Ons Erfdeel. Jaargang 26
(1983)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 681]
| |||||||||||||||||||
Hoe openbaar is het gemeentebestuur in België?
| |||||||||||||||||||
Het ‘openbaar’ bestuur in het algemeen.In het gewone taalgebruik staat openbaar voor ‘niet geheim, open of voor iedereen toegankelijk’. Als kwalificatief bij overheid of bestuur verandert evenwel deze betekenis. Soms wordt dit nog wel in verband gebracht met de ‘res publica’ of het algemeen belang - in tegenstelling dan tot hetgeen als particulier of privé moet worden beschouwd. Meestal zijn de woordverklaringen echter nog neutraler; aldus duidt openbaar dan op ‘aangelegenheden van de staat, de gemeente of andere publiekrechtelijke instellingen’.Ga naar eind(2)
Toch kunnen deze aangelegenheden ook openbaar zijn in de eerste betekenis van het woord. Sprekend in dit verband is het onderscheid dat gemaakt wordt in een in | |||||||||||||||||||
[pagina 682]
| |||||||||||||||||||
1977 door het Internationaal Instituut voor Bestuurswetenschappen gepubliceerde studie over de toegankelijkheid van de gegevens en van de informatie, waarover de openbare besturen beschikken.Ga naar eind(3) De in deze studie aan bod komende landen worden ingedeeld in:
Sinds kort kunnen Nederland en Frankrijk ingedeeld worden in de eerste reeks van landen. Voor België blijft onverdeeld gelden dat het tot de tweede reeks van landen behoort. | |||||||||||||||||||
Openbaarheid als regel of als uitzondering.In de landen waar de openbaarheid als regel geldt bestaat voor de diverse overheden de wettelijke verplichting informatie te verstrekken hetzij op vraag van de burgers hetzij op eigen initiatief.Ga naar eind(4) Wel zij opgemerkt dat ook hier steeds sprake zal zijn van uitzonderingen daar de openbaarheid nooit over geheel de lijn kan worden toegepast of verzekerd; deze uitzonderingen betreffen dan o.m. de veiligheid van de staat, het muntwezen, de bescherming van de privacy, de acties m.b.t. de voorkoming en de beteugeling van misdrijven, e.d.m.
In de landen, waar de beslotenheid als regel geldt worden natuurlijk ook uitzonderingen aangetroffen; hier zijn dan telkens geval per geval omschreven openbaarheidsvereisten bedoeld. Ook vrij door de besturen zelf genomen initiatieven, waarbij verder gegaan wordt dan de minimaal opgelegde verplichtingen inzake openbaarheid, blijven hier tot de mogelijkheden behoren. Aldus kan ook in België een verder onderscheid worden gemaakt tussen:
In deze is het evenwel van belang steeds het onderscheid tussen openheid en openbaarheid voor ogen te houden. Openbaarheidsvereisten zijn juridisch vastgelegd en zijn dan ook afdwingbaar.Ga naar eind(5) Initiatieven, genomen in het kader van de mentaliteit van openheid, blijven van vrijwillige aard en worden overgelaten aan het inzicht, dat van bestuur tot bestuur kan verschillen.Ga naar eind(6) | |||||||||||||||||||
Openbaarheid als het verstrekken van informatie in een begrijpelijke vorm.Het is belangrijk openbaarheid van bestuur te onderscheiden van voorlichting als beleidsmiddel.
Door openbaarheid wordt uitsluitend het verstrekken van objectieve en onpartijdig informatie bedoeld, zodat de geinformeerden in staat worden gesteld zich een autonoom oordeel te vormen van de betrokken overheidsactiviteiten; voor zover de verstrekte gegevens op zichzelf niet duidelijk of verstaanbaar zijn moet daaronder ook het verstrekken van nadere verklaring of toelichting verstaan worden. Informatieverstrekking moet inderdaad gebeuren in een begrijpelijke vorm. Dit geldt zeker voor financiële documenten zoals begrotingen en rekeningen, die ook als zij ter inzage liggen, weinig toegankelijk blijven voor de burgers. Evenzeer is dit waar voor allerlei in ambtelijke taal gestelde nota's.
Daartegenover staat voorlichting als beleidsmiddel, namelijk wanneer de over- | |||||||||||||||||||
[pagina 683]
| |||||||||||||||||||
heid campagnes opzet om de burgers te overtuigen b.v. in verband met energiebesparing of in verband met het aanprijzen van bepaalde initiatieven zoals preventief geneeskundig onderzoek.
Wanneer tevens de verbetering van de public relations beoogd wordt kan dit hoogstens het bestuur als instelling ten goede komen, b.v. het imago van de gemeente en niet het imago van één of andere politieke fractie.
Openbaarheid heeft als zodanig ook niets te maken met ‘in het nieuws komen’. Indien de pers, op zoek naar feiten en verklaringen die een groot publiek kunnen interesseren en die liefst nieuwswaarde hebben, regelmatig over bestuursaangelegenheden schrijft dan stemt dit evenmin overeen met de hier bedoelde openbaarheid van bestuur. Dit wil anderzijds niet zeggen dat een regeling m.b.t. de openbaarheid van bestuur op zichzelf niet van fundamenteel belang is om ook de persvrijheid effectief te kunnen realiseren. | |||||||||||||||||||
Gemeente en openbaarheid van bestuur.Reeds in de negentiende eeuw werd aanvaard dat democratisch besturen niet alleen gepaard moest gaan met de inrichting van verkiezingen maar ook met welbepaalde vormen van openbaarheid zowel om de verkozenen toe te laten zich op behoorlijke wijze van hun taak te kwijten - vandaar o.m. het inzagerecht - als om de burgers in de mogelijkheid te stellen op de hoogte te blijven van wat er binnen het gemeentebestuur werd beslist of om hen in staat te stellen daarop controle uit te oefenen of om eventueel hun opmerkingen te doen kennen. Zowel in de Grondwet van 1831 als in de gemeentewet van 30 maart 1836 zijn bepalingen opgenomen betreffende de openbaarheid van de vergaderingen van de gemeenteraad, van de begrotingen en van de rekeningen evenals betreffende de bekendmaking van de besluiten. Na 1836 werden ook tal van andere regelingen betreffende de openbaarheid of het verplicht voorafgaand onderzoek afgekondigd.Ga naar eind(7) De meest bekende voorbeelden hebben betrekking op de onteigeningen, de vergunningen voor gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen, de uitwerking van gewestplannen en van gemeentelijke plannen van aanleg, de aflevering van bepaalde bouw- en verkavelingsvergunningen e.d.m.Ga naar eind(8)
Er kunnen echter verschillende vragen worden gesteld m.b.t. de door deze formele regelingen in feite gerealiseerde openbaarheid. In verband met de openbaarheid van vergaderingen kan worden vermeld dat niets is bepaald over de voorafgaande bekendmaking van de agenda noch over de wijze waarop een dergelijke vergadering normaal moet verlopen, opdat het aanwezige publiek ook de besproken punten zou kunnen begrijpen.Ga naar eind(9) Ook valt het op dat het verplicht voorafgaand onderzoek zeker niet steeds het gewenste effect sorteert; in hoeveel gevallen wordt inderdaad niet gegrepen naar andere middelen van meningsuiting of worden actiegroepen opgericht nadat vergunningen werden afgeleverd en de omwonenden in feite al de schadelijke gevolgen ervaren van milieuhinder vanwege een vergunningsplichtige onderneming?
Meer frustrerend wordt het nog wanneer inspraakprocessen en -structuren bij wet worden geregeld en daarbij helemaal over het hoofd wordt gezien dat inspraak eigenlijk niet kan zonder dat de toegankelijkheid van de overheidsinformatie vooraf duidelijk wordt omschreven. Een voorbeeld daarvan kan worden aangetroffen in de wet van 16 juli 1973 - de zogeheten cultuurpactwet - waarbij elke overheid verplicht wordt om alle erkende representatieve verenigingen en alle ideologische en filosofische strekkingen te betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van | |||||||||||||||||||
[pagina 684]
| |||||||||||||||||||
het cultuurbeleid; hierop steunt dan ook de verplichte samenwerking met de gemeentelijke culturele, jeugd- of sportraden. Veel aandacht is daarbij besteed aan de samenstelling van de raden maar met geen woord wordt gerept over de informatie waarover deze raden moeten kunnen beschikken om hun opdracht naar behoren te kunnen vervullen.Ga naar eind(10) | |||||||||||||||||||
De openheid van bestuur in feite.Gelukkig kan men dagelijks vaststellen dat er zich in de gemeenten heel wat praktijken of inmiddels ingeburgerde gebruiken hebben ontwikkeld die veel verder gaan dan de toepassing van de minimaal opgelegde wettelijke verplichtingen betreffende de openbaarheid van bestuur.Ga naar eind(11) De door de gemeenten genomen initiatieven getuigen van een mentaliteit van openheid en van werkwijze waarbij het bestuur het in een aantal gevallen als een evidentie beschouwt dat meer informatie dan wettelijk verplicht is wordt verstrekt. Verschillende van deze initiatieven kunnen bovendien niet losgedacht worden van de in 1977 doorgevoerde samenvoegingen van de gemeenten. De aandacht voor de opvang van bepaalde nadelige gevolgen van de vergroting van de afstand tussen het gemeentebestuur en de burgers heeft zeker het aantal van deze initiatieven doen toenemen. Voorbeelden daarvan zijn o.m.:
Ook de samenwerking met de gemeentelijke adviesraden moet hier worden vermeld. Hoe smal de wettelijke basis voor informatievergaring door de adviesraden ook is, toch kan men niet zonder meer voorbijgaan aan het feit dat vooral in de loop van de laatste jaren het aantal adviesraden, georganiseerd:
| |||||||||||||||||||
[pagina 685]
| |||||||||||||||||||
Vrij onderontwikkeld bleven vooralsnog echter de gemeentelijke initiatieven op het gebied van de inrichting van een eigen info-dienst. Slechts in een zevenentwintigtal gemeenten bestonden in 1979 initiatieven op dit vlak.Ga naar eind(16) Vooral kan daarbij gedacht worden aan het aanstellen van één of meer informatie-ambtenaren die belast kunnen worden met:
Natuurlijk wordt in het bovenstaand overzicht nog geen exhaustief beeld gegeven van allerlei andere initiatieven, die op basis van vrijwilligheid, door sommige gemeentebesturen worden ontwikkeld. Rekening houdende met het toch wel al te sporadisch karakter van deze initiatieven vermelden we, bij wijze van voorbeeld, alleen nog: het toekennen van vraag- of spreekrecht aan de burgers vóór of ná de zitting van de gemeenteraad, het organiseren van referenda of enquêtes, het afkondigen van gemeentelijke reglementen waarbij aan de betrokken burgers inzage verleend wordt van bepaalde gegevensbestanden die m.b.t. hun persoonlijke situatie in de gemeente worden bijgehouden, e.d.m. | |||||||||||||||||||
Naar een grotere openbaarheid van bestuur?Al kan niet ontkend worden dat de mentaliteit van openheid van groter belang is dan formele openbaarheidsregelingen en dat vanuit deze mentaliteit ook belangrijke initiatieven kunnen worden genomen om de openbaarheid te verzekeren, toch mag niet alles zonder meer daarvan afhankelijk worden gesteld. In bepaalde gevallen zal die mentaliteit inderdaad niet bestaan of achterwege blijven.
In de huidige maatschappelijke context blijft de vraag naar een grotere openbaarheid van bestuur dan ook centraal staan. Soms wordt deze vraag uitdrukkelijk in verband gebracht met de in de Grondwet erkende persvrijheid en vrijheden van meningsuiting en van vereniging of met het streven naar een betere rechtsbescherming. Deze vrijheden en de geboden rechtsbescherming worden inderdaad in grote mate inhoudsloos bij gebrek aan beschikbare informatie over overheidsaangelegenheden of bij gebrek aan toegang tot litigieuse dossiers.Ga naar eind(18) Maar niet alleen vanuit de explicitering van deze uitgangspunten kan de vraag naar een meer adequaat geregelde openbaarheid van bestuur worden onderbouwd. Even belangrijk in deze is het streven naar een meer open samenleving in het algemeen, naar een betere communicatie tussen de burgers en de overheid of nog naar een meer doorgedreven democratisering van de beleidsvoering.Ga naar eind(19) Het louter afhankelijk stellen van informatieverstrekking van de al dan niet aanwezige good-will bij het bestuur, het ge- | |||||||||||||||||||
[pagina 686]
| |||||||||||||||||||
brek aan eenvormigheid zodat de mogelijkheden tot informatievergaring nogal sterk van bestuur tot bestuur kunnen verschillen evenals het afwezig zijn van klachteninstanties indien vragen naar informatie ten onrechte worden afgewezen, bieden tenslotte weinig waarborgen daar waar de mentaliteit van openheid zou ontbreken.
Terloops kan ook worden ingegaan op de moeilijke positie waarin de ambtenaren zich bevinden in een stelsel dat blijft steunen op een principiële beslotenheid van bestuur en dat dan nog wordt versterkt door statutair opgelegde zwijg- of discretieplichten.Ga naar eind(20) Hierop steunt trouwens de in ons land sterk ingeburgerde reflex dat alleen verkozen bestuurders de gevraagde openheid en openbaarheid kunnen realiseren, ook daar waar helemaal geen beleidsvisies of politieke strijdvragen ter discussie staan. Een adequate regeling van de openbaarheid moet dan ook duidelijkheid brengen in de positie, die ambtenaren in deze kunnen innemen. Geheimhoudingsplicht kan dan niet meer worden ingeroepen in die gevallen waarin de openbaarheid zelf als regel zou gelden. Tevens moet het inzicht nog groeien dat het onrealistisch en ondenkbaar zou zijn een grotere openheid te bepleiten wanneer dit alleen een zaak zou zijn van vaak reeds overbelaste politiek verkozen bestuurders.
Een adequate regeling van de openbaarheid moet t.a.v. de gemeenten tevens tot gevolg hebben dat de financiële inspanningen die zij hiervoor doen hun facultatief karakter zouden verliezen. Vooral in een periode van economische crisis lopen deze uitgaven het gevaar onder de hakbijl van de bezuinigings- of saneringsmaatregelen te vallen.
Elk gemeentebestuur heeft nochtans tot plicht vorm te geven aan een levensnabij en een burgergericht bestuur. De voor de informatieverstrekking uit te trekken middelen kunnen dan ook niet als louter facultatief worden afgedaan. | |||||||||||||||||||
Is een wettelijke regeling noodzakelijk?Bij het streven naar een grotere openbaarheid van bestuur kan men nog moeilijk aan de vraag voorbijgaan of uiteindelijk ook voor België geen wet op de openbaarheid van bestuur noodzakelijk is. Sinds geruime tijd is hiervoor actie gevoerd binnen het project De Wakkere Burger en door de verschillende voorzitters van de politieke partijen werden inmiddels stellige toezeggingen gedaan dat zij een dergelijk initiatief ten volle zouden steunen.Ga naar eind(21) Ook op parlementair terrein werd in deze reeds een initiatief genomen, dat tot nog toe echter niet het stadium van het voorstel kon overschrijden.Ga naar eind(22)
Indien men inderdaad in deze tot een duidelijke situatie wil komen en t.a.v. het Belgisch openbaar bestuur in het algemeen een dergelijke sterk innoverende hervorming wil doorvoeren is een wet openbaarheid van bestuur een strikte vereiste. Openbaarheid zal dan niet meer afhangen van louter vrijwillig genomen initiatieven, waarvan de draagwijdte van bestuur tot bestuur kan verschillen. Vooral is deze wettelijke regeling echter vereist omdat nooit een algehele openbaarheid zal kunnen worden gerealiseerd zodat een duidelijke omschrijving van de uitzonderingsgevallen zich steeds zal opdringen. Hierbij kan men trouwens nog twee richtingen uitgaan.
| |||||||||||||||||||
[pagina 687]
| |||||||||||||||||||
Belangrijk is zeker dat in het kader van een dergelijke regeling een instantie wordt aangeduid, bij wie de burgers wier vraag naar informatie wordt afgewezen, beroep kunnen aantekenen indien zij van oordeel zijn dat deze afwijzing onrechtmatig gebeurde. Welke weg men uiteindelijk ook kiest op het gebied van de wettelijk nader te omschrijven openbaarheid van bestuur toch mogen t.a.v. de impact van een formele regeling als zodanig geen bovenmatige verwachtingen worden gekoesterd.Ga naar eind(24) Wel kan men ervan uitgaan dat de algemene discussie, die met de totstandkoming van het wetgevend initiatief normaal gepaard zal gaan, zeer sterk de mentaliteit van openheid in de hand zal werken en in feite - wellicht meer nog dan de formeel uit te werken regeling zelf - de verdere democratisering van de beleidsvoering in de hand zal werken. In dit verband moet trouwens ook veeleer gedacht worden aan een algemene regeling op de openbaarheid van bestuur dan aan een regeling, die uitsluitend op de gemeenten van toepassing zou zijn. | |||||||||||||||||||
Openheid en openbaarheid en de positie van het gemeenteraadslid.Tot nu toe werd uitsluitend gehandeld over de positie van de al dan niet georganiseerde burger. Toch moet men er oog voor hebben dat zich in deze een logische volgorde opdringt. Zoals het in feite onlogisch en frustrerend is inspraakprocessen op te zetten zonder dat vooraf de openbaarheid van bestuur op adequate wijze geregeld is zo komt het o.i. even onlogisch over eerst te denken aan een naar burger gerichte openbaarheidsregeling zonder dat men er vooraf voor gezorgd heeft dat de beoogde openheid in de interne werking van het gemeentebestuur zelf wordt verzekerd.
Vanwege de gemeenteraadsleden zelf hoort men vrij vaak de bedenking dat het gemeentebestur ook voor hen geen glazen huis is. Ook is het altijd pijnlijk indien de raadsleden of de betrokken ambtenaren bepaalde gemeentelijke aangelegenheden of initiatieven uit de pers moeten vernemen zonder dat zij zelf hierover vooraf geïnformeerd werden. Intern moet inderdaad in de eerste plaats zoveel mogelijk informatie doorstromen naar de raadsleden - zowel naar degenen die tot de oppositie behoren als naar degenen die tot de coalitie behoren - en ook naar de betrokken diensten. In het thans bij de Senaat aanhangige voorstel van nieuwe gemeentewet wordt ervan uitgegaan dat openheid en openbaarheid sterk in de hand gewerkt kunnen worden door | |||||||||||||||||||
[pagina 688]
| |||||||||||||||||||
aan het inzagerecht van de raadsleden ook een meer substantiële inhoud te geven - doordat m.b.t. de te bespreken agendapunten dossiers, die een ontwerp van beslissing bevatten, beschikbaar moeten zijn - en door hun recht op informatie te verruimen. | |||||||||||||||||||
Slotbeschouwing.Soms daartoe gedwongen door wettelijke bepalingen, die reeds nu aan de gemeenten meer verstrekkende openbaarheidsverplichtingen opleggen dan aan andere besturen, maar veel meer nog omwille van de door hen in de loop van de laatste jaren vrijwillig genomen initiatieven weegt de beslotenheid van het bestuur zeker minder op het gemeentelijk bestuur dan op de andere bestuurlijke niveaus. Toch blijft er nog een lange weg af te leggen. Openheid en openbaarheid zijn middelen, waardoor het bestuur een meer burgergericht karakter kan krijgen en waardoor tevens een goede en een democratische beleidsvoering kan worden bevorderd. In de mate deze overtuiging meer en meer zou doordringen kan een stelsel, dat ondanks alles blijft steunen op een principiële beslotenheid van het bestuur, zich niet langer meer handhaven. Wel zijn wij de mening toegedaan dat zich veeleer een algemene regeling op de openbaarheid van bestuur opdringt dan een regeling, die alleen op de gemeenten van toepassing zou zijn. Tevens moet - zoniet bij voorrang dan toch terzelfdertijd - werk worden gemaakt van een verbetering van de in het bestuur zelf noodzakelijke doorstroming van de informatie. |
|