Nederlandse taal- en cultuurpolitiek
Nederlandse taal en cultuur in het buitenland
Nederlands taalgebied beste handelspartner van Noordrijnland-Westfalen.
Iedereen kent de spreuk: de klant is koning. Dit geldt echter niet voor de Nederlandse klant. Hoewel Nederland de eerste handelspartner is van Noordrijnland-Westfalen, vóór België Luxemburg en Frankrijk, is het Duits praktisch de enige handelstaal voor de contacten met Nederland. Het Nederlands is ook geen officieel vak op de handelsscholen in deze deelstaat en wordt nergens op dit schooltype aangeboden. Het Duits kan ook als de handelstaal met Vlaams-België beschouwd worden, deelt het ministerie te Düsseldorf mede. Nederland en Vlaanderen samen betekenen echter voor Noordrijnland-Westfalen bijna evenveel op economisch gebied als Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië samen! Dit lijkt alles zo goed als onbekend zodat b.v. in een ‘Informationsblatt’ voor de Duitse ouders o.a. als argument voor het Frans wordt aangevoerd dat Frankrijk de meest belangrijke handelspartner van de Westduitsers is. Daarnaast gaat er een permanente druk uit voor meer Frans in de Bondsrepubliek dankzij de 1.000 jumelages tussen Franse en Duitse steden en de vele Frans-Duitse Verenigingen met tienduizenden leraren Frans in West-Duitsland. Het Frans werd ook studievak aan de pedagogische akademie van Rijnland-Palts te Landau, voor de opleiding van vakleraren in Haupt- und Grundschulen (primair onderwijs). Zodoende kan het Frans na de kleuterschool verder onderwezen worden. Een argument voor deze officiële maatregel ten gunste van meer Frans was de gemeenschappelijke grens met Franstalige buurlanden: het Oost-Belgische land van Sankt Vith, Luxemburg (Groothertogdom) en een stukje Lotharingen, waar nog veel of overwegend Duits gesproken wordt. Ook Noordrijnland-Westfalen wil binnenkort nog meer voor het Frans doen: hier wordt aan tal van gymnasia in Frans-Duitse secties het Frans reeds vanaf het eerste studiejaar dagelijks onderwezen - geen vak krijgt zoveel lessen per week! - en vanaf het derde studiejaar worden zelfs twee
vakken (aardrijkskunde, geschiedenis) uitsluitend in het Frans gedoceerd. Thans zal het aantal scholen met Frans als eerste vreemde taal verder uitgebreid worden, dat is dus negen jaar Frans i.p.v. meestal zeven jaar (= 2e vreemde taal). Deze regeling werd intussen ook in Hamburg ingevoerd, veraf van de Franse taalgrens. Dit alles ondanks de bezuinigingen. Ook daarom zou de Bondsrepubliek, vooral Noordrijnland-Westfalen en Nedersaksen, met noordwestelijk Rijnland-Palts, ook veel meer voor het Nederlands moeten doen. Ze doen dat ook, - indien Nederland en Vlaanderen dat energiek blijven eisen, en zoals de Fransen al hun troeven uitspelen...!
Josef Kempen.