Van Dale Groot Woordenboek Frans-Nederlands.
Meer dan honderd jaar geleden, in 1864 om precies te zijn, was er in het Zeeuws-Vlaamse stadje Sluis een schoolmeester die zó met de taal begaan was, dat hij onder de titel Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal een totaal nieuwe versie van de toenmalig bestaande woordenboeken leverde, met zoveel succes dat dit gedegen werk nog steeds onder zijn naam bekend staat als (de dikke) Van Dale.
Het onderwijzertje Johan Hendrik van Dale (1828-1872) is praktisch overal vergeten, maar de Van Dale is zo'n degelijk Nederlands begrip geworden dat men in de jaren tachtig de Van Dale Lexicografie BV stichtte (met beschermd waarmerk) die alleen al met behulp van die naam het Nederlandse taalgebied voldoende vertrouwen hoopte in te boezemen om het geweldige project van de BV te doen slagen.
Dit project bestond eruit onder de naam Van Dale een serie nieuwe woordenboeken te laten verschijnen die alle bestaande in de schaduw wilde stellen, zowel op het gebied van het Frans/Nederlands als van het Nederlands/Frans, Duits/Nederlands, Nederlands/Duits, Engels/Nederlands, Nederlands/Engels en apart nog een woordenboek van het Hedendaags Nederlands, en dat binnen de tijd van enkele jaren. Naar verwachting zal de reeks in 1985 voltooid zijn!
Het eerste van die zeven Van Dale's ligt nu vóór me, in een prachtige rode band met zilveren opdruk, een échte dikke Van Dale, een échte grote Van Dale: een gróótse Van Dale zonder meer. Ik heb de tijd van 1864 niet meegemaakt, maar het zou me verwonderen als de indruk van het ‘Nieuw woordenboek’ van toen even verpletterend is geweest als die ik nu onderging bij kennisname van dit Groot-Woordenboek Frans-Nederlands. Werkelijk, dit nieuwe groot woordenboek slaat álles wat er op dit gebied bestaat, en niet met millimeters maar met centimeters, ja zelfs met decimeters in vele gevallen, en als je de totale lengte der kolommen bij elkaar neemt, scheelt het zelfs vele meters, decameters... Althans, dat verwacht men wanneer men de prachtige aanbiedingsfolder bekijkt en speciaal de twee pagina's daaruit die naast één kolom ‘nieuwe Van Dale’ drie overeenkomstige gedeelten uit het meest gangbare bestaande aanbod tonen (alles op ware grootte). De Van Dale-kolom is niet alleen telkens minstens tweemaal zo lang, maar ze bevat ook minstens het dubbele, soms zelfs het driedubbele van de inhoud op het gebied van de betekenis der woorden die in de overeenkomstige kolommen staan overgedrukt.
Bij nadere vergelijking van Kolom 1 (Van Dale) met de andere drie valt trouwens nóg iets op: bij gâchette staat - behalve de uitspraak in fonetisch schrift - ook nog een bepaalde codering: 0.1, 0.2, 0.3, 1.3 en 3.3. Deze codering wordt voorin het woordenboek verklaard, maar ook nog op een aparte bladwijzer, zodat men steeds weet: 0.1, 0.2 etc. zijn de hoofdvertalingen van het trefwoord; 1.1 is betekenisnummer 0.1 in combinatie met een