Ons Erfdeel. Jaargang 22
(1979)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 726]
| |
Octave Landuyt, een begerenswaardig boek
| |
[pagina 727]
| |
Octave Landuyt: ‘Eskader’, 1952, olieverf.
Zijn stijl is trefzeker waar deze de kunstwerken karakteriseert, terwijl het anderzijds de causeur is, de ervaren inleider van tentoonstellingen, die ampel van tijd en taal gebruik maakt om een nieuw onderwerp aan te kondigen: ‘Maar het moment is nu stilaan gekomen...’ (172), ‘Ter afwisseling een kleine anecdote...’ (47). Soms wenst de lezer dat Langui het perspektief van de breedte zou inwisselen voor dat van de diepte. Als hij het motief van het achterovergebogen hoofd bespreekt, situeert hij dat in een kunsthistorische evolutie die van William Blake teruggaat tot Maerten van Heemskerck en besluit met ‘Welk “refoulement” kan er aan de basis liggen van dit psychisch teken?’Ga naar eindnoot(3).
Vooreerst ontleende Van Heemskerk veel aan Michelangelo. Deze paste het achterovergeheven hoofd, in onderaanzicht gezien, herhaaldelijk toe, o.m. in 1512 bij de profeet Jonas in de Sixtijnse kapel. Maar vóór Michelangelo hadden de meesters van de vroege en volle renaissance een voorkeur voor deze houding getoond omdat ze daarmee hun beheersing van het lichaamsperspektief konden demonstreren. Zo Piero della Francesca in 1463 bij een van de vier sodaten op de Verrijzenis van Christus te Borgo San Sepolcro. Ook bij de beeldhouwer die samen met Octave Landuyt in 1960 op de biënnale te Venetië de beeldende kunst van België vertegenwoordigde, Oscar Jespers, komt deze houding in de jaren vijftig herhaaldelijk voor: de figuren heffen in onbestemde verwachting het hoofd achterover. Veel ruiters van Marino Marini schijnen dat eerder uit een gevoel van overgave te doen.
In een van de vroege olieverven van Octave Landuyt, Eskader, uit 1952Ga naar eindnoot(4), is de verwachting indringend gekonkretiseerd binnen de onzekerheid en de angst. Van vier omhoogkijkende gezichten ziet de beschouwer vooral de hals, een zeer kwetsbaar lichaamsdeel. Hun geest is | |
[pagina 728]
| |
Octave Landuyt: ‘Het geluid van de akkerwinde’, 1954, olieverf.
2.
Octave Landuyt: ‘De overbodige’, 1965, olieverf. daar waar de beschouwer hen niet volgen kan. Dit laatste geldt ook voor de figuur op Het geluid van de akkerwindeGa naar eindnoot(5) uit 1954. Een rugbyspeler (?), in sterk onderaanzicht gezien, luistert ekstatisch naar het lied van de bloem in zijn hand. De luidspreker, die volgens Emiel Langui ‘hoog in de lucht aan 't blaffen is’Ga naar eindnoot(6), heeft merkwaardigerwijs precies dezelfde vorm als de akkerwinde. Zouden daarom de geluiden niet kongeniaal zijn? De luidspreker is een symbool dat aangeeft hoe indringend de aanwezigheid van de bloem is voor de geportretteerde. Hij is nodig voor de synestesie, de sprong van geur naar geluid. Ook bij de keramische beelden komt het achterovergeheven hoofd voor, bijv. bij Mannelijk toverbeeld uit 1958Ga naar eindnoot(7), waarbij de magische intentie niet mis is te verstaan. Angst, ekstase, magie; het zijn alle emotionele situaties. Bij twee ervan treedt de mens buiten zijn begrenzing. Veel keramische figuren houden later het hoofd rechtop, maar de ogen blijven omhoog gericht, sterk gefikseerd, als op een te verwachten heil, bijv. Zazen en Wonderbaar genezen in een winterluchtGa naar eindnoot(8).
De eerste kreatieve periode wordt door Emiel Langui aangeduid als het magisch realisme. In olieverven als Het geluid van de akkerwinde en Het wassend water uit 1958Ga naar eindnoot(9) is er meer verwantschap met Pijke Koch als met Raoul Hynckes, Dick Ket of Carel Willink. In andere werken lieten magisch realistische literatoren hun sporen na: geïnspireerd door stadgenoot Johan Daisne vervaardigde ook Landuyt De man die zijn haar kort liet knippenGa naar eindnoot(10).
Geleidelijk ontwikkelt zich in 1958 - mede dankzij veelvuldig turen door de elektronenmikroskoop - de periode die Langui aanduidt als infra-realisme, omdat Landuyt hiermee de infrastruktuur van de materie blootlegt. Wel te verstaan: een struktuur die zijn kreatieve geest waar | |
[pagina 729]
| |
Octave Landuyt: ‘Het wassend water’, 1958, olieverf.
meent te nemen. Zulke werken heten Essentiële oppervlakte, Koraalrif of OermechanismeGa naar eindnoot(11). Vaak hebben deze olieverven de kleur van het bloed en de geslachte dieren die het kind Octave, wonend te Eeklo boven een slachterij, dagelijks vol afschuw waarnam. Zijn de olieverven van oudere datum als de keramiek, toch blijkt deze laatste invloed uit te oefenen op het schilderwerk: soms worden ogen en mond gaten, lijkt de huid geëngobeerd, zoals bij het schilderij De overbodigeGa naar eindnoot(12). Het glurende gelaat is zó materieel geschilderd, dat het zich van de huid als materie verwijdert en op een maanlandschap lijkt. Op ekspressionistische wijze heeft Landuyt hier het hunkeren in beeld gebracht. Zulk een aandacht voor de materie, verbonden met een waardering voor het archaïsche, treft men o.m. bij Henry Moore en Marino Marini; bij Marini uit deze zich bovendien in het tevoorschijn toveren van een rijke patine. Het element van onwerkelijkheid, dat al in de periode van het magisch realisme | |
[pagina 730]
| |
Octave Landuyt: ‘Mannelijk toverbeeld’ 1958, keramiek.
waarneembaar was, neemt toe: maskers - zoals die zich in Landuyts kollektie etnografika bevinden - doen hun invloed gelden. En de gruwelijke verwording zoals hij die keramisch verbeeld heeft in AtomicGa naar eindnoot(13) verdient vergeleken te worden met de beste surrealistische verhalen van Jacques Hamelink, bijv. waar hij in Het plantaardig bewind beschrijft hoe de mens natuurlijkerwijs uitgroeit tot een moeraswezenGa naar eindnoot(14). De keramische figuren van Landuyt, die meer overeenkomst vertonen met het werk van José Vermeersch dan met dat van Carmen Dionyse, gaan verder in het ingrijpen in de menselijke gestalte dan Vermeersch. - Zoals de kleine Octave, knoeiend in de modder, daar figuren van vormde en die verfraaide met pluimpjes, takjes en keitjes, voegt de volwassen kunstenaar kleurige pluimen aan zijn keramieken toe als hem dat goed dunkt.
Ook de juwelen die Landuyt vervaardigt, benadert hij niet traditioneel. Ze zijn grillig,
Octave Landuyt ‘Atomic’, 1967, keramiek.
overladen, onortodoks, humoristisch en soms barbaars. Er zijn er die de grenzen van de kitsch overschrijden. Er zijn er ook die zó gevat zijn dat de vorm van de steen met zijn horsten en slenken geaksentueerd | |
[pagina 731]
| |
Octave Landuyt: ‘Mexicanitos’, 1965, juweel.
wordt en met een sobere zetting goed tot zijn recht komt, zoals MexicanitosGa naar eindnoot(15). Tenslotte schenkt Emiel Langui aandacht aan het meer anonieme deel van Landuyts kreativiteit: de vele ontwerpen voor meubilair, sanitair, diepvriezers, tekstiel.
Veel full-page illustraties worden begeleid door teksten van Landuyt, citaten uit het grensgebied van proza en poëzie. Wie meent dat er verwantschap bestaat met de poëzie van Gust Gils, Hugues Pernath en Hugo Claus, de dichter van Tancredo infrasonic, vergist zich niet. Alleen blijven de teksten van Landuyt wel eens in de woordbrei steken. Een voorbeeld: VERWIJT VAN OVERLOED: DE SPREIEN OVER MIJN WINTERLAND. - DIE VLOED IS ZEGEN MET EEN ITALIAANS GEBAAR. HET IS DE MEERVULDIGHEID, DE VERKWISTING, HET EXCES, DE VERKRACHTING, HET BEGINSEL TOT WAANZINNIGHEID, HET PRINCIPE VAN HET ONEINDIG GECOMPLICEERDE (DIE DERDE ENTITEIT!), HET WEDERKERIG SPIEGELEFFECT VAN HERBEGONNEN, HERGEBOREN, STEEDS-MAAR-TERUGKERENDE, STEEDS-MAAR-OP-ZICHZELF-GELIJKENDE EENZELVIGHEID, EEN RAZERNIJ!Ga naar eindnoot(16). Zoveel herhalingen bekennen de eigen onmacht, terwijl het afdrukken in kapitalen hen de betekenis toemeet van de woorden van de profeet. Veel poëtischer zijn titels als Kanonnier voor verre sterren, Achter tralies van rimpels en Hond in mij, verdubbel het vertrouwen.
Octave Landuyt is een veelzijdig en oorspronkelijk kunstenaar, ook internationaal gezien. Emiel Langui schrijft dat hij zich op ‘het hoogste plateau (... beweegt...) waar het gekwaak van de padden in 't moeras hem niet meer bereikt’Ga naar eindnoot(18). Een verdediging als deze heeft Landuyt niet nodig. Octave Landuyt is een begerenswaardig boek. |
|