De groene jaren zeventig.
In tegenstelling tot de ons omringende landen gebeurt het in België maar zelden dat een minister of een politikus zijn ideeën of beleidsvisie aan het grote publiek presenteert. Zo'n publikatie verdient dan ook onder de aandacht te worden gebracht. De groene jaren zeventig is een bundel gelegenheidstoespraken waarin minister Rika de Backer- van Ocken haar visie geeft op de rol die in de jaren zeventig voor de kultuur is weggelegd. De auteur ziet tussen de jaren zestig en zeventig een cesuur die van dezelfde orde is als die tussen de 15e en de 16e eeuw toen het wereldbeeld met de doorbraak van de fysika zich fundamenteel wijzigde. Deze vergelijking is erg gedurfd en het is op zijn minst te vroeg om die te maken, maar toch kan niet worden ontkend dat de waarden in de jaren zeventig ingrijpend zijn veranderd. De jaren zestig waren jaren waarin produktiviteit en rendement de ultieme norm waren, jaren van ongebreidelde welvaart - men dacht dat de welvaartsboom echt tot in de hemel zou groeien. De krisis die bij het begin van dit decennium uitbrak en langer zal aanslepen dan men aanvankelijk vermoedde, heeft een nieuwe levensstijl noodzakelijk gemaakt. Die levensstijl wordt gekenmerkt door een drang naar autenticiteit, naar menselijke in plaats van materiële waarden, naar het goede i.p.v. het rijke leven. Kortom de welvaart van de jaren zestig heeft de plaats moeten ruimen voor het welzijn. In die kontekst moeten de nationaal gevoerde akties voor de monumentenzorg en het jaar van het dorp worden gesitueerd.
Het begrip kultuur kreeg hierdoor een nieuwe inhoud. De kultuur werd uit de elitaire sfeer van de ‘schone letteren’ weggehaald en gedemokratiseerd. Kultuur heet nu de kans om aan het leven inhoud te geven, een kans die aan zoveel mogelijk mensen moet worden geboden. Vandaar dat naast de kunst met de grote K nu vooral aandacht werd besteed aan de amateuristische kunstbeoefening, sport en ontspanning, het verenigingsleven en de permanente vorming die nu niet meer intellektueel opgevat wordt als een soort van voortgezet onderwijs, maar moet leiden tot vrijheid, mondigheid, verantwoordelijkheid en participatie.
Deze demokratisering van de kultuur is van groot belang, vooral nu blijkt dat de vrije tijd om allerlei redenen - bekorting van de werkweek en de beroepsloopbaan, de werkloosheid - zal toenemen en de besteding van de vrije tijd voor veel mensen een groot probleem zal worden, als het dat nu al niet is.
Uit het boek blijkt duidelijk dat minister Rika de Backer-van Ocken geen politiek voert op korte termijn maar dat ze, met de kennis die ze heeft van wat er in onze dagen aan inzichten in een veranderende samenleving leeft, met open oog en geest de toekomst benadert. Dat houdt veel beloften in voor de komende jaren, vooral omdat zij ook in de regering Martens-Spitaels-Claes verder het ministerie van Nederlandse kultuur blijft leiden.
Werner Duthoy.
Rika de Backer-van Ocken, De groene jaren zeventig, Uitgeverij De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen/Amsterdam, 1978, 100 blz.