Twee opmerkelijke toneelexperimenten.
Eindhoven 10 juni 1983.
Het Holland Festival in de maanden juni-juli is steeds meer een Randstad-gebeuren geworden waarbij dan muziek en opera de hoofdschotel vormen en toneel beperkt blijft tot enkele groepen. Dit jaar stond het werk van de Oostduitse schrijver Heiner Müller centraal met een voorstelling van het Schauspielhaus Bochum en een door Teater Sofia uit Bulgarije. Beide produkties waren te zien in Den Haag. Buiten de Randstad was er dit jaar een opmerkelijk project en wel in Eindhoven nl.
North Atlantic, een produktie die Globe samen met de Newyorkse Wooster Group realiseerde onder regie van Elizabeth LeCompte. De Wooster Group is eerder dit jaar te zien geweest tijdens het Kaaitheater Festival in Brussel met
Route 1 en 9 en Globe speelde daar toen
Drie Zusters. Daar zijn de definitieve plannen tot samenwerking in het project
North Atlantic vastgelegd en er werd van start gegaan met een script van de huisschrijver van de Wooster Group Jim Strahs en er werd besloten er ook iets Nederlands in te verwerken en dat werd een scène uit het klassieke Hollandse drama
Op Hoop van Zegen nl. het gesprek van de vrouwen tijdens een stormnacht. Uiteindelijk heeft
Op Hoop van Zegen als ondertitel
Spel van de zee en
North Atlantic is de naam van een Amerikaans vliegdekschip even buiten de Nederlandse kust met aan boord een Amerikaanse bemanning en een aantal Nederlanders. Op dit denkbeeldige schip speelt de handeling zich af, boven het wrak a.h.w. van het in de stormnacht met man en muis gezonken schip
Op Hoop van Zegen. Zeer bijzonder was op de eerste plaats het decor. Er werd gespeeld tegen een hellend vlak van een stalen vloer die de controlekamer op het vliegdekschip
Globe en Wooster Group in ‘North Atlantic’.
moest weergeven met een lange stalen tafel met allerlei communicatie-apparatuur. De vloer kon bewegen en men gleed soms van boven naar beneden en klom over ballustraden en hekwerk. Het geheel was gedeeltelijk in de zaal uitgebouwd. De achtergrond was effen blauw met lichteffecten en aanduidingen van de scènes. Soms was er een oorverdovend lawaai van overvliegende of landende straaljagers en chaotisch dooreen pratende stemmen via microfoons, telefoons en megafoons. Nu en dan werd het geheel onderbroken door songs, westerns, die werden gezongen en het
Avé Maria van Gounod door een mannelijke sopraanstem, wat een bijzonder komisch-bizar effect had. De teksten waren verwarde Amerikaanse gesprekken, oproepen, bevelen, in en uitgaande instructies.
Het stuk levert een verwarrend beeld van een dolgedraaide wereld op, waarin via elektronische apparatuur door elkaar gepraat wordt, obsceniteiten worden uitgewisseld, agressie wordt ontladen en songs worden gezongen die als een soort verdovingsmiddel geweld en verwarring moeten afschermen. Er heerst een soort militaire legerdiscipline die het geheel een schijn van ordening en van zinvolle bezigheid moet geven. Men is bezig met niets in een kille harde telexwereld, een nachtmerrie in een Amerikaanse droom waarin country- en westernmuziek geolied meedraait. Het is een soort Amerikaanse satire à la Kienholz van het hijsen van de Amerikaanse vlag waarbij de stem en de songs van Randy Newman goed gepast zouden hebben. De absurditeit van een technisch bewapende wereld op een heen en weer golvend schip wachtend op de totale vernietiging?
Een boeiend project waarmee Globe weer heeft bewezen een vitale groep te zijn die geen experimenten schuwt. Van het statische literaire teksttoneel van bijv. Het Chemisch Huwelijk naar dit soort Amerikaanse actietoneel is een hele sprong.