Gevoel voor verhoudingen.
Zo spectaculair als de onderwerpen waren in het debuut van Jan Donkers, de verhalenbundel Opgeruimde Verhalen (1973), zo monotoon zijn ze in zijn derde, in 1979 verschenen Gevoel voor verhoudingen. Donkers maakte in de jaren zestig deel uit van de redactie van het Amsterdamse studentenweekblad Propria Cures en het poptijdschrift Hitweek/Aloha en ook nu is hij nog actief voor VPRO-radio. In een dit jaar te verschijnen essaybundel Amerika, Amerika zal hij verslag uitbrengen van het gefascineerd zijn door Amerika en de Amerikaanse cultuur. Zo bezien zijn die spectaculaire onderwerpen dus allerminst vreemd, want de veranderingen die zich in de jaren zestig hebben voltrokken, werken maatschappelijk niet alleen verticaal, maar ook horizontaal door. Donkers' verhalen zijn uitwerkingen van idealen, van ‘The speed of life’; soelaas biedt die wereld uiteindelijk niet. Wat verloren ging, een sterk hiërarchisch gestructureerde samenleving, waarin geld, geboorte en leeftijd gezag bepaalden, moest plaats maken voor een grotere individuele vrijheid. De beperkingen die aan die vrijheid vastzitten zijn de moderne varianten van de gebondenheid van vroeger.
In Missie mislukt gaat een man, Arthur, op visite bij zijn grootmoeder om te vertellen dat hij en zijn vrouw gaan scheiden: ‘Kon hij maar simpelweg vertellen, ook aan haar, dat ‘het gewoon niet meer ging’ tussen Karin en hem, dat zou voor iedereen het gemakkelijkst inleefbare zijn’. Maar de mededeling dringt niet tot de dove vrouw door, zij verwart alle generaties tot aan het vertrek: ‘Het was alsof zijn door het strenge neonlicht van de liftkooi bestreken gelaat plotseling een flits van inzicht bij haar had opgeroepen’. De twee mannen in Misbruik wordt gestraft zijn minder berustend: als zij in de trein geconfronteerd worden met een feministisch uitziend meisje, laait de woede van de ene man zo op dat hij al treiterend en scheldend de trein weet te mobiliseren. Uiteindelijk blijkt het trekken aan de noodrem het laatste redmiddel. De tegenstelling tussen de in de steek gelaten mannen en de bewuste vrouw is nogal clichématig, de grofheid wordt nergens gerelativeerd.
In de vier beste verhalen wordt de realiteit gecombineerd met bespiegelingen. In Onder studenten gaat Anja Albrechts na een lange periode weer studeren, de kloof met de medestudenten van nu blijkt groot: ‘Ik vind ze voor het merendeel stom, ordinair en onbeschoft. En ik neem mezelf kwalijk dat ik dat vind’. En thuis is er de kloof met haar echtgenoot, ‘oppervlakkige bêta’, die haar niet wil begrijpen in tegenstelling tot haar voormalige vriend. De perikelen van een wanordelijk bestaan zijn het onderwerp van dit verhaal en tegelijk ook symbolisch voor de ‘nieuwe moraal’. Erg diepgaand is Donkers hier niet, meer dan een aanduiding van het leven tien jaar terug krijgt de lezer niet. Soms lijkt het dat Jan Donkers zo verlamd wordt door de omvang van zijn onderwerpen, dat hij voor diepgang terugschrikt en aan de oppervlakte blijft. Twee boeken die qua onderwerp verwant zijn, Verliefd van Jaap van Manen en Hef schuldgevoel van Guus Vleugel illustreren dat luchthartigheid geen schade hoeft te berokkenen aan de essentie van een verhaal of roman, terwijl dát juist voor Donkers soms al een vraagteken lijkt.
In Open retour onderneemt een bedrogen echtgenoot een speurtocht naar de verdwijning van zijn vrouw en haar minnaar. Het verhaalperspectief wisselt voortdurend tussen de man, Fred, en de vrouw van de minnaar. De bedriegende echtgenoten zijn na uitputting om het leven gekomen, omdat niemand op de hoogte