ontwerp dan wel een realisatie is.
Welke doeleinden kunnen we formuleren voor ons internationaal kultuurbeleid en welke perspektieven kunnen we hierbij schetsen?
Over de doeleinden kunnen we ook kort zijn omdat iedereen het er vlug mee eens is om algemene doeleinden te formuleren en te onderschrijven.
Het komt er allereerst op aan de internationale kontakten te bevorderen; het beleid moet dus de wegen en instrumenten scheppen en ontwikkelen die zulke kontakten mogelijk maken.
Het komt er ook op aan, dat onze Vlaamse kultuur in het buitenland wordt bekend gemaakt evenals de kultuur van andere volkeren in onze kultuurgemeenschap. Vlaanderen en de Vlaamse wetenschappelijke en kulturele aktiviteiten op het internationale forum gestalte geven, sluit aan bij een grote, maar helaas wat afgezwakte, traditie!
Tenslotte is het internationaal kultureel verkeer erop gericht dat een beter begrip en verstandhouding tussen mensen, groepen én volken wordt bevorderd. Wanneer tussen twee volken geen behoorlijke kontakten mogelijk zijn, zou toch nog altijd het kultureel kontakt bewaard moeten blijven. Niemand minder dan P.H. Spaak heeft deze politiek steeds gehuldigd, speciaal in de periode van de koude oorlog waarin de kulturele akkoorden met de Oostbloklanden tot stand kwamen. Zouden we niet het best die lijn logisch doortrekken?
Mag ik tot slot een schets geven van enkele perspektieven in ons buitenlands kultuurbeleid?
Ik meen dat het er allereerst op aan komt het partikulier initiatief inzake internationale kulturele kontakten te ondersteunen. Gelukkig is er in Vlaanderen heel wat kultureel kontakt met het buitenland, bijvoorbeeld en niet in het minst het kultureel kontakt met Frans-Vlaanderen! Het is inderdaad zo dat hetgeen de overheid doet en kan doen maar een deel is van datgene wat gebeurt. De verschillende Vlaamse kulturele organisaties met internationale kontakten moeten hun krachten bundelen en als een geldige gesprekspartner voor de overheid optreden inzake het buitenlandse kultuurbeleid.
Vervolgens moet er de nodige aandacht en inzet zijn voor de multilaterale werking, zonder uiteraard het bilaterale te veronachtzamen. Vlaanderen moet opnieuw zijn plaats veroveren in Europa en van daaruit in de wereld! Dat gebeurt het best in nauw kontakt en overleg met Nederland. Hierbij mag ook melding worden gemaakt van de Europese Stichting te Parijs, één der voorstellen uit het rapport Tindemans over de bevordering van de Europese eenmaking.
Er is vooral ook behoefte aan een betere koördinatie in ons buitenlands kultuurbeleid. Tot op heden zijn tal van Departementen gemoeid met dit beleid. Nu Vlaanderen op weg is naar een volwaardige kulturele autonomie hebben we de kans een aangepaste struktuur op te zetten. Hierbij wordt dan heel veel verwacht van het voorgenomen Commissariaat-Generaal voor Buitenlandse Culturele Betrekkingen, een prioritaire beleidsopgave voor de volgende Minister van Nederlandse Cultuur.
Naar de inhoud moeten onze internationale kulturele betrekkingen meer algemeen maatschappelijk relevant worden. Tot op heden is dit teveel een elitaire aangelegenheid. We moeten er toe komen dat zoveel mogelijk groeperingen van de Vlaamse bevolking hierbij betrokken worden. Daarom moet de inhoud van onze internationale kulturele relaties verbreed worden. Naast onderwijs, wetenschappen en kunst moet het opbouwwerk, de rekreatie, het toerisme in die sektor volwaardig aanwezig zijn. Tenslotte moet Vlaanderen via de internationale kulturele betrekkingen meehelpen aan de ontspanning in de wereld. Onze kulturele akkoorden werden trouwens nooit afgesloten met regimes, maar wel met landen en volken. Misschien is in dit opzicht ook dringend behoefte aan een kultureel akkoord met Wallonië!
(28-3-1979. Op 3-4-1979 werd de regering Martens-Claes-Spitaels gevormd.)
Daniël Coens,
Staatssekretaris van het Vlaamse Gewest.