opgenomen in een krankzinnigeninrichting. De verbinding van haar leven met dat van de kleindochter wordt in eerste instantie alleen maar aangeduid en door de indeling van Geels roman in vijf delen wordt de dramatische spanning ervan opgevoerd. Er zijn trouwens veel scènes uit het boek die zonder veel decor uitstekend gespeeld zouden kunnen worden. Nila raakt op Ibiza verward door het optreden van Ronnie, die zonder zich veel aan te trekken van haar echtgenoot, het aanstuurt op een amoureuze verhouding met Nila. Maar Nila is niet lesbisch, ‘ik vind het heel fijn zo. Maar sommige dingen hoeven niet’, zij is er zich van bewust, juist door het intense contact met Ronnie hoever zij verwijderd is geraakt van haar man. Als zij op het strand plotseling haar zoontje mist, stort ze in. Ze wordt naar Nederland gebracht, de kinderen vinden tijdelijk elders onderdak en Nila is overgeleverd aan de zorgen van een gezinsverzorgster en later haar schoonmoeder. Zij moet klaarheid scheppen in haar troebele wereld: haar relatie met Frits, haar man, en de verhouding met Ronnie. Maar, juist in die periode gaat zij momenten uit haar jeugd op schrift stellen en blijken alle schuldgevoelens geconcentreerd te zijn rond de weggevoerde grootmoeder. Een feit waaraan ze niets kon veranderen, alleen maar toekijken. ‘Wat ik niet wil dat is op mijn grootmoeder lijken’. De uiterlijke kant is het snelst opgelost: tijdens het diner met het bevriende echtpaar van Ibiza bespeurt Frits bij zijn vrouw haar gevoelens voor Ronnie en 's nachts betrapt hij hen vrijend in de woonkamer. Ronnie verlaat haar man, maar Nila kan dat niet, ze vertrekt weliswaar met Ronnie naar Parijs, maar: ‘Alledrie hadden ze hun eigen opvatting over het gebeuren. Ze zaten bij elkaar om de weg uit te stippelen die zij moesten gaan. Maar zij had geen idee waar die weg heen leidde. Ze sloot haar ogen bij de gedachte aan een weg en zag zich opeens samen met Frits aan het begin
van de Via Appia’. Frits heeft de ziekte van zijn vrouw geaccepteerd, hij is zelfs geneigd de affaire met Ronnie als een symptoom daarvan te beschouwen, maar hij schiet tekort om te beseffen dat zijn rationele, begrijpelijke werkelijkheid niet dezelfde is als die van zijn vrouw. ‘Hij liep door zijn eigen wereld en wilde weten hoe die ontstaan was. Houvast en vertrouwen. Hij wilde niet voorbijgaan als een vreemdeling, die onbegrijpend leefde en met een schouder ophalen stierf’. De climax van het boek laat zich raden: de verhouding tussen Ronnie en Nila mislukt. Alleen achtergebleven in haar hotel, belt Nila haar vader. Hij komt naar Parijs en samen halen zij herinneringen op aan het verleden. Instinctief heeft ze al besloten Frits te verlaten, ze moet dat besluit voor zichzelf nog beargumenteren. Maar dat is niet moeilijk, want vrij van hem en haar huwelijk kan ze zelf op een onbepaalde manier haar verdere leven invullen: ‘Op een prettige manier hulpeloos voelde zij zich’.
De ambitie is ondanks het nogal voorspelbare onderwerp en dat geldt evenzeer voor de afloop, allerminst een specimen geworden van de literaire, modieuze ‘tijdsproblematiek’. Daarvoor is het psychologisch te sterk gegrondvest. Maar die psychologische diepte beperkt zich tot de vrouwelijke hoofdpersoon. Wat de lezer van de anderen te weten komt, gebeurt via haar. Het gevaar is dan al gauw dat die anderen tot typen vervallen: de serieuze, hardwerkende echtgenoot, de bazige schoonmoeder, de allesbegrijpende vader. Eén gegeven, dat ik niet in de bespreking van de inhoud noemde, verliest zelfs alle zin door de constructie van het boek. Frits is in Nederland achtergebleven om zich voor te bereiden op de verdediging van een Duitse oorlogsmisdadiger. Geel had evengoed iets anders kunnen nemen om te adstrueren dat hij gericht is op een stijging op de maatschappelijke ladder, want de ethische aspecten die verbonden zijn aan een dergelijke verdediging, worden nu nauwelijks uitgewerkt en onderbouwen de structuur van het boek geenszins. Maar daar staat veel tegenover: Geel kan een uitstekende dialoog schrijven, wisselt gemakkelijk stemmingsbeschrijvingen af met schriftelijke notities (van Nila) en zijn stijl is, hoewel haast nergens opvallend door opmerkelijke beelden of zinnen, allerminst vlak. Bovendien, en dat is zeldzaam, kan hij op een indrukwekkende manier erotische scènes schrijven, zonder vulgair te worden. De ambitie is geen literaire preek geworden, maar een goed, nauwkeurig verslag van een cruciaal moment in het leven van een vrouw, die zich uiteindelijk kan bevrijden door voor de onzekerheid te kiezen.
Daan Cartens.
Rudolf Geel, De Ambitie, De Bezige Bij, Amsterdam, 1980.