voedsel van Oskar met een mateloze vraatzucht verslindt, hem tiranniseert en als mens vernedert. Wanneer Oskar tenslotte zijn huis ontvlucht, achterhaalt de harpij hem. Ten einde raad besluit hij het roofdier te doden. Op het ogenblik dat hij dat wil doen, wordt hij op zijn beurt door een toevallige voorbijganger neergeslagen...
De keuze van een harpij, half vrouw, half vogel, als kernpersonage leende zich biezonder goed voor het trucageprocédé dat Servais wou uittesten. Ontevreden over de manier waarop de commerciële animatiestudio's live-beelden met animatie vermengen, ontwierp hij een totaal nieuwe werkwijze, die tot een verbluffend resultaat leidde. Hij maakte normale opnamen van acteurs en van lokaties met een zwarte achtergrond. Via een speciaal ontworpen spiegel projecteerde hij dan beeld na beeld de live-opnamen op getekende decors en figuren. Zo werd de Harpya-figuur een wezen met een echt mensengezicht, naakte vrouwenborsten en het gevederde lijf en de poten van een roofvogel. Dank zij de zuiver ambachtelijke, manuele manier van werken kwam de filmmaker tot een volledige integratie van live- en animatiebeelden.
Na
Sirene (1968) en
Pegasus (1973) is Servais' nieuwste film het derde werk met een aan de mythologie ontleende titel. Deze films vertonen daarenboven een onderlinge verwantschap doordat ze meer dan alle andere opvallend picturaal geïnspireerd zijn.
Pegasus was een hommage aan het Vlaams expressionisme van Permeke en de Latemse Schooi.
Sirene en
Harpya verwijzen naar het surrealisme. Servais' laatste film roept meer bepaald zowel door decor als door koloriet de fantastische wereld op van René Magritte, met wie de cineast ooit als schilder samenwerkte. Het uiterst sobere decor, het bevreemdende schaduwafwerpende (maan)licht
en de zachte Magritte-tinten verlenen samen met een apart ruimte-effect de film een sterk gestileerd karakter. De geslaagde elektronische muzikale accentuering van Lucien Goethals zorgt voor het vleugje ironie dat het griezelverhaal relativeert.
Bekomen van de verbazingwekkende technische gaafheid van deze 9 minuten-durende animatiefilm, blijft de toeschouwer achter met het wrange gevoel dat Harpya door zijn thema opwekt. Meer dan in zijn ander werk, Chromophobia uitgezonderd, overheerst in Servais' laatste produktie immers een toon van pessimisme. Volgens de kineast is de film echter niet meer dan een parodie op de vampierenfilm.
Harpya getuigt in elk geval van een technische perfectie die in zijn genre moeilijk te overtreffen is.
Wim de Poorter.