Toneel
‘Documenta’ en het Documentatiecentrum voor Dramatische Kunst Gent.
Ongeveer gelijktijdig met het verschijnen van de eerste nummers van Etcetera doet nog een ander nieuw theatertijdschrift in Vlaanderen zijn intrede. Documenta is de naam. Het tijdschrift verschijnt viermaal per jaar en is een uitgave van het ‘Documentatiecentrum voor Dramatische Kunst van de Rijksuniversiteit Gent’ en de gelijknamige v.z.w. die een tiental jaren geleden werd opgericht.
Het gaat om een initiatief dat nog te weinig bekend is. Sinds 1972 worden door het Documentatiecentrum allerlei theaterdocumenten, die anders versnipperd liggen in bibliotheken en (particuliere) archieven, efficiënt bijeengebracht. Op die manier kan de belangstellende belangrijke theaterbronnen raadplegen, die anders moeilijk of helemaal niet toegankelijk zijn. In twee brochures werden alle werken over drama, teksten van toneelstukken, regieboeken, programma's, affiches, tijdschriften en bijzondere verzamelingen, waarover het Centrum tot 1 september 1979 beschikte, geïnventariseerd. De tweede inventaris alleen al telt 59 p. Onder het vele historisch materiaal bevinden zich bijvoorbeeld heel wat tekstbrochures uit de 19e eeuw en uit de voor ons belangrijke periode van de jaren 1920 en 1930 (W. Putman, A. van de Velde). Belangrijke verzamelingen zijn o.m. het archief van Toneel Vandaag, dat door Rudi van Vlaenderen aan het Centrum geschonken werd, en de verzameling E. van Durme, die de allereerste programma's van KNS-Gent (1871-1872) bevat.
Jozef de Vos, die de catalogi opstelde, wijst er terecht op dat hier een prachtige kans ligt om een zo compleet mogelijk archief van het Vlaams theaterleven tot stand te brengen. Vooral in verband met het ordenen van hedendaags theatermateriaal is er echter nog heel wat te realizeren. Het Documentatiecentrum wil niet alleen uitgroeien tot een noodzakelijk instrument voor studenten en vorsers, maar moet ook de belangstelling en wetenschappelijke studie van het theater kunnen stimuleren.
Het is vooral vanuit deze dubbele gedachte dat het tijdschrift Documenta gegroeid is. Enerzijds fungeert het als mededelingenblad van het Documentatiecentrum en worden er de nieuwe aanwinsten voorgesteld. Anderzijds biedt het publikatiemogelijkheid aan studenten en wetenschappers. De eerste twee nummers zijn verschenen en bevatten naast enkele recensies en een korte beschrijving van de nieuwste verzamelingen in het Centrum, vier langere artikels.
Luc Lamberechts (K.U. Leuven) ontleedt Goethes Torquato Tasso-tekst en interpreteert met diepgang de regie van Jan Decorte. Hij komt tot de conclusie dat zijn ensceneringsprincipe op paradoxaal boeiende wijze een diepere ideologisch-kritische spanning in Goethes werk voor een actueel concept vruchtbaar maakt. Hij commentarieert zijn vermoeden dat in het geheel van de Duitse Tasso-opvoeringen van de laatste vijftien jaar (Peter Stein, Claus Peymann, Ernst Wendt) Decortes innovatief ensceneringsconcept wel eens richtinggevend zou kunnen worden voor een nieuwe kritische omgang met klassieke teksten.
Over complexiteit en chaos is de titel van de analyse door An-Marie Lambrechts van De opdracht van Heiner Müller, opgevoerd door Arca-Net in regie van Pol Dehert en Herman Gilis. Dit is het uitvoerig werkverslag van een studie die studenten aan de K.U. Leuven maakten in de cursus Opvoeringsanalyse. Doordat door enkele studenten ook repetities werden bijgewoond, kan de bedoeling van regisseurs en acteurs getoetst worden aan de meer ‘objectieve’ receptie door de toeschouwer, die dan wel de grondige tekstlectuur in het achterhoofd heeft.
Nog eens Jan Decorte onder het mes in het artikel van Jozef de Vos (R.U. Gent), n.a.v. King Lear. De Vos plaatst Decortes vertaling en voorstelling midden in de Lear-exegese en ziet vooral de ironische en cynische ontluistering van het stuk, waardoor een kille alledaagsheid ontstaat die soms op groteske wijze echt lijkt. Niet alleen de toeschouwer wordt elke illusie omtrent de Lear-figuur ontnomen; ook de figuur zelf is volkomen illusieloos. Er wordt geponeerd dat Decorte de personages louter als instrumenten gebruikt bij zijn lezing van het stuk en de acteurs tegen de tekst laat spelen.
De schrijver van dit kroniekstukje ten slotte, peilt naar criteria voor de speelbaarheid van een dramatekst, door de twee recente Nederlandse vertalingen van Aristofanes' Lysistrata te vergelijken. De dynamiek van Claus' tekst (door het NTG gebruikt) schept theater, reikt het hele spelconcept aan, terwijl de taalcreativiteit van vertaler H. Verbruggen enkel tot een voortreffelijke leestekst leidt.
Qua omvang en vormgeving is Documenta eerder ‘bescheiden’, mede doordat het als tijdschrift niet in een commercieel uitgeverscircuit zit. De redactie hoopt echter dat er voldoende belangstelling zal zijn om het blad op ruimere basis uit te bouwen, met vooral veel aandacht voor het hedendaags theater in al zijn verschijningsvormen, zonder de historische benadering uit het oog te verliezen.
Fred Six
Het Documentatiecentrum voor Dramatische Kunst is gevestigd in de Rijksuniversiteit, Rozier 44, 9000 Gent. Een jaarabonnement op Documenta kost 250 BF / f 18,- (te storten op rekening 290-0012255-54 van Documentatiecentrum voor Dramatische Kunst, Gent).