Ons Erfdeel. Jaargang 23
(1980)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 117]
| |||||||||||||||||||||||
Beeldende kunstDwingende verbanden in onze samenleving.
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||||||||||||
Peter Blokhuis: ‘De toekomstige barricaden van Barcelona’ (1974).
Bovendien boet het werk in zwart-wit reproduktie enorm aan zeggingskracht in. Desalniettemin meen ik dat we met behulp van dit beperkte materiaal wel enig zicht kunnen krijgen op de betekenis van het werk van de schilder.
Het doek Van hiervandaan gezienGa naar eind(3) schildert Peter Blokhuis in 1973. Verspreid over het hele oppervlak zien we min of meer herkenbare vormen: een plant, een glas, een potlood, een stuk krant, een theepot, trapjes, een rechthoek met kleurtjes er omheen, een portret (?) van een vrouw, een man gedeeltelijk zichtbaar met een vlag, brokstukken, liggende figuren, een groep pinguins en tot slot bovenaan drie stadsgezichten.
Wij lezen dit schilderij zonder er bij na te denken van onder naar boven, zoals we gewend zijn bij een ouderwets perspectivisch beeld. Immers ook hier zijn de vormen onderaan de lijst groot, d.w.z. dichtbij, en bovenaan klein, dus veraf. Ook hier voeren schuin naar boven lopende lijnen onze blik de diepte in en wel naar het middelste stadsgezicht. Tot zover lijkt Blokhuis de wetten van het centraal perspectief te respecteren. Bekijken we echter de bovengenoemde vormen nog eens stuk voor stuk, dan beseffen we dat zij nooit in een en dezelfde ruimte laat staan tegelijkertijd gezien kunnen worden. Aan de voorwaarde voor een in perspectief opgevat schilderij, het bewaren van de eenheid van plaats en tijd, voldoet dit werk dus niet. Blokhuis heeft uit op zichzelf staande losse elementen een moderne compositie opgebouwd.
Toch probeert de schilder met allerlei middelen onze blik van onder naar boven te leiden. Als we onze aandacht op de benedenkant van het schilderij richten, valt het op dat de krant slechts gedeeltelijk zichtbaar is. De rest ervan kunnen we ons in de echte ruimte vóór het schilderij denken. Tegelijkertijd loopt de huiskamer door in de geschilderde werkelijkheid: theepot en glas staan onder handbereik, een decoratieve plant vult een hoek. Het doek, zo lijkt het, is het tekenbord op de schoot van de schilder. Hij leest de krant, ziet drie foto's van stadsgezichten en verbeeldt dan vanuit zijn eigen omgeving, tekenend van associatie naar associatie deze buitenwereld die met de krant zijn huiskamer binnenkomt. De verbeeldingen boven blijken bij vergelijking met de ‘echte’ omgeving beneden ruimtelijker en kleuriger geschilderd te zijn. Door middel hiervan en met behulp van letters die bij de verschillende beeldelementen zijn geplaatst, geeft de schilder aan dat de stadsgezichten vóór de huiskamer gelezen moeten worden. Nogmaals plaatst Blokhuis een vraagteken achter onze vanzelfsprekende wijze van kijken. Wil hij ons voorhouden dat dichtbij ongrijpbaarder kan zijn dan veraf, verbeelding echter dan werkelijkheid? Of bedoelt hij dat de gewelddadige stad reëler is dan de eigen vredige huiskamer? Een sluitend antwoord is hier niet te geven. Wel Is zeker dat Blokhuis ons kijken steeds weer op de proef stelt. In De toekomstige barricaden van BarcelonaGa naar eind(4), geschilderd in 1974, zijn ook weer duidelijke van minder duidelijke vormen te onderscheiden. Ook hier is een gedeelte van een krant onderaan de lijst zichtbaar. Het schilderij als geheel maakt een rustiger indruk. De beeldwoorden zijn niet als losse klanken over het hele doek gestrooid, maar de aandacht wordt geconcentreerd op een fotografisch exact geschilderd portret van een stad in het midden van het schilderij.
Een portret ja: de met rood ingeschreven namen van straten bevestigen dat. Maar een bijzonder portret: de rode pijlen, kruisen en cirkels laden het rustige zonovergoten stadsbeeld op met een extra betekenis. De titel vult de geschilderde informatie aan: de toekomstige barricaden | |||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||||||||||||
Peter Blokhuis: ‘De heer Machnoj-Allal uit Marokko’ (1975).
van Barcelona zijn geportretteerd. Een contradictio in terminis!
De omgeving van het realistische binnenschilderij is minder duidelijk gevormd. Toch kunnen we rechts onder een krantenlezer in een leunstoel ontwaren. De krant noemden we al. Het potlood uit Van hiervandaan gezien, symbool voor de tekenende kunstenaar, is hier verdwenen. Dit zou er kunnen op wijzen dat we niet meer over de schouder van de kunstenaar meekijken naar zijn verbeeldingswereld, maar dat wij als zelfstandige krantenlezers ons zelf een beeld vormen naar aanleiding van een nieuwsbericht: Barcelona, eens geteisterd door de burgeroorlog, zal in de toekomst opnieuw het toneel zijn van geweld en oorlogGa naar eind(5). De eigen wereld van de krantenlezer in zijn leunstoel met zijn privé-associaties van rookwolk en bergen moet wijken voor dit objectieve portret van de toekomst.
In 1975 en 1976 schildert Peter Blokhuis portretten van Turkse en Marokkaanse buitenlandse werknemers hier. Met behulp van een subsidie van het ministerie van C.R.M. bezoekt hij hun families thuis en porretteert hen daar. Ook in dit geval worden een nabije en een verre wereld met elkaar geconfronteerd, wordt de eenheid van tijd en plaats doorbroken. Nu echter niet binnen het kader van één lijst, maar in op zichzelf staande beelden, die vaak twee aan twee bij elkaar horen. De aldus gekoppelde gouaches verschillen wat betreft verfbehandeling en schilderswijze niet van elkaar. De heer Machnouj-Allal uit MarokkoGa naar eind(6) is in zijn gastverblijf even duidelijk geportretteerd als zijn zoon op de vlakte voor het ouderlijk huis te Berkane. Begrippen ‘veraf’ en ‘dichtbij’ worden dus niet zoals in de hierboven besproken gevallen op hun kop gezet. Trouwens wat is in dit geval ver, wat nabij? Vertegenwoordigen beide beelden niet een vreemde wereld? Aan de ene kant de nette man weggestopt in zijn benauwde kamertje vol koffers, tekenen van zijn vreemdelingschap; aan de andere kant de kleine jongen verloren op de wijde vlakte vol stenen, symbolen van een ver, onvruchtbaar land? De subjectieve, onscherpe thuiswereld van schilder en kijker zijn hier afwezig. Als buitenstaanders worden zij geconfronteerd met een objectieve werkelijkheid los van hen zelf. In enkele langgerekte schilderijen, die eind 1978, begin 1979 ontstaan stelt Blokhuis ons kijken en waarnemen op een weer andere wijze aan de orde. Vanuit een hotelraamGa naar eind(7) lijkt een gewoon stadsgezicht dat iedereen die vanuit een hoog gebouw op een stad neerziet, kan waarnemen. Op ooghoogte, dus boven in het beeld, trekt een wit huis aan een lommerrijk plein de aandacht. Halverwege het schilderij verstoren een kale boom en een voorbijrijdende bus de rust van het zomerse plein. Helemaal beneden is het echt met de rust gedaan. Menselijke figuren en een gestrande auto duiden erop dat onder straatniveau iets gebeurt dat het daglicht niet verdraagt. Politie? Geweld? Dit stadsgezicht is evenmin als de vorige schilderijen van Blokhuis gewoon en vanzelfsprekend. De schilder stuurt hier de blik van de kijker van boven naar beneden. Als een film laat hij een stad aan diens oog voorbijtrekken. Het aanvankelijk fraaie en bekoorlijke beeld van een oude binnenstad blijkt schone schijn. Onder de oppervlakte gaat een andere, gewelddadige wereld schuil. De kijker is ook hier eigenlijk buitenstaander. Hij staat oog in oog met de heldere schijnwereld. De andere, onderliggende werkelijkheid echter is vanaf zijn hoogte niet duidelijk waarneembaar. Glurend uit het hotelraam vangt hij er maar een glimp van op. Steeds weer nieuwe manieren verzint Blokhuis om onze vastgeroeste kijkgewoontes te doorbreken. Zijn schilderijen hebben daardoor iets weg van beeldraadsels. Toch is het discutabel stellen van onze waarneming voor hem geen doel op zichzelf. We moeten zijn schilderijen denk ik lezen als documents humains; en dan niet in psychologische zin, niet de gevoelswereld van geportretteerde of schilder stellen | |||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| |||||||||||||||||||||||
Peter Blokhuis: ‘Vanuit een hotelraam’ (1979).
zij aan de orde. Nee, het zijn meer sociologisch getinte verslagen van ellende en geweld en onrecht, mensen aangedaan. Zakelijke verslagen ondanks de emotionele betrokkenheid van de schilder bij zijn onderwerpen.
De wisselwerking tussen betrokken en zakelijk geeft het werk van Blokhuis waarschijnlijk die boeiende spanning waardoor we als kijker bij het onderwerp betrokken raken. Dat wil Blokhuis ook. Door ongelijksoortige beelden te koppelen en door de betekenis van begrippen als verbeelding- realiteit, objectief-subjectief, veraf-dichtbij enz. om te keren, laat hij zien dat de eigen wereld van kijker en schilder niet de enig maatgevende is. Rust en orde thuis bestaan slechts omdat wanorde elders met geweld wordt onderdrukt. De gastarbeider zit gevangen in zijn kamertje dankzij de armoede thuis en de rijkdom hier. Ongewild en onbedoeld is de kijker, zijn de mensen in het algemeen betrokken bij, worden zij medespelers in een groter en omvattender geheel dan hun eigen sociale omgeving. Kijken naar de schilderijen van Peter Blokhuis betekent je bewust worden van de dwingende verbanden die in onze samenleving bestaan tussen vaak ver uiteen liggende sociale verschijnselenGa naar eind(8). Claartje de Loor. | |||||||||||||||||||||||
Biografische gegevens:De biografische gegevens van Peter Blokhuis zijn moeilijk te achterhalen. De hierna volgende lijst van tentoonstellingen etc. geeft geen volledig overzicht.
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||||||||||||
Deelname aan verscheidene groepstentoonstellingen in het buitenland met name in Zürich, Helsinki, Parijs.
Reizen naar o.a. Spanje, Marokko, Turkije, Griekenland. |
|