Ons Erfdeel. Jaargang 22
(1979)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 783]
| |
de provincie Antwerpen. Als student was hij al flamingant en aktief lid van het Katholiek Vlaamsch Studentenverbond. Hij was werkzaam als leraar, kapelaan en pastoor in Aarschot, Schaarbeek, Vorst, Londerzeel-Sint-Jozef en Westrode, waar hij in 1932 aan keelkanker stierf. Door zijn Vlaamse overtuiging oefende Jan Hammenecker een niet te onderschatten invloed uit op jonge mensen; onder meer op Gerard Walschap die daarover vertelt aan Staf Dewachter.
De bijdrage van G. Walschap zelf, over Hammenecker en inspekteur Bols, is al eerder verschenen in Dietsche Warande en Belfort van januari 1976; die van H. van Herreweghen komt uit hetzelfde tijdschrift van september 1957. Het jaarboek bevat ook nieuwe teksten, o.m. van H.E. Mertens, B. Peleman, F. de Pillecijn; verder de kwartierstaat van Hammenecker door H. Sprangers, de bio- en bibliografie door P. Servaes en veel dokumenten en foto's.
Een direkte kennismaking van J. Hammenecker biedt ons de beknopte bloemlezing uit zijn dichten prozawerk, een vijftigtal bladzijden van het jaarboek. De Vlaamse strijd, de Schelde, de vissers waren Hammeneckers voortdurende bronnen van inspiratie. Zijn religieus engagement vond een uitdrukking in retorisch-romantische, Gezelliaanse verzen, produkten van het ‘Rijke Roomse leven’. Enkele teksten uit Hammeneckers laatste levensjaren bewijzen dat hij tot persoonlijker vormgeving in staat was, zoals Gelijk een hagedisje (1929), Juni (1930), en vooral Angelpijn (1932), het poëtisch-prozastukje waarin Jan Hammenecker de tragiek van zijn ziekte en zijn naderende dood aangrijpend heeft verwoord.
O. Vandeputte. Heemkundig jaarboek, 207 blz., uitgave van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant, 12e jg., 1977, Abdij, 2680 Bornem. |
|