Paule Nolens: ‘een rustige, in zichzelf gekeerde wereld’
Nadat Paule Nolens (geboren te Hasselt in 1924) in 1949 aan het Hoger Instituut voor Sierkunsten te Terkameren met grote onderscheiding het diploma monumentale schilderkunst en glas-in-lood behaald had, heeft ze zich entousiast aan een reeks opdrachten gezet: reusachtige muurtaferelen als koorbeschilderingen, abstrakte kerkramen te Tiège bij Spa en in Oost-Vlaanderen, een wandschilderij in de toegangshal van een grote fabriek... Drie jaren achtereen zag ze zich gelauwerd. In 1949 was dat met de tweede nationale prijs, voor een dekoratief paneel, uitgeschreven door het ministerie. In 1950 won ze de eerste prijs van het nationaal komitee voor kunstambachten. En in 1951 behaalde ze, samen met Pierre Cox, de eerste prijs van de inzake hernieuwing en doorbraak der hedendaagse Limburgse kunst zo historisch geworden prijskamp De Mijn. Sedertdien is ze hoofdzakelijk op doek gaan schilderen, ook al blijft ze ons op haar tentoonstellingen regelmatig monotypen, tekeningen en akwarellen tonen.
Paule Nolens eksposeerde in België, Nederland, Duitsland, Oostenrijk en (reeds in 1959) in New York, Chicago en Milwaukee.
Tot de jaren 1955-1956 bleef ze in haar werk enigszins verwant aan het ekspressionisme. Van toen af aan is ze haar eigen weg gegaan, zonder ‘perioden’, zonder bruuske koerswendingen of pirouettes, maar ook zonder in herhaling te vervallen. Aan een gestadige groei naar verdieping en vergeestelijking paart ze een volgehouden aandacht voor de zuiver pikturale waarden. Tijdens nu al méér dan eenkwarteeuw schilderen is zij blijvend bedacht geweest op het wezenlijke: kleur, groei naar een steeds rijper koloriet, vorm, vlak, maat, evenwicht, ritme, schikking en voortdurende zelfkritiek. Deze zin voor ambachtelijkheid staat geënt op een rijke kulturele bagage en een aangeboren drang naar voornaamheid, waardigheid en ernst. Wanneer ze schildert, is haar aandacht uitsluitend gericht op de louter schilderkundige problematiek. Geen moment denkt zij dan aan het oproepen van ekspressie of sfeerschepping.
Opvallend in de schilderkunst van Paule Nolens is het monumentale, de onberispelijke vlakindeling en -vulling, de doordachte struktuur en de dialoog tussen de gebruikte kleuren. Haar tematiek is nogal beperkt: een stilleven, wat havenzichten en voor het overige de menselijke figuur, meestal de vrouw. Onweerlegbaar bewijst zij daarmee dat het ook nog in onze dagen mogelijk is met dergelijke tema's persoonlijk, verrassend, veroverend en zelfaffirmerend te zijn. Tijdens haar opleiding leerde zij
1.
Paule Nolens: ‘Figuur’.
2. Paule Nolens: ‘Tunesische vrouw’.
de muur als muur respekteren, leerde ze één te blijven met die muur en het architektonische ervan als freskoschilderes gaaf te bewaren. Schilderkunstig heeft ze dit nadien vertaald in eerbied voor het doek. Uit die aandacht voor de huid van het doek ontstaat in haar werk een tweedimensionele indruk en een sakrale rust. De vormgeving blijft streng logisch en sluit zich aan