(h)uuike (Boeschepe) uitgesproken. Dan zou het ‘huik’ betekenen. Toch moest ze toegeven dat (h)uke geen verkleinvorm heeft. Weer een voltooid deelwoord op -en: doar is ebbouwen ewwist (daar werd gebouwd). En eveneens in Meteren is het voegwoord navolgens dat (naar) bekend; verder ook ‘e blad optullen’, d.i. een formulier invullen. De greffier is er de secretaris, en en lat 'm overmannen = ‘hij laat met zich sollen’. Oentwiegt is Meters en algemeen Zuidvlaams voor ‘ontwijd’.
Van H. Sohier uit de Abele kreeg ik een paar merkwaardigheidjes. In Sint-Silvesterkappel sprak een man over e kleeën beluuksje; letterlijk ‘beluikje’, hij bedoelde een akkertje. Mij zou komen om de geeëste af te bietn: ‘om de gerst vlug af te maaien’, letterlijk ‘af te bijten’.
U weet dat (h)uwen in Zuid-Vlaanderen al zo algemeen is als trouwen, zelfs meer gebruikt wordt. Zo ook is in Steenvoorde (h)u(w)rienk (trouwring) het normale woord. E slichte baaiekraker is er een nietsnut (op de boerderij).
We zijn nu weer in Zermezele. Eerst bij boer Verlynde: e goenze is een scharnier waar een luik op draait. In de sloot vallen drukt Verlynde uit met wenden in den diek. Eigenaardig klinkt hier de zegswijze de zole afbeukelen, ‘de ploeg verdiepen’. De Bo kent wel beukelen in de zin van ‘slaan’. De steeënplaote die in Loquela vermeld staat, kent Verlynde ook: ‘balk waarop het dakgetimmerte rust’. Ook moeter (bij De Bo mouter) is hem bekend maar dan in de betekenis van ‘wormstikte’, ‘wormstekig’, b.v. de velgen zien moeter (velgen van een wagenwiel b.v.). Hier heet ons Wvl. ovekot bakkeuken.
Van Verlynde naar Mevrouw Dordogne is het maar een wip. Weet u wat een platiene is? De Bo spelt het als platijn: nl. een dun, plat kacheldeksel. De scheen steken betekent staken horizontaal in de afsluiting steken om goed dicht te maken. Me gaon de sjeen steken is zoveel als: we zijn ervandoor. Een kapelleberre vind je op een klein kelderkamertje, een soort hemelbed met vooërdiene, ‘gordijn’, een prachtig voorbeeld dit laatste van volksmytologie, het wordt er voor geschoven: het is ook in Steenvoorde bekend. Tussen de tas en de dorsvloer staat er een klein muurtje: de poeiweeg (ook in Kaaster). E slipkarette is een handkarretje op drie wielen dat je achter je aan meetrekt. Als je mooi dekstro wilt hebben gebruik je liefst een galei-ooëre, een soort grote kam waar het stro doorheen gehaald wordt; galei is hetzelfde als wat De Bo glei noemt: ‘dekstro’. Loquela vermeldt larroen: klein laatje in of aan een hutkoffer, ook dat kent Mevrouw Dordogne, haar vader legde daar z'n krawatten in, z'n dassen namelijk. Op die larroen kon het deksel van de hutkoffer rusten. Gezelle noteerde het in Westouter, vlak bij de grens. Erappellof met gedekte o is gewoon aardappelloof, De Bo vermeldt alleen ‘groeze’. Mevr. Dordogne houdt goed pattienn (schaatsen), sjatsen (stelten) en moezesjaverdienn (slijkschaatsen) uit mekaar. Doordat bue(r)-ze het gewone woord voor zak is, heet een zakdoek in het Zermezeels dan ook e beuzeneusdoek. In de streek is nog een (in Frankrijk nog altijd verdacht) versje bekend over Napoleon:
Napoleon gienk vors met z'n ermen vul rooëzen
en ie keeërde were mee s'n mule vervrooëzen
Hij ging weg met z'n armen vol rozen en kwam terug met z'n ‘muil’ vervroren... Een winkelhaak waarvoor De Bo zwee aanhaalt wordt hier zweie uitgesproken. Een kapmutse vind ik nergens vermeld: het woord is anders duidelijk.
Dat er ook nieuwe woorden gevormd werden voor nieuwe dingen, bewijst het mooie Borse woord tapwaoter naast steewaofer (leidingwater). Hier spreken ze van pienten djoens (pinten uien), omdat die hier bij de pint verkocht werden: d.i. bij de halve liter. Hoofstik dat Gezelle uit Godewaarsvelde genoteerd heeft is ook in Borre bekend en betekent gewoon hoofdkaas.
Ik kom nu even terug op de lang geleden besproken Kobas' veugel. Toevallig valt m'n oog in de dikke Van Dale op het woord kobus, met als verrassende verklaring: ‘visdiefje’, en dat is een vogel die vis vangt. Ik weet niet of het raadsel hiermee opgelost is (zie o.m. taaltuin nr. 31 vv.).
Ik eindig dan maar met een nieuwjaarsversje opgetekend bij Mevr. Dordogne in Zermezele.
Tusjen 't nieuw en 't oede
Oens zetje wos bevrozen van de koede
'k Wensj le geluk en e zalig nieuwjaor
C. Moeyaert,
Deken de Brouwerstraat 3, 8900 leper.