en de jeugdige zwier die haar naakttekeningen dynamisch houden. Hij bewondert haar werkwijze die zich niet om futiele details bekommert, maar rechtstreeks op het doel, op het essentiële afgaat.
Het komt me voor dat Cecilia Vanderbeek steeds opnieuw de woorden van de filosoof-estheet Alain wil waarmaken: ‘De tekening is de eerlijkheid van de kunst’. Voornoemde filosoof, schrijver van het beroemde Système des Beaux-Arts, definieert zeer zuiver en nadrukkelijk: ‘De lijn van de tekening is nooit de slaafse navolging van de lijnen van het onderwerp, het voorwerp, maar veeleer het aanwijzen van een beweging die de vorm omsluit en uitdrukt. Daaraan herkent men in de tekening nog meer de kunstenaar dan het model’.
Voor Cecilia Vanderbeek is tekenen de grondwet voor het vormgeven. Het is de uitdrukking van een harmonie tussen vorm en inhoud.
Tekenen vertolkt haar drang om vormen te scheppen, en hoe krachtiger en doordachter die drang is, hoe mooier haar tekening wordt.
De tekeningen van Cecilia Vanderbeek geven blijk van een persoonlijke kijk op de dingen, ontsluiten een weg naar verlossing, een bevrijdend individueel bewustzijn in de relatie tot de maatschappij.
Haar naakten bijvoorbeeld brengen de realiteit naakt over, d.i. onverbloemd, onopgesmukt, essentieel, maar in een andere realiteit, die van het getekende naakt. Om daarin te slagen is het ‘waarnemen’ de eerste vereiste, de voornaamste bron is het zien.
Dat zien is meer dan waarnemen. Het is begrijpen, oordelen, omvormen, inbeelden, vergeten. En Cecilia Vanderbeek past dit toe; alles wat op de drager en dat is veelal papier, komt, is van belang: de arabeske, zowel als de kleur van de drager, of
de uitsparingen die ze zich kan permiteren.
Tekenen is één van de meest uitdrukkingsvolle kunsten. Die kunst zegt inderdaad het meest met de minste middelen. Ze is van de plastische kunsten de minst stoffelijke. Met enkele lijnen slaagt Cecilia Vanderbeek erin de inhoud van het afgebeelde te overtreffen. Ze tekent niet om de zielevorm weer te geven, maar wel om de sensatie die het voorwerp op haar maakte over te brengen, om ons aan de geestelijke inhoud deelachtig te maken.
Ze werkt, ongeconditioneerd door de multi-mediale overrompeling, vrij van elke invloed van vervreemdingsmechanismen. Ze laat zich niet meesleuren door haar geestelijke concentratie, maar zij komt tot een synthese. Synthese en klaarheid zijn de twee constanten in haar oeuvre. In haar werk toont ze een wereld van de schoonheid zoals die door een onafhankelijke geest wordt beleefd.
Marcel van Jole (AICA) / Brasschaat.