Het taalgebruik in de rechtspraak in Vlaanderen.
In de Campusreeks van de Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding - Antwerpen verscheen in pocketeditie Het taalgebruik van de Vlaamse hoven en rechtbanken en de vernederlandsing van het gerecht (1794-1898) door Herman van Goethem. Het boek werd bekroond met de prof. Jules Persynprijs 1979. Het werk is opgedragen aan Fernand van Goethem, grootvader van de auteur, die als bekend jurist en als eerste titularis van verschillende Nederlandse leergangen aan de Leuvense universiteit en als voorzitter van de subcommissie in Beneluxverband voor de realisatie van de Nederlandse terminologie van het sociale recht, een belangrijke plaats in de Vlaamse Beweging inneemt.
Het boek van Herman van Goethem is geen studie van de fundamentele wet van 15 juni 1935 op de vernederlandsing van het gerecht. Deze wet was overigens reeds vroeger het voorwerp van een grondige studie van L. Lindemans in een uitgave van de ‘Algemene Practische Rechtsverzameling’. Wel geeft de auteur sinds de bezetting van onze gewesten door de Fransen in 1794 een beknopt overzicht van de geschiedenis van de verschillende wetten op het gebruik van de talen in gerechtszaken.
Het is daarbij opvallend hoe grondig het wetgevend werk in de Verenigde Nederlanden onder koning Willem I werd verricht. In het koninkrijk België dateert de eerste wet op het gebruik van de Nederlandse taal in strafzaken van 17 augustus 1873. De wetgever van 1873 meende dat men gerust alles kon afhandelen voor de burgerlijke rechtbanken in een taal die de belanghebbenden niet verstonden, aangezien zij toch niet rechtstreeks bij de procedure betrokken waren, maar de procedure en de uitspraak in strafzaken moest in het Nederlands gebeuren in de Vlaamse gewesten, behalve wanneer de beklaagde de Franse procedure aanvroeg. Men had Immers teveel uitspraken gekend waarbij Vlamingen ten onrechte ter dood veroordeeld werden of zwaar gestraft werden zonder dat ze één enkel woord van heel het geding hadden begrepen. De Franse procedure werd praktisch altijd zogezegd aangevraagd onder druk van de Franstalige rechtbanken en advocaten. Er bestonden trouwens in België geen universiteiten waar juristen in het Nederlands konden worden opgeleid en er bestonden