Morfologie van de politieke machtsverhoudingen te Brussel.
Hoe meer studies over Brussel, hoe beter. Hoe beter men het dossier kent - en daarvoor zijn wetenschappelijke studies zeker het meest geschikte middel -, hoe beter de oplossing kan zijn die men aan het onderwerp geeft. Let wel ‘kan’ zijn! Overdreven optimisme is ook hier weer uit den boze. Deze inleiding om duidelijk te stellen dat we elke ernstige studie over het probleem Brussel met een zeer gunstig vooroordeel in handen nemen.
De bedoeling van voorliggende studie van de Leuvense politoloog Luc Holvoet is een analyse te maken van de machtsposities in de twee taalgemeenschappen te Brussel en in het gebied rond Brussel. In een ietwat duidelijker taal: kijken welke en hoeveel Vlaamse politici waar wonen in Brussel en omgeving en omgekeerd kijken welke en hoeveel franstalige politici waar wonen in datzelfde Brussel en omgeving. Eens men al die optellingen heeft gemaakt, tracht Luc Holvoet er politieke duiding aan te geven. Zo stelt hij grosso modo vast dat er onevenredig veel Vlaamse politieke macht gelokaliseerd is in Brussel stad, terwijl er in de zuidelijke gemeenten van de Brusselse agglomeratie, het gebied van de Woluwe, vrijwel geen Vlaamse macht te vinden is, dat daar meer franstalige macht is geconcentreerd. Dat alles wordt dan nog zeer overzichtelijk in kaart gebracht. Hoe is de auteur nu tewerk gegaan? Hij is gaan nakijken waar in de Brusselse gemeenten de belangrijkste politici wonen, gaande van de eerste minister over, onder meer bestuursleden van partijafdelingen, burgemeesters, parlementsleden tot en met gemeenteraadsleden. Dus alleen politieke figuren en dat zowel voor de Vlaamse als voor de franstalige partijen in Brussel en omgeving. Al die ‘machthebbers’ krijgen dan een punten-kwotatie, - een cijfermatig waardeoordeel, - bepaald in functie van hun machtsinvloed en dan gaat Holvoet aan het cijferen. Als dat allemaal gebeurd is, stelt hij vast dat de ‘lokalisatie van de politieke macht statusgebonden is’, anders gezegd, dat de ‘machtigen’ in de villabuurten wonen, de minder machtigen in een rijhuis en dat de volksbuurten niet bepaald de omgeving zijn waar er echt politieke macht te vinden is. Een en ander brengt de auteur o.m. tot de vaststelling dat een eventuele samenvoeging