Ons Erfdeel. Jaargang 24
(1981)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 697]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
De ruimte cerebraal benaderd
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Vrouwelijke schilderijen?Gevestigd te Amsterdam ging Yvonne Kracht deel uitmaken van een vriendengroep waartoe ook de beeldhouwer Shinkichi Tajiri behoorde. Zijn abstracte constructies, agressief en erotisch, wonnen haar voor de abstractie. Maar tegenover zijn extraverte, mannelijke erotiek plaatste zij een vormgeving die misschien als vrouwelijk beschouwd kan worden, erotisch of niet. Tot haar zeventiende jaar was zij opgegroeid in Brussel in een milieu waar voor een meisje enge kaders golden; deze begrenzingen bestonden niet in Den Haag, waar sexe kameraadschap niet in de weg stond. Zelf zegt ze dat ze pas volledig verzoend werd met haar vrouw zijn door het dragen en baren van een kind. Daarna bezat ze voldoende weerstand tegen opvattingen die de superioriteit van de man aan de vrouw verkondigdenGa naar eind(1). Haar zwangerschap inspireerde haar tot ronde en ovale vormen. Tot vormen die behoed worden en andere die behoeden. Voor deze levensperiode van Yvonne Kracht krijgt de Amerikaanse kunstcritica Lucy Lippard die zich waagt aan een | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 698]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
1.
Yvonne Kracht, ‘Uit de cirkel I’, 1977, cortenstaal, 120×120×120 cm.
2.
Yvonne Kracht, ‘Uit het vierkant II’, 1977, cortenstaal, 115×520×150 cm. definitie van de vrouwelijke beeldtaal gelijkGa naar eind(2). Gloeiende aarde in gemengde techniek uit 1957-'58 is zulk een ‘vrouwelijk’ schilderij: een rood-oranje bol wordt links en rechts door beschuttende vormen geflankeerd. Die vormen, goud- en zandkleurig, zijn intuïtief van benadering, niet mathematisch. Door de verf is zand gemengd, zodat een korrelstructuur ontstaat. Hierdoor en door de krassen die een diepere ondergrond bloot schijnen te leggen, wordt er een sterk contact met de aarde gesuggereerd. Gloeiende aarde en andere werken uit deze tijd zijn eerder verwant aan de vroege materieschilderijen van Jaap Wagemaker dan aan die van Antoni Tàpies. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Archeologe van het heden.De beschuttende vormen van Gloeiende aarde zouden als E-vormen jarenlang in het werk van Yvonne Kracht aanwezig blijven; de nadruk op de materie duurt zelfs voort tot op de dag van vandaag. Zo kreeg de materie aandacht doordat ze veel aardkleuren gebruikte en, omstreeks 1959, metalen draden begon te integreren in het schilderijGa naar eind(3). Vervolgens nam ze machine-onderdelen op in de dikker wordende verfpâte of ze bevestigde die op een metalen plaat. De onderdelen, die ze als archeologe van het heden op schroothopen bijeenzocht, werden steeds driedimensionaler en vertoonden bij herhaling E-vormen. Tenslotte leek haar werk op een maquette van een stad, gebouwd volgens de principes van De Stijl.
Wanneer Yvonne Kracht voor de tweede keer zwanger is, in 1967-'68, zou ze niet met de door Lucy Lippard als vrouwelijk aangeduide vormen werken, maar met losse blokken die om een logisch verband vragen, terwijl de kunstcritica een anti- of a-logische opbouw juist definieerde als kenmerkend voor een vrouwelijke compositie. Voor de strenge logica van de constructies die Yvonne Kracht na 1970 opbouwde in intiem formaat maar ook monumentaal, zou Lucy Lippard geen gelijk behalen. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 699]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Yvonne Kracht, omgeven door ‘Uit de driehoek I’, 1975-1976, cortenstaal, 300×500×300 cm.
| |||||||||||||||||||||||||||||||
De ruimte cerebraal benaderd: ‘Uit de cirkel’.Vóór 1970 had Yvonne Kracht al in zeefdrukken en driedimensionaal maar dan vooral op beperkte schaal de vormen ontwikkeld die haar in Nederland de naam van monumentaal constructivisteGa naar eind(4) zouden bezorgen. De vele variaties die ze presenteerde waren alle terug te brengen tot de cirkel, de hoek van negentig graden en de hoek van zestig graden. Haar systematisch vormonderzoek van deze drie basisgegevens ondernam ze tegelijkertijd op drie- en op tweedimensionaal plan, zelfs zo nadrukkelijk dat op tentoonstellingen het object geëxposeerd werd naast de zeefdruk die hetzelfde probleem in beeld bracht. Bij haar onderzoek liet ze zich steeds leiden door haar verstandelijke benadering van de ruimte. Of dit wel tot de vrouwelijke concepties behoort, volgens de opvattingen van Lucy Lippard? Zo ontwierp ze vier concentrische ringen van geanodiseerd aluminium die elkaar opvolgen in grootte; de grootste heeft een diameter van 30 cm. Dankzij een doordacht systeem van verbindingsmogelijkheden kunnen ze bevestigd worden tot een slinger, tot U-vormen, tot een variabel open of een meer gesloten beeld. Een van de vele mogelijkheden legde ze in 1977 vast in Uit de cirkel I, uitgevoerd in cortenstaal en geplaatst in NijmegenGa naar eind(5). Het rustende deel van het beeld is gesloten. De vier oprijzende vormen zijn open; het hangt van ons standpunt af of we ze open of gesloten waarnemen. En als we een punt boven het monumentale beeld zouden kunnen innemen, zouden we de | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 700]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Yvonne Kracht, ‘3 × uit het vlak’ variaties te construeren vanuit cirkel, vierkant en driehoek, 1969-1975.
Boven: 4 variaties cirkel, afm. gesloten: 30 cm. Midden: 4 variaties vierkant, afm. gesloten: 30×30 cm. Onder: 4 variaties driehoek, afm. gesloten: basis 44 cm. horizontale open vormen kunnen ‘dicht kijken’. - Aan Uit de cirkel I ligt een systematisch onderzoek ten grondslag dat de kijkers voor verrassingen plaatst, hen uitnodigt tot activiteit en een speelse opstelling, hoe cerebraal en principieel het beeld zelf ook is. | |||||||||||||||||||||||||||||||
De ruimte cerebraal benaderd: ‘Uit het vierkant’ en ‘Uit de driehoek’.Eveneens in geanodiseerd aluminium, ook met een middellijn van dertig cm, liet Yvonne Kracht een object uitvoeren van vier elkaar opvolgende kwadraten. Geen andere dan haakse relaties kunnen de balken met elkaar aangaan, en toch, hoeveel variaties zijn er te construeren met het speeltuig: een gesloten beeld dat hecht aaneensluit, een open met een consequente voortgang door de ruimte. Uit het vierkant II uit 1977 in cortenstaal biedt een van de mogelijkheden van de aluminium speelplastiek, monumentaal uitgezet in de ruimteGa naar eind(6). De consequentheid waarmee deze doordachte constructie zichzelf voortzet, dwingt bewondering af. Een derde multipel in geanodiseerd aluminium is gebaseerd op de scherpe hoek van zestig graden en heeft een doorsnee van 44 cmGa naar eind(7). De mogelijkheden van deze constructie zijn, als van de beide andere, steeds wetmatig bepaald en variëren van statisch tot dynamisch, van een opklimmende | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 701]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Yvonne Kracht, ‘Opgevouwen diagonaal’, 1979, Japans papier en oostindische inkt, 96×180 cm.
reeks tot een stekelige ster. Bij alle realisaties wordt er ruimte in het beeld geïncorporeerd. Een van de vele mogelijke realisaties werd voor de Bijlmermeer monumentaal uitgevoerd in cortenstaal: Uit de driehoek IGa naar eind(8), een op het eerste gezicht complex beeld, dat bij aandachtig toezien blijkt te berusten op de systematische voortzetting van een idee. Op strenge eenvoud. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Het papier de ruimte in.De verhouding van het platte vlak tot de ruimte die Yvonne Kracht zo fascineert, zou ze vanaf 1974 op een nieuwe wijze exploreren. Het papier, vanouds gebruikt om op te schrijven en te tekenen, onderwierp ze aan een tweeledig gebruik: traditioneel door het als een plat vlak te erkennen en er, bijvoorbeeld horizontaal, een lijn op neer te zetten en, in strijd met de traditie, driedimensionaal door het papier verticaal gespannen, naar voren te vouwen. Steeds opnieuw kregen getekende lijnen antwoord van vouwen in innige, wetmatige samenspraak. Zoals eerder bij de cirkel, het vierkant en de driehoek onderzocht ze maandenlang in een seriële produktie de mogelijkheden en grenzen van deze beide dimensionaliteiten; ze bleken veel meer verrassingen in petto te houden dan van een zo stil tweegesprek verwacht mocht worden. Pas in 1979 verdwijnt het mondrianeske aspect uit haar tekeningen. In dat jaar gaat ze grote vellen dun Japans papier - formaat 96 bij 180 cm - zó betekenen en vouwen dat de lijn op het platte vlak en de door haar uitgevoerde diagonaal een op het eerste gezicht verwarrend samenspel leveren. Zo laat Opgevouwen diagonaal zien hoe de me toostindische inkt uitgevoerde diagonaal links boven begint en rechts onder zou eindigen als de actie van het vouwen haar dat niet belette. Het aantal vouwen bepaalt het meer of minder duidelijk doorschijnen van de lijn. Ook vragen de vouwen de aandacht voor de materie. Voor Yvonne Kracht heeft een tekening als Opgevouwen diagonaal vooral waarde als uiting van een dubbele actie: die van het plaatsen van de lijn en die van het vouwen. Voor de kijker geldt het produkt, veel speelser als de tekeningen van 1976, maar een even consequente neerslag van orthodox en onorthodox gebruik van papier. In 1980 volgt een nieuwe evolutie. Dan ontstaan er tekeningen waarbij, zoals in 1979, het Japanse papier - nog steeds 96 bij 180 cm - traditioneel en driedimensionaal gebruikt wordt, maar waarbij de actie van het ‘tekenen’ wel op de kijker wordt overgedragen. Yvonne Kracht brengt het papier driedimensionaal aan en bestuurt de brede kwast tot die stuit op de vloer of tot ze hem zelfs laat vallen: een zuivere vorm van action painting. Daarom is iedere tekening gebonden aan haar plaats in de ruimte. Zo kan In de | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 702]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
hoek, 1980, geen andere positie innemen dan een hoekplaats. De kwast werd steeds zo gehanteerd dat de verhouding van de wand tot de hoek de nadruk kreeg. En het is zelfs de vraag of de doorzichtige tekeningen, als ze worden weggenomen uit het smetteloos witte atelier en overgebracht naar een meer beladen omgeving, hun imponerende werking niet ten dele zullen prijsgeven. Het atelier van Yvonne Kracht in 1980 en '81 heeft in zover overeenkomst met het atelier van Mondriaan dat het tevens een environment is, al is de driedimensionaliteit voor haar een natuurlijker gegeven. Voor haar recente tekeningen geldt de Chinese spreuk: Ook waar het penseel niet komt, ademt de wereldgeest. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Biografische gegevens:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Werken in openbaar en semi-openbaar bezit:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Tentoonstellingen:In ruim twintig jaar tot en met januari 1981 minstens 52 groepstentoonstellingen waarvan 32 in het buitenland en 22 individuele exposities waarvan 5 buiten Nederland. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur:Frits Bless, inleiding catalogus Yvonne Kracht, 1977. Een Engelstalige editie begeleidde een tentoonstelling te Baltimore, een Nederlandse een expositie in galerie Nouvelles Images, Den Haag. Rini Dippel, inleiding catalogus tentoonstelling Yvonne Kracht, 3 x uit het vlak, galerie Nouvelles Images, Den Haag, 1978. Yvonne Kracht, The line, the paper, the drawing, in Quad, Bulletin on Constructive and Systematic Art, 1980, jg. 1, nr. 1, juli - (Quad is een nieuw periodiek, geredigeerd door Frits Bless te Maarssen, Nederland.)
De maten van de werken, hoogte x breedte x diepte, zijn gegeven in cm. Een opdracht werd aangegeven als (o). De foto's één t.m. drie zijn van Gerard Höweler te Amsterdam, vier en vijf van Tom Haartsen te Ouderkerk aan de Amstel. |
|