Muziek
Gaudeamusmuziekweek 1980.
110 partituren uit 21 landen had de jury voor de Gaudeamusmuziekweek 1980 te selecteren. De commissie was samengesteld uit een Nederlander (Theo Loevendie), een Amerikaan (Gunther Schüller), een Pool (Marek, Stachowski) en een tot Zweed genaturaliseerde Hongaar (Miklos Maros), bijgestaan door de leden van de ensembles waarvoor de componisten hun werk hadden kunnen insturen. Deze handelwijze ging zijn derde jaar in: Gaudeamus wil een nauwere band tussen componisten en uitvoerders.
Eén van de voordelen is, dat de eenmaal geselecteerde muziek ongetwijfeld langer stand houdt. Bovendien komt het voor, dat een groep musici besluit om een werk dat niet eens uitgezocht is, toch maar op het repertoire te nemen!
Er was een Klanggesicht van de Italiaan Fabio Nieder, die op een ingenieuze wijze de Tweede Sonatine van Ferrucio Busoni geïnstrumenteerd en gevarieerd had, zodat geleidelijk aan een geheel nieuwe compositie was ontstaan; een serieus werkstuk dit klankvisioen, misschien tè serieus, wat aan de saaie kant. Daarnaast klonk een welhaast nog briljanter geïnstrumenteerde Apokalypsis van de Canadees Patrick Candy, vol griezeleffecten tegen het kitscherige aan.
Niet vrij van kitsch was ook Tief Unten-traum-versunken van Joachim Krebs, die zijn sporen verdiende met protest-songs, een roek-opera, -operette, en -revue. En daarmee zijn we in het kamermuziekgenre beland. Bezetting: basklarinet en strijkkwartet. Klinkend resultaat: Pink Floyd gecombineerd met Weens expressionisme. Vreemd? Ach, Roger Waters, lead gitarist van Pink Floyd stelde eens: ‘Wij combineren klanken die in het algemeen niet met elkaar gecombineerd worden, zoals wij ook lichteffecten combineren die