scenarioschrijver Paul Koeck, met wie hij ook het scenario van zijn vorige film schreef, ontwierp hij het script van een politiefilm, die een ruim publiek moest aanspreken. Dat werd Zaman, het verhaal van het dagelijks leven van een agent bij de stedelijke opsporingsdienst.
Zaman (uitstekend vertolkt door Marc Janssen) is een zo plichtsgetrouw rechercheur dat zijn werk zijn privé-leven ontreddert. Zijn relatie met zijn dochter uit zijn eerste huwelijk en die met zijn tweede vrouw gaan erdoor stuk. Bovendien ervaart hij dat een al te ijverig politieman niet altijd gewaardeerd wordt door de overheid. Zodra Zaman merkt dat hij wel de kleine misdadigers mag arresteren maar het witteboordgeboefte, dat de touwtjes in handen houdt, beter ongemoeid kan laten, hoeft het voor hem niet meer. Het einde van de film is tevens het ‘Einde van een loopbaan bij de politie’.
Le Bons sterk sociaal geëngageerde visie, gekoppeld aan een sterk realisme (zijn Fugitiveverleden), heeft hij in deze film getemperd door toevoeging van genre-ingrediënten uit de betere Amerikaanse en Franse politiefilm. Naast de klassieke actiescènes is er de eenzaamheid van de integere politieman die het opneemt tegen de overmacht van het milieu. Zaman is behalve een routinier in het vak, dit in tegenstelling tot zijn medewerker Frank (Herbert Flack), die nog alles moet leren, toch ook slechts een mens, wiens zwakheden de gangsterwereld handig tegen hem uitspeelt. Tegenover keiharde scènes, eigen aan het genre, plaatst Le Bon nu en dan subtiele humane en humoristische accentjes, die het publiek gretig meepikt. De sfeervolle schildering van het Antwerpse nachtleven is een bijkomende attractie.
Belangrijker is dat veel meer dan in Guy Lee Thijs'
De Potloodmoorden de psychologie van
Raymond van het Groenewoud in ‘Na de Liefde’.
het hoofdpersonage uitgediept is.
Zaman is de eerste volwaardige psychologische politiefilm van de Vlaamse film.
Zowel het scenario als de realisatie hebben een behoorlijk niveau. Le Bon gaf zijn film ook een typisch Vlaams karakter mee en dat niet uitsluitend dank zij de vlotte Antwerpse dialoog.
Naast de hierboven vermelde kwaliteiten vallen ook nog op: de knappe acteursregie, volgens de cineast vooral het resultaat van een doordachte casting, en de boeiende montage door vakman Ludo Troch. Kortom, Le Bon slaagde in zijn opzet, nl. voor de eerste keer een B-film te realiseren die aanslaat bij het publiek. Dat hij zijn ideologische opstelling daarbij niet verloochende, maakt zijn werk nog verdienstelijker.