de het Rotterdams Philharmonisch Orkest in een programma met werken van drie Polen en twee Nederlanders: Marek Stachowski (vertegenwoordigd met een redelijk onderhoudend Divertimento uit 1978 voor strijkorkest), Tadeusz Baird (wiens verfijnde cyclus Erotyki wederom een grote indruk maakten), Witold Lutoslawski (de vroege, minder representatieve Vijf liederen naar Kazimiera Illakowicz) en de Mahleriaanse Tweede Symfonie van Willem Pijper met nog (wereldpremière) Am Ende des Regenbogens van Enrique Raxach. Deze Gaudeamusexponent is in 1969 tot Nederlander genaturaliseerd en schreef in 1979-1980 dit groots opgezette orkestwerk voor de 70e verjaardag van Walter Maas, de oprichter van Gaudeamus, onvermoeibaar ijveraar voor de eigentijdse muziek, als zodanig van een onschatbare waarde! Een fraai cadeau, dat moet gezegd worden. Het vormt het slotstuk van een soort van ‘Aardse Trilogie’ met Figuren in einer Landschaft (1972-1974) en Erdenlicht (1975).
Het eerstgenoemde werk wordt gekarakteriseerd door een heterogene samenstelling van veel muzikale ‘figuren’ die metamorforiseren in een scherpe tekening (de componist stelt dat men zich als het ware midden in het gebeuren bevindt), terwijl in Erdenlicht sprake is van een meer globale benadering (waarneming van buitenaf).
Am Ende des Regenbogens verschilt van beide voorgangers: hier overheerst een flashbacktechniek zonder chronologische opbouw. Muzikale gegevens worden in een aards krachtenveld geconfronteerd met zowel ‘een duister verleden als iets van een voorgevoel’.
Een harmonisch raster van overmatige en verminderde akkoorden is de bindende factor in deze romantische, ongemeen geraffineerd geïnstrumenteerde ‘symfonie’ van circa 25 minuten. De titel verwijst naar een legende over elfen en kabouters die wegtrokken met medeneming van hun onbegrepen wetenschappen (magie), op zoek naar een vriendelijker wereld aan het eind van de regenboog. Alweer in de woorden van de componist: ‘Eigenlijk gaat het om de onvermijdelijke botsing tussen de werelden van de fantasie en die van verlichting en nuchterheid. Aan de luisteraar de vraag wat dit te maken heeft met kunst en maatschappij’.
Ernst Vermeulen.