een relatief geringe bekendheid met elkaars programma's was een BRT-voorpost uiteraard belangrijker als talent-scout, als doorgeefluik van trends, als aangever van wat de ander zou kunnen interesseren voor overname in het eigen programma.
De kabel en zijn sterke expansie uitgerekend in Vlaanderen en Nederland heeft vanaf de tweede helft van de jaren zeventig de betekenis van die aspecten uitgehold.
De mogelijkheid bleef, nieuwe perspectieven te zien en te realiseren: maar daar zitten we opnieuw bij het verhaal van de fles uit het Engels boekje.
Het is een feit dat structureel overleg is gegroeid op bestuursen beleidsniveau.
Maar waar het kennelijk oorspronkelijk de bedoeling is geweest samen ingrijpende besluiten te nemen en het beleid op elkaar af te stemmen moet worden erkend dat dit er niet is uitgekomen: het overleg heeft veeleer het karakter van een boeiende uitwisseling onder vakmensen van nuttige informatie.
De omroepsamenwerking heeft op het televisiegebied geleid tot Nederlandstalig drama van niveau: Een mens van goede wil, Joachim Stiller, Maria Speermalie, en vele andere hebben hoge kijkcijfers gescoord.
Maar tot een zekerheid, een continuïteit van co-produktie bijv. door het instellen van een co-produktiefonds is het nooit gekomen.
Het blijft telkens wachten op een incidenteel voorstel van een dienst drama en de eventuele rijping ervan tot een voldragen programma met als gevolg: jaren zonder grote series...
Op radiogebied zijn de aardigste initiatieven bedacht en uitgewerkt om op het terrein van culturele informatie, hoorspelen, ontspanning uit te wisselen en nader tot elkaar te komen. Ook daar een grillig patroon: soms lukt het een tijdje, soms een hele poos niet meer.
Het grote, structurele samenwerkingsproject over de grenzen heen dat radio Delta wilde zijn, is gestrand in het zicht van de haven.
Halverwege de jaren zeventig groeiden de ‘Open School’- en ‘Open Universiteit’-gedachten, met de vaststelling dat Vlaanderen evenmin als Nederland over een adekwate organisatie ervoor beschikten.
Niettegenstaande het jarenlange werk van een Gemengde Commissie Instructieve Omroep van BRT en NOS is de toestand anno 1982 zo dat de kleine Instructieve Omroep van de BRT met mensen en middelen moet woekeren om het hoofd boven water te houden, terwijl in Nederland een aantal organisaties in vrij amorf verband de idee van instructieve omroep naar eigen inzicht uitbouwen...
En zoals gezegd zijn Nederland en België de dichtstbekabelde gebieden van West-Europa. In de Gemengde Kabelcommissie van BRT en NOS houdt men elkaar op de hoogte van de ontwikkelingen. Maar door het ontbreken van een sluitende auteursrechtenregeling worden de Vlaamse televisieketens maar tot op zekere hoogte in Nederland ontvangen, vaak met slechte beeldkwaliteit, terwijl Nederland 1 en 2 alleen in de Vlaamse huiskamers kunnen worden bekeken omdat de Belgische auteursrechtenvereniging Sabam risico's loopt m.b.t. eventuele claims van rechthebbenden.
En dan trek je de streep en probeer je zo helder mogeljk vast te stellen of, in het licht van de vrij drastische bezuinigingen waartoe de BRT gedwongen wordt, een voortzetting van de permanente vertegenwoordiging verantwoord blijft. De Raad van Beheer van de BRT heeft in de bezuinigingsdans van februari 1982 negatief geoordeeld. Evenwel zonder hiermee koploper te zijn in een nieuwe ontwikkeling.