Beeldende kunst
Paul Ibou, design als kunstuiting.
Onder de naam Paul Lodewijk Henri Vermeersch werd Paul Ibou op 7 maart 1939 te Borgerhout geboren uit Westvlaamse ouders.
Het eerste contact met kunst en een kunstenaar had trouwens plaats te Blankenberge. Niemand minder dan kunstschilder Willem van Hecke (1893-1976) gaf de leergierige, begaafde knaap tips en informatie.
Na een leraarschap te Bouillon in 1925 werd de vader van de kunstenaar een belangrijk Antwerps industrieel. Hoewel geen drukker van beroep, bezat hij van 1948 tot 1952 een kleine drukkerij, waarin Paul als kind zijn eerste ‘typografische impulsen opdeed’.
In 1951 werd de jonge Vermeersch op een kostschool geplaatst en na het onverwachte overlijden van zijn vader volgde hij als veertienjarige (1953) aan de Academie te Antwerpen de cursussen schilderen en tekenen. Als erg jonge student ontmoette hij aldaar de belangrijke naoorlogse leraren en vele kunstenaars die nu tot de prominenten in het land behoren.
Een paar jaar later, het was in 1955, moest Paul Vermeersch om financiële redenen zijn moeder als kostwinner bijspringen. Hij werd opgenomen als werknemer in een reclamestudio en later bij Fotogravure De Schutter. De kunststudies werden, ondanks de zware dagtaak, niet opgegeven doch door middel van avondcursussen voortgezet: schilderen, boetseren, etsen, lettertekenen, publiciteit.
Belangrijk voor de ontwikkeling van de kunstenaar-designer waren de jaren 1957-58: hij ontmoette toen Paul Joostens die in dezelfde straat als zijn werkgever woonde, en maakte de belangrijke artistieke activiteiten mee die zich in het Antwerpse afspeelden (G. 58 en het Hessenhuis). De kennismaking met de kunstenaars Verheyen, Vandenbranden, Verstookt, Leblanc, later met Van Hoeydonck, Mara en Gentils werkte erg stimulerend.
Na nog een paar betrekkingen te hebben uitgeoefend die hem toelieten de grafische publiciteitstechnieken in de praktijk zelf grondiger te leren kennen, besloot Paul Ibou als zelfstandig vormgever zijn kans te wagen. Het jaar daarop, in 1962 meer bepaald, behaalde de 23-jarige man als jongste deelnemer van 33 ingeschrevenen de eerste prijs en het aggregaat in hogere drukkunst aan het Plantin Genootschap (Plantin Moretus Museum) te Antwerpen. Nauwelijks een paar jaar later alweer was de designstudio Paul Ibou een begrip geworden en synoniem van werk van hoge kwaliteit. De ‘total design’ van de Biënnale voor Beeldhouwkunst in het Middelheimpark te Antwerpen (1965) betekende een bekroning, na een periode van zeer hard werken, in de vorm van een eerste belangrijke culturele opdracht. Na die voor Middelheim uitgevoerde ontwerpen volgde een lange reeks opdrachten met artistieke en culturele thema's.
In 1967 verruimde de kunstenaar zijn geestelijke horizon nog meer. Tijdens zijn eerste studiereis naar New York ontmoette hij er Josef Albers en de Amerikaanse pop-art kunstenaars Warhol, Jones en Lichtenstein. Hij zag er ook de eerste uitingen van de minimal-art en degenen die toen op dat gebied experimenteerden. Tot de ontwikkeling van wat hij zijn ‘systematisch geometrisch concept’ noemde, droeg de studie bij van de seriële en modulaire kunstvormen. In dit verband dienen beslist de namen te worden vermeld van V. Vasarely, Sol Lewitt, R. Lohse, G. Gestner, P. Struycken, E. Kelly en D. Judd.
Ik heb nog niet het genoegen gehad Paul Ibou persoonlijk te leren kennen, maar nu ik het mooie boek dat over hem en zijn werk is verschenen, doorblader, bekijk en lees, stel ik verwonderd vast, hoevele malen ik hem reeds heb ontmoet. Ik zag hem op Europalia 1971 te Brussel, hij wees me de weg naar de Biënnales in het Middelheimpark en naar de Universitaire Instelling te Antwerpen, hij nodigde mij uit op de activiteiten in het I.C.C. en op de middagen van de poëzie in de Scheldestad, hij kondigde mij op straat het optreden aan van het ballet van Vlaanderen en van de K.N.S., en in mijn bibliotheek, hier achter me, zo merk ik nu pas naar juiste maat, zit zijn snuggere geest vele keren in de ontwerpen van kaften voor boeken, tijdschriften en brochures.
Als we wat meer informatie willen krijgen over gebruiksgrafiek en total design, over publiciteit en huisstijl, zijn we bij Paul Ibou aan het goede adres, want voor tal van firma's heeft hij het ‘gezicht-naar-buiten’ ontworpen in zijn specifieke, sobere, zeer leesbare en tevens bijzonder gespannen vorm- en tekentaal. Als beeldend kunstenaar, grafisch vormgever, typograaf en boekontwerper verenigt hij in zijn persoon zin voor de realiteit en scheppende kracht. Het resultaat van deze combinatie is een veelzijdige en hoogstaande produktie die beslist kan wedijveren met het beste dat in het buitenland op het gebied van design ontstaat.
De goede huisstijl betekent een aantrekkelijke en boeiende ondertekening van een firma op elk onderdeel van de onderneming. Deze onmiskenbare, smaakvolle en identificerende stempeling treffen we aan van het kleinste tot het grootste: op briefhoofd, drukwerk, verpakking, indicatiebordjes, belettering op wagens, eventueel zelfs, bij zeer grote firma's, in de vorm van de auto's, in het meubilair, in de architectuur van de gebouwen. Tot het scheppen van het eigen imago dragen een aantal vaste elementen als het embleem, de huiskleuren