pese dimensie, waarna vanaf 1945 de verovering van de vijf continenten begon. De sleutel tot het succes ligt ongetwijfeld bij de persoonlijkheid en het talent van de eerste bedrijfsleiders: Leon Leander Bekaert en diens zonen Maurice en vooral Leon Antoon. Bovendien wisten zij zich te omringen met vakbekwame buitenlanders die in niet geringe mate hebben bijgedragen tot de internationale doorbraak van Bekaert. De auteur sluit zijn boek af met een portret van Leon Antoon Bekaert, ongetwijfeld de grootste van de drie genoemde bedrijfsleiders. Deze figuur was na Wereldoorlog II een van de grondleggers van de overlegeconomie in België.
Hij speelde ook een toonaangevende rol in het Vlaamse bedrijfsleven en was o.a. voorzitter van Fabrimetal en later van het Verbond der Belgische Nijverheid. Jan Deloof laat in dat stuk Louis Major, socialistisch vakbondsleider en politicus en als tegenspeler van L.A. Bekaert een onverdachte bron, aan het woord om de betekenis van de Zwevegemse bedrijfsleider op nationaal vlak te geven.
Er is veel opzoekingswerk aan het schrijven van dit boek voorafgegaan. De auteur heeft zich niet tevreden gesteld met wat hij in het Bekaert-archief vond. Hij heeft ook ontzettend waardevol materiaal verzameld uit interviews, afgenomen van mensen die tot de eerste generaties arbeiders bij Bekaert behoorden. Deze getuigen, aan wie de auteur veel plaats toekent, verschaffen unieke informatie over het leven in het Zwevegem van vroeger. Uit deze interviews krijg je ook een idee van de sfeer die in de firma heerste, de mentaliteit van de arbeiders, de verhouding van de patroons tot het personeel en vice versa. Veelal illustreren deze gegevens heel concreet wat de auteur in de geschreven bronnen heeft aangetroffen, maar ze nuanceren ook deze bronnen of vullen leemtes aan. Deze aanpak heeft echter ook het nadeel dat de auteur zich door zijn informanten op sleeptouw kan laten nemen. Dat gebeurt m.i. bij de behandeling van de beide wereldoorlogen. Proportioneel krijgen deze twee episodes teveel plaats toegewezen en het eigenlijke onderwerp verdwijnt daardoor te ver naar de achtergrond. De auteur moest hier selectiever tewerk zijn gegaan.
Hoewel de auteur zelf bij Bekaert werkzaam is, is dat in het boek niet te merken. Hij stelt zich als een afstandelijk observator op die, met oog voor het verrassende detail, de geregistreerde feiten met zin voor synthese tot een geheel verwerkt. Hij laat ook niet na kritische opmerkingen te maken waar dat nodig is en hij is delicate onderwerpen, als de grote staking van 1914 en de houding van L.A. Bekaert tijdens W.O. II, niet uit de weg gegaan.
Jan Deloof heeft een zeer waardevol document humain samengesteld. Wie zich voortaan over het zuidelijk deel van het gebied tussen Leie en Schelde wil informeren, zal aan dit boek dat ook nog rijkelijk geïllustreerd is niet voorbij kunnen gaan.
Werner Duthoy.
Jan Deloof, De tild is veel veranderd. Een kroniek over honderd jaar in en om Bekaert te Zwevegem, Uitgeverij Lannoo, Tielt, 1980, 412 p.