dankzij het grote, rustgevende volume van de rug, de dijen als secondanten en de onbestemde glimlach. Knap is de kop in de compositie geplaatst, aan drie kanten de hoeksteen. De welving van bijna negentig graden van het gezicht, en de wipneus geven het beeld een accent van humor. De omhooggerichte blik verleent de tovenares iets ondoorgrondelijks, ruimschoots aangevuld door verleidelijkheid en charme. Zoals alle beelden van Jan Meefout is ook dit essentieel statisch. Die statische indruk wordt niet alleen gewekt door de houding: zitten, rusten, hurken, maar ook door het zware wegen van de steen op de aarde. De gestalten zijn voorgoed tot rust gekomen binnen de beslotenheid van de steen. N.B. Omdat het werk van Jan Meefout door de jaren heen een grote consistentie vertoonde, was het verantwoord te eindigen met een beeld uit 1974, hoewel er zich in het atelier zeer geslaagde werken uit 1982 bevonden. Van deze laatste bestaan nog geen foto's. Alle foto's: Fridtjof Versnel, Amsterdam. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 696]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Biografische gegevens: Werken in (semi-)openbaar bezitGa naar eind(*): | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 697]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tentoonstellingen: LiteratuurGa naar eind(*): |
|