| |
| |
| |
De binnenlandse berichtgeving op de Vlaamse televisie
Frans Destoop
Geboren in 1944 te Waregem. Licentiaat Germaanse filologie aan de KU Leuven. Van 1976 tot 1978 journalist bij de televisienieuwsdienst van de BRT. Thans leraar secundair onderwijs te Kortrijk en vrije medewerker bij de BRT- televisie.
Adres:
Tarwestraat 2, 8540 Bellegem.
| |
Het Eerste Journaal: druk bekeken, maar...
Het televisiejournaal van de B.R.T. (Belgische Radio en Televisie) wordt in Vlaanderen, ondanks de enorme concurrentie van meer dan tien buitenlandse zenders op het kabelnet, bijzonder druk bekeken. De kijkcijfers liggen avond aan avond boven de 1.500.000.
Bij veertiendaagse of maandelijkse klasseringen zit het Eerste Journaal altijd in de top-tien. Bovendien is de waardering van de kijker goed. De grote vakbekwaamheid, soberheid en betrouwbaarheid van de journalisten en het hele team medewerkers in en om de redactieruimten van de Reyerslaan 52 zijn daaraan niet vreemd.
Maar toch kun je vrijwel dagelijks in de Vlaamse huiskamers constateren, dat het televisienieuws erg ver van de meeste mensen af staat. Wie het geregeld meemaakt hoe een gezin naar het nieuws kijkt, welke commentaar er tussendoor gegeven wordt, wat achteraf nog een gesprek waard is, komt tot de conclusie dat ontzettend veel aan de kijker voorbijgaat én, wat erger is, dat er zo goed als geen gevoel van betrokkenheid is. Die vaststelling doet niets af aan mijn grote waardering voor de dagelijkse inspanningen die sommigen hiervoor doen. Toch is mijn indruk, dat de meeste kijkers in dat journaal, in dat nieuws, hun eigen wereld niet herkennen. Wat gezegd en getoond wordt speelt zich vaak af in verre landen, staat ver van hun dagelijkse werkelijkheid en omgeving, heeft weinig te maken (denken ze) met hun eigen leven.
Een machtsstrijd in Centraal-Afrika, de verkiezingen in Portugal, partijbureaus van C.V.P., B.S.P., P.V.V., V.U., ..., de bezetting van de heilige Moskee in Mekka, de muur van de democratie in Peking, enz.: het zijn stuk voor stuk onderwerpen waar wel wat over te zeggen valt, maar het is nieuws dat het eigen bestaan niet be- | |
| |
roert; er is geen herkenning, geen gevoel van verbondenheid.
Geen haar op mijn hoofd denkt er uiteraard aan te pleiten voor het afschaffen van bijv. het buitenlands nieuws. Maar vragen die ik hier wél zou willen stellen, zijn:
- worden er voldoende inspanningen gedaan om de bestaande vervreemding te doorbreken?
- is er een beleid dat bewust nieuws wil maken van en vóór de Vlaamse mensen?
- is het inderdaad zo onvermijdelijk dat nieuws, dat toch over deze mensenwereld gaat, ver van de mensen staat?
- is het waar dat machtige instellingen en groepen altijd méér nieuwswaarde hebben dan minder machtige, dat nieuws uit de hoofdstad altijd méér nieuws is dan nieuws uit de provincie?
| |
Een kleine steekproef.
Om niet in het ijle te praten, en om met herkenbare, concrete gegevens mijn visie te verduidelijken heb ik een kleine analyse gemaakt van veertien dagen Eerste Journaal op de B.R.T. De gekozen periode loopt van woensdag 28 november tot en met dinsdag 11 december 1979. Het nieuws werd in die periode niet gedomineerd door een reeks feiten die alle verhoudingen scheef zouden kunnen trekken, zoals een kabinetscrisis of binnenlandse verkiezingen. Het ging toen om het narommelen van de gijzeling in Iran en de Verenigde Staten, de reis van de paus naar Turkije, de rakettenkwestie, de Zaïreconferentie, de actiedagen van het A.B.V.V., een stuk Rhodesiëconferentie, enz.
Het sportnieuws, dat nog altijd een aanhangsel blijkt te zijn van het algemene nieuws, werd niet in de steekproef opgenomen. Het Eerste Journaal van de 28e november dat i.v.m. een voetbalwedstrijd in twee delen werd uitgezonden, werd vanzelfsprekend als één geheel beschouwd.
Als we de nieuwsonderwerpen indelen in drie groepen: buitenlands, binnenlands en nieuws dat op allebei slaat (landbouwbeleid en E.G. bijv.), dan komen we tot de volgende cijfers:
buitenland: |
102 onderwerpen |
( 56,3%) |
binnenland: |
66 onderwerpen |
( 36,4%) |
binnen./buit. |
13 onderwerpen |
( 7,3%) |
_____ |
_____ |
_____ |
|
181 onderwerpen |
(100%) |
Natuurlijk mag men zich niet blind staren op deze cijfers. Daarvoor is deze steekproef te beperkt, hoewel een dubbele controle van drie dagen journaal nauwelijks een afwijkend beeld vertoonde. Het gaat hier inderdaad niet om de absolute cijfers, maar om de trend. Men zou zelfs sarcastisch kunnen opmerken dat er vanzelfsprekend méér nieuws buiten onze grenzen gebeurt dan in het binnenland (al schijnt dat bij grote politieke gebeurtenissen in eigen land plotseling weer niet meer te gelden). Toch is het opvallend dat bijv. Franse en Duitse nieuwsmakers - om van de Amerikanen maar te zwijgen - het binnenlandse nieuws veel sterker accentueren dan de B.R.T.
Maar als we kijken wélk nieuws getoond werd, dan zien we dat de scheidingslijn buitenland-binnenland niét de belangrijkste is!
| |
Wélk nieuws?
Voor het buitenland was dat in 85 van de 102 onderwerpen (83%) politiek, diplomatiek en militair nieuws. Te verwaarlozen kruimeltjes gingen naar het sociale nieuws, economische nieuws, rampen, geweld en cultuur.
Voor het binnenland kunnen we dit nauwkeuriger aangeven:
politiek nieuws |
28 onderwerpen |
(42,0%) |
sociaal nieuws |
10 onderwerpen |
(15,0%) |
| |
| |
econom. nieuws |
9 onderwerpen |
(13,5%) |
religieus nieuws |
4 onderwerpen |
(6,0%) |
cultureel nieuws |
5 onderwerpen |
(7,5%) |
geweld |
4 onderwerpen |
(6,0%) |
varia |
6 onderwerpen |
(9,0%) |
(Het religieuze nieuws is in dit overzichtje overgewaardeerd, want de vier onderwerpen sloegen telkens op de afscheidnemende kardinaal Suenens.)
Het leeuweaandeel ging ook hier dus naar het politieke, en in iets mindere mate naar het sociale en economische nieuws (samen 70%).
Het is een open deur intrappen als we dus stellen dat politieke gebeurtenissen, zowel in het binnen- als in het buitenland ‘nieuwswaardiger’ bevonden worden dan andere menselijke gebeurtenissen.
| |
Het beeld.
Een andere benadering is kijken of van een bepaald gebeuren ook bewegend beeld wordt getoond. Want het sturen van een cameraploeg of het kopen van beeld in het buitenland onderstreept de waarde die de nieuwsdienst aan een bepaald onderwerp hecht.
Zowel voor het binnenlands als voor het buitenlands nieuws was in die periode de verhouding tussen feiten mét en feiten zonder bewegend beeld vrijwel gelijk. Zo'n 55% van de nieuwsonderwerpen krijgt bewegende illustratie. Voor het buitenland is dat vrijwel uitsluitend van de Eurovisie-uitwisseling (EVN), voor het binnenland van eigen ploegen of van de RTB.
Politiek, sociaal en economisch nieuws kreeg 25 keer van de 47 beeld (53%); de rest 10 keer van de 19 (52%). Weinig verschil dus, al zou je verwachten dat die rest in verhouding méér beeld zou krijgen, omdat het al erg nieuwswaardig moet zijn voor het in het journaal terechtkomt.
Dat de televisienieuwsdienst, of de leiding ervan, het politieke nieuws in binnen- en buitenland het allerbelangrijkste vindt, wordt nog eens ten overvloede geïllustreerd door het aantal keren dat naast de feiten ook nog vanuit de studio een stuk duiding werd gegeven door een andere journalist dan de presentator: 12 keer voor politieke gebeurtenissen tegen 4 keer voor de hele rest.
| |
Brussel: de navel van het binnenlandse nieuws?
Verhelderend is ook de geografische spreiding van de onderwerpen die ‘beeldwaardig’ bevonden werden. Als we het politieke, economische en sociale nieuws, dat in dit nog altijd gecentraliseerde land nu eenmaal schijnbaar alleen in en rond de Wetstraat te vinden is, terzijde laten en ons toespitsen op de andere 19 onderwerpen (zie onder: Wélk nieuws?), dan blijkt ook daaruit dat vrijwel uitsluitend Brussel of de directe omgeving een cameraploeg (of R.T.B.-copie) waard geweest is.
- | het afscheid van kardinaal Suenens: Brussel |
- | idem; fragment uit confrontatie: Brussel |
- | stoepwandeling M.P.I.-instellingen: Brussel |
- | proces Graindorge begonnen: Brussel |
- | interview Verhulst over RTL: Brussel |
- | overval Louizalaan: Brussel |
- | politiemannen neergeschoten: Heverlee |
- | Erasmussteeg: Borgerhout |
- | Micro-computer gehandicapten: Leuven |
- | Dood dichter Helderenberg: archief |
Wat in de provincie gebeurt, is blijkbaar veraf in dit kleine land. De hierboven vermelde stoepwandeling in Brussel bijvoorbeeld wordt wél gefilmd, maar de veel grotere betoging van duizenden over hetzelfde onderwerp de dag tevoren in Gent niet. De stoet moet blijkbaar de Reyerslaan passeren.
In Limburg schijnt al jarenlang niets te gebeuren, hoewel daar vele honderddui- | |
| |
zenden mensen wonen. Als er uit Westen Oost-Vlaanderen een tijdlang met een zekere regelmaat wat nieuws komt dan gaan her en der stemmen op die spreken van het scheeftrekken van het nieuws! Een argument dat ingaat tegen het wezen zelf van het nieuws en dat overigens niet schijnt te gelden voor het centrum van het land. Stel je overigens voor dat die norm ‘scheeftrekken’ ook gebruikt zou worden bij het nieuws uit het Midden-Oosten en de Verenigde Staten, omdat er geen tegenwicht is in Brazilië en Australië...
| |
Macht is nieuws.
Maar het ontbreken van nieuws uit de regio's is natuurlijk niet te verklaren door de afstand. Het gaat hier om een hele reeks veel belangrijkere factoren, waarvan de doorslaggevende de macht is. Nieuws is pas nieuws als het betekenis heeft. Maar wie bepaalt wat belangrijk is en of iets van betekenis is?
Dat zou een nieuwsredactie in alle objectiviteit en met alle gegevens op tafel moeten kunnen bepalen. Maar dat is een utopie. Het is al mooi dat er meestal hard naar gestreefd wordt. Maar het netwerk van gewoonten en vanzelfsprekendheden, het dansen op het politieke en filosofische evenwichtskoord, de eigen interessen, de trends, de druk en beïnvloedingspogingen, de telexen, het gebrek aan zendtijd, de zelfcensuur, enz. enz. beslissen vaak over de selectie van de onderwerpen.
Wie macht, dat is invloed, heeft, dringt zich op of wordt vanzelfsprekend belangrijk gevonden. Een opsomming van politieke partijen, vakbonden en cultuurverenigingen kan ik de lezer wel besparen. Wie ‘niet belangrijk’ is komt zelden aan de bak.
Een drietal concrete voorbeelden:
- Als ongeveer 2000 inwoners van een tiental mini-dorpjes in de Westhoek, die al jaren geen eigen winkeltje meer hebben, weer ter plaatse inkopen kunnen doen dank zij een rijdende winkel, dan wordt geoordeeld dat dit geen nieuws is. De volgende dag zit er dan wel een beeldverslag in het journaal van de opening van een privé-luchtlijn vanuit Oostende.
- Als het Verbond van Verplegingsinstellingen, dat het grootste deel van de Vlaamse ziekenhuizen groepeert, in Kortrijk een congres houdt over beleid en bezuinigingen in de zieke gezondheidssector, dan is dit geen beeld waard, omdat het maar om een deel van het ziekenhuiswezen gaat. Maar twee dagen later heeft in dezelfde stad, in hetzelfde gebouw een congres plaats over het beleid van de A.B.V.V.-militanten. Daar is dan wél een cameraploeg met journalist aanwezig.
- Als de boeren en milieuverenigingen op de grens van West- en Oost-Vlaanderen maandenlang vechten om een ruilverkavelingsgebied én een landbouwzone (gewestplan) te redden van plotselinge industrialisering, dan is dat blijkbaar geen nieuws. Maar als de voorzitter van de Nederlandse Cultuurraad een open brief schrijft tegen een Franstalige 1000-jaar-Brussel-tentoonstelling, dan oordeelt men dat dit wel voor zeer veel kijkers belangrijk is.
Ook in de zuiver politieke berichtgeving zit die houding ingebakken: de machtigen, de beslissers dringen zich op of worden opgezocht. Ik herinner mij de periode rond de Egmont- en Stuyvenbergonderhandelingen. Dagenlang werden de spots gericht op de politici die zouden beslissen over het inschrijvingsrecht. Maar niemand dacht eraan de plaatselijke bestuurders van de randgemeenten te gaan polsen.
Het is tekenend dat de vier religieuze onderwerpen in mijn steekproef alle vier over kardinaal Suenens gaan.
Centralistisch en piramidaal denken beheerst het journaal.
| |
| |
Men betrapt de nieuwsfeiten niet in hun groei, in hun evolutie of ontwikkeling, maar al te vaak alleen in de beslissingsfase, de afwikkeling, de besluitvorming. Terwijl nieuws uiteraard dynamisch is, lijkt me de berichtgeving maar al te vaak statisch, bevestigend, niet-verrassend.
Soms denk ik wel eens, dat men de geschiedenis blijft schrijven via veldslagen en oorlogen, koningen en troonkwesties, adellijke ruzies en intriges. Alleen heten ze nu koude oorlog en verkiezingsuitslagen, staatsgrepen en machtswisselingen, partijruzies en kamerdebatten... Is er echt geen ander menselijk gebeuren dat waardevol genoeg is om aan anderen te worden meegedeeld?
| |
Is er wel ander nieuws?
Hoe meer ik erover nadenk, hoe onwaarschijnlijker de vraag wordt. Het is toch niet mogelijk dat alleen een beperkt soort nieuws, vaak uit een beperkt gebied, het enige is dat nieuwswaarde heeft. Het drietal hierboven staande voorbeelden is, dat weet ik uit eigen ervaring, gemakkelijk te vermenigvuldigen. Maar om dat andere nieuws te ontdekken moet het beleid allereerst geloven dat er ander nieuws is en bereid zijn inspanningen te doen, zowel op het vlak van mensen als van infrastructuur en financies. Er kán geen nieuws ontdekt worden buiten de Wetstraat en de telexen als de nieuwsdienst geen wortels heeft in het hele Vlaamse land!
De kranten hebben dat natuurlijk altijd al begrepen. Zelfs op dagen dat het Eerste Journaal bijna geen binnenlands nieuws heeft, brengen de kranten vele bladzijden. Ook de gewestelijke radio is er in Focus bijv. in geslaagd zinvol nieuws te brengen naast B.R.T. 1. En het lijdt geen twijfel, dat eventuele privételevisiestations wel degelijk nieuws zullen weten te vinden, al was het maar om de reclamespots in en rond dat nieuws te doen renderen. Het andere nieuws is er, maar men moet bereid zijn zich los te maken van het machtspolitieke denken, dat helaas door alle omroepdecreten heen ingebakken zit in de nationale omroep. Men moet bereid zijn mensen te investeren in dat andere nieuws, net zoals men eigen mensen in de Wetstraat investeert. Men moet bereid zijn plaatselijke medewerkers aan te trekken en ze het vertrouwen te geven. Men moet m.a.w. bereid zijn met kracht en inzet het nieuws te zoeken i.p.v. het te ontvangen.
Mijn ervaring na anderhalf jaar losse bijdragen is in elk geval, dat het journaal erdoor gevarieerder wordt, dat het nieuws de mensen meer aanspreekt en dichter bij de totale nieuwswerkelijkheid brengt, de betrokkenheid doet groeien en het journalistenwerk rijker en zinvoller maakt.
| |
Het buitenland.
Voor we even naar Nederland kijken, is het misschien goed om met het wekelijkse programma-aanbod van Duitsland en Frankrijk in de hand, op zoek te gaan naar hun interesse voor binnenlands regionaal nieuws.
Duitsland heeft elke weekdag een magazine van een half uur met specifieke informatie uit de ‘Länder’. Het programma heet heel toepasselijk Hier und Heute en is een spiegel van nieuwswaardige gebeurtenissen uit de deelstaten die moeilijk het grote journaal halen of die te kort in dat grote journaal behandeld moeten worden. Bovendien heeft Duitsland, naast die 210 minuten zendtijd dus, nog andere programma's die ruime actualiteit kunnen opvangen, zoals Kennzeichen D (over West- en Oost-Duitsland), Länderspiegel, Tagesthemen, Momente, enz. Kortom een heel vangnet van uitzendingen die andere dingen brengen dan de internationale telexen.
Frankrijk heeft elke weekdag een gewestelijk journaal van 15 minuten. Dat
| |
| |
vertegenwoordigt dus 105 minuten nieuws uit de departementen. De inbreng van de regionale stations is overigens ook vaker in het hoofdjournaal van 20 uur vast te stellen.
De B.R.T. heeft geen vergelijkbaar regionaal nieuwsprogramma, wat het ontbreken van het andere nieuws in het hoofdjournaal alleen maar erger maakt. Terloops en Panorama hebben geen journaalbedoelingen en een te lage frequentie (resp. één en twee keer in veertien dagen) om die rol te spelen.
Wel bestaat er een magazine Dit Leuke Land, dat niet onder de nieuwsdienst valt. Hoewel daar soms enige actualiteit in aan bod komt, is het van elke uitzending af te lezen dat er een veel ruimere doelstelling aan' ten grondslag ligt. Wetenswaardigheden, folklore, onbekende beroepen, enz. De invalshoek is niet die van het nieuws en ook dit programma verschijnt maar om de veertien dagen op het scherm.
| |
Nederland.
Ook het Nederlandse journaal valt niet op door de grote inbreng van het niet-politieke nieuws. Wel bestrijken een dertigtal free-lance cameramensen de verschillende provincies, maar de nieuwsgaring gebeurt er niet systematisch en er zijn geen regionale journalisten.
Toch wordt ook in Nederland het probleem onderkend, want er zijn plannen om een net op te zetten van acht regionale nieuwscorrespondenten. Hun rol zou erin bestaan om teksten te leveren, een ploeg te vormen met een cameraman of een journaalploeg te vragen. Die correspondenten zouden niet op het scherm komen, eventueel wel commentaar lezen buiten het beeld.
Maar dat alles is nog niet in uitvoering. Overigens bestaat in Nederland, net als in Duitsland, een dichter net van magazines. Elke zuil heeft ongeveer zijn eigen duidingsprogramma: Achter het Nieuws (zaterdag), Televizier Magazine (maandag), Brandpunt (dinsdag), Panoramiek (woensdag), Aktua TV (donderdag), Hier en Nu (vrijdag),...
Deze magazines zijn in (erg) grove trekken te vergelijken met Panorama van de B.R.T., maar het is duidelijk dat zij in hun totaliteit meer mogelijkheden bieden om interessante regionale nieuwsonderwerpen te behandelen.
In dat opzicht is de B.R.T., ondanks het soms jaloerse commentaar van bepaalde krantenmensen, arm.
| |
Het journaal zit al eivol.
Moet het Eerste Journaal dan nóg langer dan het nu al is (25')? Of, zoals krantenjournalist Manu Ruys in een boze bui een paar maand geleden schreef: zullen de nieuwsjongens van de tv dan álles inpalmen; ze hebben nu al het langste journaal van West-Europa! De concurrentievrees zal de wiskundige mogelijkheden hier wel parten hebben gespeeld, of was het een stille wenk in de richting van een volgens sommigen oud akkoord over de nieuwsverdeling tussen kranten en B.R.T.?
Toch hoor ik duidelijk de vraag van velen: als er nu nog ánder nieuws in het journaal moet zitten, dan de huidige berichtgeving, wát moet er dan uit verdwijnen?
Het is duidelijk, dat hier een bewuste keuze, een bewust beleid nodig is. Ook nu al moet elke dag een keuze worden gemaakt uit de stroom nieuws die de redactie bereikt, vooral uit het buitenland. Er zou bijvoorbeeld wel eens nagedacht kunnen worden over bepaalde automatismen die elk jaar, elke maand, elke week zonder veel kritiek het nieuws binnensijpelen. Er zou eens nagedacht kunnen worden over het automatisme van sommige gesprekspartners. Er zou eens wat minder gezwaaid kunnen worden met de dooddoener: hoeveel man vertegenwoordigen die? En moet de huidige structuur van één
| |
| |
hoofdjournaal en een nakomertje op het einde van de programma's tot in lengte van dagen behouden blijven? Is uit het experiment van de R.T.B.F. (Franstalige Belgische zender) met drie verschillende journaals per avond niets te leren? Of is er geen verandering mogelijk, omdat de middelen er niet zijn?
| |
Zijn de middelen er?
Technisch kan men zonder veel aarzelen ja zeggen. De apparatuur is aanwezig, er zijn elektronische ploegen (ENG) en tal van privécameramensen die al erg lang voor de B.R.T. werken. Er bestaan doorgeefpunten voor elektronisch gefilmd nieuws over het hele Vlaamse land. Technici, montagecellen, wagenpark... dat alles stelt geen onoverkomelijke problemen.
Journalistiek is het wel een andere zaak. Er zijn al herhaaldelijk stemmen opgegaan om ook de televisie vaster in te planten in de regio's. Nieuwe radiostudio's werden zelfs gebouwd met de mogelijkheid voor televisiewerk. In 1978 bijv. werd nog eens uitgebreid gepolst of journalisten in de gewestelijke radio-omroepen gedeeltelijk voor de televisie zouden kunnen werken. Maar blijkbaar was de tijd nog niet rijp. In Brussel was er volk te kort en in de regio's vreesde men dat niemand twee heren kan dienen. Er zijn vrijwel geen plaatselijke televisiecorrespondenten en de zeer weinigen ervaren op dit punt geen beleid.
Financieel zit het nog moeilijker. Bezuinigingen hebben vaak het nadeel dat ze het gevestigde ongemoeid laten en het zgn. minder belangrijke of het pas ontluikende de zwaarste besparingslast op de nek schuiven. Ook hier is de kernvraag: welk beleid voor welk nieuws?
| |
‘Van en voor het Vlaamse volk?’ (Bert Leysen).
De Vlaamse kijker ervaart bewust, vaak onbewust, een zekere afstandelijkheid als hij naar het Eerste Journaal kijkt. Hij schrijft dat dikwijls toe aan een zekere koelheid (stijfheid zegt hij) van de presenterende B.R.T.-journalist. Ik denk dat die zgn. koelheid misschien meer te maken heeft met de afstand tussen het gebrachte nieuws en zijn eigen leefwereld dan met de presentatievorm.
Er wordt te veel over het Grote Nieuws gepraat. Hij mist het contact tussen hem en de journalist, tussen zijn leven en de journaalonderwerpen, tussen wat in zijn wereld gebeurt en wat hij te zien krijgt. En het zou, denk ik, een serieuze denkfout zijn, dit te interpreteren als ‘afdalen’, ‘zich verlagen’, ‘populair doen’. Je kunt toch geen nieuws maken zonder de uitdrukkelijke bedoeling te hebben de kijker zo goed mogelijk te bereiken?
Het valt niet te ontkennen, dat de Vlaamse televisie er in een paar decennia in is geslaagd binnen te dringen in de meeste invloedrijke milieus van het land en erin is geslaagd dat aan de kijkers te laten zien. Maar het wordt naar mijn mening tijd om een tweede front te openen: op zoek naar de signalen van ter plaatse, op zoek naar het belangrijke in het zgn. kleinere nieuws, op zoek naar een overal levende, vaak niet eng-politieke werkelijkheid.
Daartoe heb ik met deze opmerkingen willen bijdragen.
|
|