Ons Erfdeel. Jaargang 25
(1982)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 622]
| |
Rubens Leerstoel voor de Geschiedenis en Cultuur van de Lage Landen heet, is het resultaat van uitgebreide onderhandelingen tussen het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur en de Universiteit van Californië.
De inaugurale ceremonie werd gehouden in de ‘Murrison Room’ van de Charles Franklin Doe Bibliotheek; in deze imposante zaal vond tien jaar geleden de installatie van de Koningin Beatrix Leerstoel plaats.
Professor Reginald de Schryver hield de inaugurale rede, die als onderwerp had: ‘Nationaal-Socialistische en Marxistische Interpretaties van de Geschiedenis van België’, en de periode van de middeleeuwen tot de jaren vijftig van deze eeuw bestreek. De Schryver, die hoogleraar geschiedenis aan de Katholieke Universiteit te Leuven is, is de eerste houder van de leerstoel. Als directeur van het Dutch Studies Program had ik het voorrecht Professor De Schryver te introduceren. De ceremonie werd gefinancierd door de Rector Magnificus van de Universiteit en werd gepresideerd door de decaan. Verder waren o.a. aanwezig: de voorzitter van de Duitse faculteit en de Belgische consul-generaal, André Adam.
De belangrijke Rubens Leerstoel is de verwezenlijking van een droom die ik al jaren koesterde. In een artikel voor Ons Erfdeel (1-77), Nederlands in het buitenland: Heeft het nog zin? pleitte ik voor de instelling van een leerstoel in de Vlaamse cultuur:
‘Ofschoon het Nederlandse studieprogramma in Berkeley leven is ingeblazen via de Prinses Beatrix Leerstoel van de Nederlandse regering, zou een leerstoel van de zijde van de Belgische regering het programma des te beter maken. Vlaamse schrijvers worden bestudeerd op Amerikaanse universiteiten, maar er bestaan slechts weinig kursussen over de Zuidnederlandse kultuur in het algemeen, terwijl er wel tekenen van belangstelling zijn van de zijde van de studenten.’
De leerstoel is opgericht in de vorm van een gasthoogleraarschap in verschillende wetenschappen, dat een trimester per jaar duurt en dat o.a. de volgende vakken omvat: geschiedenis, literatuur, muziek, muziekgeschiedenis, sociologie en volkskunde.
Ongeacht het speciale vakgebied zal de focus van de leerstoel zich richten op het land en het volk van de Nederlandse taalgemeenschap in België. Jaarlijkse benoemingen voor de leerstoel zullen op basis van rotatie worden gedaan uit de faculteiten van de vier deelnemende universiteiten: de Rijksuniversiteit Gent, de Vrije Universitet Brussel, de Unversitaire Instelling Antwerpen en de Katholieke Universiteit Leuven. De Peter Paul Rubens Professor, zoals de houder van de leerstoel wordt genoemd, geeft een cursus op het licentiaatsniveau en houdt tevens een openbare wetenschappelijke lezing op het gebied van zijn/haar specialisatie (beide in het Engels).
De selectie voor de jaarlijkse benoeming wordt gedaan door het Flemish Studies Committee, dat uit Amerikaanse en Vlaamse professoren bestaat en de Decaan van de universiteit aanbevelingen geeft. Er is nog niet besloten wie voor het volgende jaar benoemd zal worden. Wij zouden graag een grotere verscheidenheid van wetenschappen vertegenwoordigd willen zien. Momenteel overtreffen historici de anderen ruimschoots in aantal (zes tegenover één). Wij zien de ontvangst tegemoet van curricula vitae op het gebied van kunstgeschiedenis, literaire kritiek, muziekgeschiedenis, politieke wetenschappen, sociologie, volkskunde en andere wetenschappen.
Het initiatief voor het stichten van de Rubens Leerstoel ontstond tijdens de feestelijkheden rond België Vandaag in 1980, toen de Universiteit van Californië Prins Albert en Prinses Paola op de campus verwelkomde. Berkeley was tevens de plaats waar te zelfder tijd een groots interdisciplinair symposium over de ‘Biculturalism of Belgian Society’ gehouden werd. Gedurende de introductie kwam de Koningin Beatrix Leerstoel ter sprake. De voorzitter van de vergadering richtte zich toen tot het publiek, waaronder zich de Belgische ambassadeur bevond, en zei dat het naar zijn mening hoog tijd werd voor de vestiging van een Belgische leerstoel aan een belangrijke Amerikaanse universiteit. Dat was zeker zo, en zijn idee werd dan ook met enthousiasme ontvangen. (Het zou misschien vermeld moeten worden dat een dergelijke leerstoel, ideaal gezien, uit twee complementaire delen zou moeten bestaan, een voor de Nederlandssprekende Belgische taalgemeenschap en een voor de Franstalige gemeenschap. In mijn briefwisseling met de Belgische ambassadeur heb ik daarom voorgesteld dat een Franstalige leerstoel naast de Vlaamse zou worden ingesteld. Zulk een gasthoogleraar zou in de Franse faculteit kunnen worden ondergebracht.)
De Rubens Leerstoel is dus het resultaat van deze uitdaging. Als onderdeel van het grootste Dutch Studies Program in de Verenigde Staten zal de leerstoel de hoogste normen in de wetenschappen handhaven, zowel wat betreft de gasthoogleraren, als wat de deelnemende universiteiten betreft.
De stichting van de Rubens Leerstoel in Berkeley is het logische gevolg van de geleidelijke opname van Vlaamse studies in het Dutch Studies Program en de toenemende participatie van Vlamingen aan het programma.
De vraag wordt soms gesteld welke plannen Berkeley's Dutch Studies Program heeft voor de toekomst. Momenteel is er een grote behoefte aan een uitwisse- | |
[pagina 623]
| |
lingsprogramma met een Nederlandstalige universiteit. Er zijn besprekingen gaande betreffende een uitwisseling van hoogleraren. Een dergelijk programma heeft grote voordelen op het gebied van academische research voor de deelnemende wetenschappelijke onderwijsinstellingen en zal het wederzijds inzicht in de verschillende landen en culturen ten zeerste verrijken.
De studenten zouden echter niet moeten worden uitgesloten van een dergelijke uitwisseling. Het zou waardevol voor een student van Berkeley zijn om een volledig academisch jaar aan een Nederlandse of Belgische universiteit door te brengen, wanneer deze studie van het gehele studiepakket deel uit zou maken. Ditzelfde zou het geval zijn voor studenten aan Nederlandse of Belgische universiteiten waarmee een uitwisselingsprogramma tot stand zou worden gebracht. (Het is waarschijnlijk dat Amerikaanse studenten naar Berkeley zullen terugkeren met een Vlaams accent; dit zal een grotere variatie veroorzaken die in een programma, als het Dutch Studies Program, wordt nagestreefd. Het zou misschien tevens enkele van ons stijve Nederlanders wat kunnen vermurwen.)
Er is nog een ander plan dat serieus besproken dient te worden. Ik doel nu op de instelling van een Writer-in-Residence. Nederland heeft twee van dergelijke posities gevestigd in de Verenigde Staten: aan de Universiteit van Minnesota en aan de Universiteit van Michigan. Deze programma's zijn een groot succes. Voor zover ik weet, heeft België geen Writer-in-Residence, hetgeen jammer is. De Vlaamse schrijvers doen bepaald voor niemand onder. Hun werk wordt naast dat van Nederlandse schrijvers bestudeerd in alle belangrijke Dutch Studies Programs ter wereld. Het zou wederzijds voordelen bieden wanneer Vlaamse schrijvers aan deze centra zouden deelnemen. Berkeley is bereid elk jaar een schrijver op haar campus te huizen op basis van rotatie. Uit mijn gesprekken met een aantal Vlaamse schrijvers maak ik op dat er aanzienlijke belangstelling voor een dergelijk plan bestaat.
Tot besluit wil ik graag, mede namens de Universiteit van Californië, onze dank uitdrukken aan het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur en aan de vier universiteiten die gezamenlijk een bijdrage tot de oprichting van de Peter Paul Rubens Leerstoel hebben geleverd. De leerstoel bekroont twintig jaar ondersteuning door de Belgische regering van de studie aan Amerikaanse universiteiten van de twee culturen. Dit wordt in het bijzonder gekenmerkt door de vele subsidies in de vorm van boeken en tijdschriften. Ik hoop dat de goede verhouding die tussen Berkeley en de Vlaamse universiteiten bestaat zal blijven gedijen.
Prof. Dr. J. Snapper, Berkeley, U.S.A. |
|