De Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde.
In 1836 werd als een particulier initiatief de ‘Nederduytsche Maetschappij voor Tael- en Letterkunde’ opgericht. Haar doelstelling was een eenheidsspelling uit te dokteren om aan de dialectverwarring een einde te maken. Deze Maetschappij kan als een bescheiden voorloper worden gezien van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde die precies 50 jaar later na een moeizame strijd boven de doopvont werd gehouden, al stond het punt van een Vlaamse Academie al van bij de aanvang vooraan op het programma van de Vlaamse Beweging.
Dr. W. Rombauts schetst in De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde de voorgeschiedenis van de Academie, haar oprichting en betekenis voor het Vlaamse cultuurleven tot 1914. Het boek is het resultaat van een veelomvattend onderzoek in briefwisselingen, archieven van individuele personen en van de overheid, kranten, verslagen en mededelingen van allerlei verenigingen. Uit het vele materiaal heeft de auteur een coherent werk gefilterd dat door de vele details niettemin leesbaar blijft tot het einde, omdat ze als informatie op de achtergrond het centrale thema meer reliëf en kleur geven. De meer geïnteresseerde lezer kan voor de finesses bovendien nog terecht in het omvangrijk notenapparaat.
Werner Duthoy.
Dr. W. Rombouts, De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (1886-1914). Haar geschiedenis en rol in het Vlaamse cultuurleven, deel I, uitgegeven door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Gent, 1979, pp. 240.